IT-recht jurisprudentieblog | Juni 2022

Het IT-rechtsgebied is en blijft volop in ontwikkeling. We zien veel nieuwe technologieën, innovatieve bedrijfsmodellen en daarop van toepassing zijnde (nieuwe) wet- en regelgeving voorbijkomen. Door jurisprudentie hierover leren we veel over hoe het IT-recht uiteindelijk wordt toegepast. In deze blog zetten we diverse uitspraken van de maand juni op een rij.

Slechte waardering van een zorgverlener slechts deels onrechtmatig

In deze zaak gaat het om een recensie over een medisch specialist (hierna: geïntimeerde) die een inzender plaatste op de website van ZorgkaartNederland (hierna: Zorgkaart). In deze waardering werd geïntimeerde uitgemaakt voor een ‘vreselijke dokter’ en werd ook gezegd dat zij haar beroep niet behoorlijk zou uitvoeren. Op het moment geïntimeerde hier lucht van kreeg heeft zij Zorgkaart verzocht de waardering te verwijderen en de identiteit van de inzender bekend te maken omdat de informatie niet correct zou zijn. Zorgkaart weigerde dit en stelde dat geïntimeerde kon reageren op de waardering.

Geïntimeerde stelt dat het plaatsen en het laten staan van de waardering onrechtmatig is en dat geïntimeerde recht heeft op een schadevergoeding. Daarnaast wil geïntimeerde de identiteit van de inzender weten. Zorgkaart beroept zich op haar vrijheid van meningsuiting, stelt dat er een gedragscode geldt en elke waardering wordt gecheckt om te controleren of sprake is van een oneigenlijk waardering. Als de waardering door deze toets komt dan zou de waardering niet onrechtmatig zijn, volgens Zorgkaart.

Voor het geplaatst houden van de waardering moet het recht op vrijheid van meningsuiting worden afgewogen tegenover het recht van geïntimeerde op eerbiediging van haar persoonlijke levenssfeer, aldus het hof. In de waardering wordt gesteld dat geïntimeerde “onjuiste zorg oftewel geen zorg” zou hebben verleend terwijl dit verder niet is onderbouwd. Volgens het hof had Zorgkaart vanwege de ongefundeerde beschuldiging de inzender moeten verzoeken om de waardering aan te passen of te verwijderen.

Wat betreft de bekendmaking van de identiteit van de inzender stelt het Hof dat de onrechtmatigheid in de waardering niet opweegt tegen het belang van behoud van anonimiteit door de inzender. Hierin speelt ook een rol dat het plaatsen van de waardering niet onrechtmatig werd bevonden door het hof.

Het hof concludeert dat slechts het laten staan van de waardering onrechtmatig was omdat de waardering een uitlating bevat over de wijze waarop geïntimeerde haar beroep uitoefent zonder verdere toelichting en dat haar goede naam aantast.

Geen deskundige, geen uitspraak

In dezezaak is stichting Zabawas de eiser naar aanleiding van een ransomware aanval. De stichting had IT-leverancier POS4 ingeschakeld om al het ICT-beheer te verzorgen, waaronder het onderhouden en het maken van back-ups van gegevens en servers viel. Op het moment de stichting slachtoffer werd van een ransomeware aanval, bleek dat POS4 al een jaar geen data back-up had gemaakt. Dit kwam onder meer omdat er onduidelijkheid bestond over welke bestanden waar geback-upt moesten worden en door wie. Een ander bedrijf dat software ontwikkelde voor de stichting zou data op een verkeerde plek hebben opgeslagen en hierdoor kon POS4 de data dus niet back-uppen. De stichting stelt dat het niet back-uppen van de data een wanprestatie is van POS4 en dat daarnaast de ransomware aanval ook aan hen toerekenbaar is. Dit laatste zou komen doordat er geen adequate ICT-bescherming werd geboden door POS4.

Om hier duidelijkheid over te krijgen, heeft de rechtbank in een tussenvonnis besloten dat er een deskundige benoemd moest worden. De deskundige kon de manier van opslaan en de bron van de ransomeware aanval onderzoeken. Echter is de ICT-omgeving waar het in deze zaak over gaat verloren gegaan. Het heeft dus geen zin meer volgens de stichting om een deskundige in te schakelen omdat deze niet tot een oordeel kan komen. Daarnaast stelt de stichting dat POS4 tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst nu er geen back-up is gemaakt.

De rechtbank stelt dat zonder deskundigenbericht zij niet tot een oordeel kan komen dat uitsluitsel geeft en wijst de vorderingen van de stichting af.

Betekent stoppen met huur betalen verlies van eigendom?

In deze zaak heeft eiser zijn apparatuur vanaf 2018 gestald bij Colocenter. Colocenter heeft een datacenter en voor een maandelijks bedrag mocht eiser daar met zijn apparatuur cryptocurrency ‘minen’. Eiser is in juni 2019 gestopt met minen en daarom ook met betalen aan Colocenter. In februari 2021 informeert eiser naar zijn spullen die daar nog altijd opgeslagen zouden staan. Colocenter stelt dat eerder in januari van dat jaar, een e-mail is verstuurd dat Colocenter niet meer wist welke mining-apparatuur van welke klant was en dat zij geen gratis dienst zijn. In de e-mail werd ook vermeld dat klanten een week de tijd hadden om de apparatuur op te halen. Eiser die inmiddels een ander e-mailadres gebruikt, heeft naar eigen zeggen de e-mail van Colocenter dus niet gelezen. Eiser stelt dat Colocenter de schade die hij heeft geleden door het verliezen van de apparatuur, dient te vergoeden.

Colocenter is van mening dat er geen sprake is van onrechtmatig handelen. Eiser had volgens Colocenter namelijk al afstand gedaan van zijn spullen op het moment dat is gestopt met het betalen van de huur. Daarnaast stelt Colocenter dat de hoogte van de vordering van eiser onjuist is omdat de apparatuur niet van grote waarde meer zou zijn. De rechtbank oordeelt dat het achterlaten van apparatuur in een huurruimte niet hetzelfde is als afstand doen van eigendom. Ook niet als de apparatuur anderhalf jaar blijft staan en eiser niets van zich heeft laten horen.

Verder oordeelt de kantonrechter dat er sprake is van onrechtmatig handelen door Colocenter. Colocenter heeft de apparatuur van eiser opgeruimd c.q. laten vernietigen en daarmee is schade ontstaan. Het enkele versturen van de e-mail zorgt er niet voor dat dat het onrechtmatige handelen Colocenter niet kan worden toegerekend. Zij had namelijk moeten onderbouwen dat die e-mail door eiser is ontvangen. Bovendien had Colocenter zich meer moeten inspannen om eiser te bereiken, bijvoorbeeld door hem een aangetekende brief te sturen. Aangezien dit niet is gedaan, is de geleden schade van eiser toe te rekenen aan Colocenter. Colocenter moet de schade daarom (deels) aan eiser vergoeden.

Deze blog is in samenwerking geschreven met stagiaire Mick Stuyt.

Opleiding ICT-jurist business professional


Meer lezen over dit onderwerp? Lees verder:

Terug naar overzicht