Nepaanbiedingen. Iedereen komt ze, bewust of onbewust, regelmatig tegen. Soms zijn verkopers ronduit oneerlijk, bijvoorbeeld door een ‘van’-prijs met een ‘voor’-prijs te vergelijken zonder deze van-prijs ooit te hebben gehanteerd. Soms zijn verkopers ietwat creatief met de waarheid, en gebruiken ze een verouderde, hogere adviesprijs om hun eigen prijzen mee te vergelijken. En soms hanteren verkopers referentieprijzen die ze inderdaad eerder hebben gebruikt, maar slechts voor korte periode. In die periode is de prijs dan tijdelijk verhoogd, zodat deze later bij aanbiedingen gebruikt kan worden.
Al deze methoden hebben één ding gemeen; door de referentieprijs te beïnvloeden lijkt een aanbieding voordelig(er), terwijl dit in werkelijkheid helemaal niet het geval hoeft te zijn. Maar dankzij de nieuwe Europese Richtlijn modernisering consumentenbescherming komt hier (hopelijk) definitief een einde aan. U heeft in een eerdere blog al kunnen lezen over de nieuwe regels met betrekking tot ‘van-voor’-prijzen die 28 mei in werking treden. Het is vanaf dan alleen nog maar toegestaan een eigen prijs als referentieprijs (van-prijs) te hanteren wanneer dit de laagste prijs is die de verkoper voor dat product heeft gehanteerd in de 30 dagen voorafgaand aan de aanbieding. In deze blog wordt dieper ingegaan op de rol van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en de uitzonderingen op de nieuwe hoofdregel.
Het is al langer niet toegestaan feitelijk onjuiste of misleidende informatie te verstrekken aan consumenten. De ACM heeft eerder een boete van € 350.000 opgelegd voor een nepaanbieding, namelijk aan een verkoper die gebruikmaakte van niet-bestaande van-prijzen, en het hanteren van een verouderde adviesprijs is ook een vorm van misleiding. Maar volgens de leidraad die de ACM had opgesteld, was het bij het gebruiken van een ‘eigen’ van-prijs enkel van belang dat het betreffende product daadwerkelijk voor die prijs werd verkocht in de voorafgaande drie maanden. En daar hebben sommige verkopers handig gebruik van gemaakt. In theorie kan men namelijk drie maanden voor bijvoorbeeld Black Friday de prijzen kort verhogen, zodat deze verhoogde prijs als referentieprijs kan dienen wanneer er aanbiedingen worden gepresenteerd. En in de praktijk gebeurt dit ook. Door nieuwe regel kan de ACM dus beter optreden tegen verkopers met nepaanbiedingen, maar er zijn een aantal gevallen waarin een dergelijke regel voor ongewenste situaties zou zorgen. Daarom bestaan er enkele uitzonderingen.
Om de nieuwe regel in de praktijk werkbaar te houden heeft de Nederlandse wetgever gebruikgemaakt van de mogelijkheid enkele zaken uit te zonderen. Voor producten waarop een ‘te gebruiken tot’-datum vermeld staat, zoals etenswaren, geldt bijvoorbeeld dat verkopers de prijs direct voorafgaand aan de prijsvermindering als referentieprijs mogen gebruiken. Hetzelfde geldt in het geval van opeenvolgende prijsverminderingen, bijvoorbeeld wanneer op een kledingstuk achtereenvolgens 20%, dan 40% en ten slotte 50% korting wordt gegeven. De regel is zelfs helemaal niet van toepassing zolang een product minder dan 30 dagen op de markt is, bijvoorbeeld wanneer er net een nieuw model smartphone is uitgekomen.
Hoewel de praktijk nog moet uitwijzen hoe effectief de nieuwe regel is, lijkt de Europese wetgever een passende aanpak te hebben gevonden voor het verhinderen van nepaanbiedingen. Dit zorgt niet alleen voor een beter geïnformeerde consument, maar ook voor eerlijkere concurrentie.
Heeft u vragen over de nieuwe regelgeving? Of bent u benieuwd of uw website aan alle bestaande regelgeving voldoet? Neem dan gerust contact met ons op.
Meer lezen over dit onderwerp? Lees verder:
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.