Sinds 1 januari is het arbeidsrecht op een aantal punten gewijzigd. Dit is met name van belang bij bepaaldetijdcontracten. Wat is er veranderd en hoe kunt u daarop inspelen?
Allereerst zijn proeftijden niet langer toegestaan bij contracten korter dan zes maanden. Is de duur langer dan zes maanden dan mag u maximaal één maand proeftijd afspreken. Bij een onbepaaldetijdcontract mag u nog wel maximaal twee maanden proeftijd afspreken.
Als werkgever heeft u daarnaast sinds kort een aanzegplicht. U moet bij een bepaaldetijdcontract van langer dan zes maanden uiterlijk één maand voor het einde van het contract schriftelijk melden of u het contract voortzet of niet. Doet u dat niet, dan moet u één maandsalaris extra als boete betalen.
De regel van “vierde contract==onbepaald” blijft bestaan, maar de periode is ingekort. Vroeger ging het om drie contracten in 36 maanden. Gaf u een vierde contract in die 36 maanden, dan telde dat als onbepaalde tijd. Die periode is nu 24 maanden (twee jaar) geworden. Dus stel u geeft een halfjaarcontract en een jaarcontract, dan is het daarop volgende contract per definitie een onbepaaldetijdcontract.
Voor ICT van belang is dat het relatiebeding of concurrentiebeding aan banden gelegd is wanneer het contract voor bepaalde tijd is. Een dergelijk beding wordt als zeer streng gezien bij een bepaaldetijdcontract, omdat die meestal maar voor een jaar zijn. Om dán al te eisen dat men daarna niet bij de concurrent mag werken of contact onderhouden met relaties, is wel heel streng.
Vandaar dat er een zwaarwegende en op de persoon geschreven motivatie voor het beding in het contract staan. Een standaardtekst is dus niet voldoende!
Met de generatoren op JuriDox arbeidsovereenkomst bepaalde tijd en arbeidsovereenkomst onbepaalde tijd maakt u zelf nieuwe contracten die voldoen aan de huidige regelgeving.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.