Voor de Digital Single Market-strategie heeft de Europese Commissie de laatste jaren bergen geprobeerd te verzetten om het wetgevingslandschap te moderniseren. De onderhandelingen over de Auteursrechtrichtlijn zijn inmiddels afgerond, de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen is aangenomen, en - last but not least - is natuurlijk de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in werking getreden. Een vraag die wij steeds vaker krijgen is of dit jaar dan eindelijk het jaar van de ePrivacy Verordening (ePV) gaat worden.
De ePrivacy Verordening zal de ePrivacy Richtlijn vervangen. In Nederland kennen we deze als de Telecommunicatiewet (Tw) – bij velen bekend als de Cookiewet. De Tw regelt echter meer dan alleen cookies. De wet kent ook strenge regels voor spam, radio, televisie en netneutraliteit. De ePV beoogt om deze regels te harmoniseren, vereenvoudigen en bovendien te moderniseren. Inmiddels alledaagse diensten - zoals Facebook Messenger, Gmail en WhatsApp - vallen nu bijvoorbeeld buiten het toepassingsbereik van de Tw. Dit zijn zogenaamde over-the-top-aanbieders, die content via het internet aanbieden, waarbij traditionele telecomproviders worden omzeild. Naar verwachting zal de ePV ook voor hen gaan gelden, alsook op het Internet of Things, en Voice over IP (VoIP).
Daarnaast wil de Commissie de eindgebruiker meer controle geven over zijn gegevens. Toestemming zal waarschijnlijk vaker vereist worden, waarbij ‘passieve’ toestemming niet langer genoeg is. Het begrip wordt gekoppeld aan de AVG, en zal dus uitdrukkelijk gegeven moeten worden, waarbij de gebruiker hem altijd weer kan intrekken.
Sinds de inwerkingtreding van de AVG hebben we de eisen voor toestemming natuurlijk al zien veranderen voor het gebruik van cookies en het versturen van nieuwsbrieven. De Commissie heeft voorgesteld om – behoudens enkele uitzonderingen – ook toestemming te vereisen voor device fingerprinting, het gebruik van metadata en het toepassen van WiFi-tracking.
Het voorstel van de Commissie voor een ePrivacy Verordening ligt er inmiddels al ruim twee jaar, sinds 10 januari 2017. Het oorspronkelijke plan was om de ePV tegelijk met de AVG op 25 mei 2018 in werking te laten treden, maar dat is niet gelukt.
Gezien het nieuwe toepassingsbereik, zal de ePV een grote impact hebben op de marketing- en advertisingindustrie. Er wordt dan ook sterk gelobbyd tegen het voorstel, iets dat we bij de AVG ook hebben gezien. Zodoende is het voorstel van alle kanten bekritiseerd, waarbij voorgestelde wijzigingen elkaar in rap tempo hebben opgevolgd. Of de Commissie de beoogde vereenvoudiging nog kan opleveren, valt inmiddels te betwijfelen.
Eind mei vinden de Europese Parlementsverkiezingen plaats. Omdat het Europese Parlement medewetgever is, betekent dit dat de kaarten voor lopende wetgevingsprocessen opnieuw geschud worden. Ligt er vóór de verkiezingen geen definitief voorstel voor de ePV, dan zullen de onderhandelingen erna weer opnieuw geopend worden. Nu de Europese wetgever geen haast lijkt te hebben met de afronding – de eerstvolgende bespreking van de verordening staat gepland op 7 juni 2019 – is een definitieve ePV nog niet in zicht. Geen enkele parlementariër wil natuurlijk het verwijt krijgen afbreuk te hebben gedaan aan het fundamentele recht op privacy door zaken te overhaasten.
Update artikel plaatsgevonden op: woensdag 20 februari.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.