Het komt helaas nogal vaak voor. Producten die niet, of beschadigd worden afgeleverd of geretourneerd. In deze gevallen ontstaat de discussie wie er nu eigenlijk voor de levering verantwoordelijk was. De verkoper of de klant? Een standaardantwoord is hier niet op te geven. Er moet gekeken worden naar de aard van partijen die erbij betrokken zijn en of er eventuele contractuele afspraken tussen beiden zijn gemaakt. In deze blogpost bespreken we diverse varianten.
Na het sluiten van een koopovereenkomst moet de verkoper ervoor zorgen dat de koper de goederen uiteindelijk in ontvangst kan nemen. Het risico rust bij de verkoper tot het moment dat dit risico ‘overgaat’ op de koper. Dit moment is bij zakelijke verkoop aan consumenten (B2C) bij dwingend recht geregeld. Voor overige varianten (B2B, C2C, C2B) geldt een niet-dwingende wettelijke regeling. Daar mag dus, bijvoorbeeld in de overeenkomst of algemene (inkoop)voorwaarden, van afgeweken worden. Oók bij C2C-verkoop (onderlinge verkoop bij particulieren).
De hoofdregel is dat het risico voor de koper is ‘van de aflevering af’ (art. 7:10 BW). Dit betekent doorgaans dat de verkoper het risico draagt tot aan het moment van bezorging, ofwel het moment dat de koper de zaak feitelijk in zijn bezit krijgt.
Het is echter ook mogelijk dat het risico overgaat zonder dat de koper de zaak feitelijk in bezit heeft. Dit komt doordat het hier gaat om het juridische begrip ‘bezit’ (art. 7:9 lid 2 BW), waarvoor niet per definitie nodig is dat de zaak zich ook feitelijk in het bezit van de koper bevindt. Zo gaat het risico bijvoorbeeld ook op de koper over wanneer de verkoper de zaak na het moment van aankoop voor de koper is gaan bewaren (art. 3:110 BW).
Als daarentegen bezorging is overeengekomen pakt dat weer anders uit. Dan zal de fysieke bezorging op de afgesproken plaats het risico doen overgaan. Als er geen specifieke plaats voor bezorging is afgesproken zal de aard van de zaak bepalen waar afgeleverd dient te worden (art. 6:41 BW). Bij een unieke zaak (bijvoorbeeld de originele Mona Lisa) is dat de plaats waar dat schilderij zich bevond toen deze ‘bezorgafspraak zonder bezorgadres’ werd gemaakt. Bij niet-unieke zaken zoals een nieuwe TV kan de verkoper nakomen door de zaak af te leveren op zijn eigen bedrijfsadres. Mocht er geen bedrijfsadres zijn (bijvoorbeeld verkoper=particulier), dan kan de verkoper volstaan met bezorging ergens in zijn eigen woonplaats.
Soms gaat het risico eerder over dan het moment van bezitsverschaffing, namelijk als de koper op een afgesproken moment niet meewerkt aan de aflevering (art. 7:10 lid 2 BW). Wel moet deze niet-nakoming aan de koper kunnen worden toegerekend, oftewel hij moet daartoe in ‘verzuim’ zijn (art. 7:10 lid 2 en 6:58 BW).
Het risico kan bijvoorbeeld overgaan als de koper niet aanwezig is op een expliciet afgesproken levermoment. Voorwaarde voor overgang is dan wel dat de verkoper de betreffende zaken vervolgens markeert als bestemd voor die specifieke koper (art. 7:10 lid 2 BW). Dit kan gedaan worden door een etiket op de verpakking met de naam van de koper erop. Vervolgens moet de koper hiervan op de hoogte worden gebracht. Hierna is de verkoper alleen nog maar verplicht die specifieke zaak te leveren.
Mocht deze zaak vervolgens verloren gaan buiten de schuld van de verkoper of zijn ondergeschikten om, dan wordt dit niet aan hem toegerekend én blijft de koper tegelijkertijd verplicht de koopprijs te betalen (art 6:64 en 6:65 BW). De verkoper en zijn ondergeschikten hebben hierbij wel een zorgplicht, maar de verkoper zit veilig zolang een redelijke zorg is betracht.
Als de gekochte zaak uniek is (weer: de originele Mona Lisa) hoeft de verkoper de zaak niet te markeren. Bij unieke zaken gaat het risico dus direct over zodra de koper toerekenbaar in verzuim is voor het niet meewerken aan de aflevering. Mocht die unieke zaak vervolgens verloren gaan onder de hoede van de verkoper, dan is de verkoper ook hier niet aansprakelijk voor tenzij hij of zijn ondergeschikten niet gedaan hebben wat redelijkerwijs gevergd kon worden om verlies of beschadiging te voorkomen (art. 6:64 BW).
Mocht de verkoper ook dit risico niet willen lopen, dan kan hij ervoor kiezen de zaak in bewaring te stellen. Dan zal de zaak overhandigd moeten worden aan een professionele derde partij die daar kort gezegd zijn beroep van maakt (art. 6:67 BW). Deze ‘bewaarder’ mag de zaak vervolgens alleen aan de koper afgeven nadat de koper de kosten voor de opslag heeft vergoed (art. 6:70 BW).
In de Europese consumentenrichtlijn is bepaald dat wanneer de zaak bij de consumentkoper wordt bezorgd het risico pas overgaat op het moment dat de consument, of een door hem aangewezen derde, de zaak fysiek in ontvangst heeft genomen (opgenomen in art. 7:11 lid 1 BW). De 'aangewezen derde' is bijvoorbeeld de buurman die je in het bestelproces expliciet hebt aangewezen als ontvanger.
De vervoerder die de consument selecteert in het bestelproces mag niet gezien worden als 'aangewezen derde'. Mocht een consument zelf een vervoerder aandragen die niet door de verkoper zelf wordt aangeboden, dan zal het risico overgaan zodra het pakket aan die vervoerder wordt overhandigd (art. 7:11 lid 2 BW).
Het feit dat het risico normaal gesproken pas bij inontvangstneming overgaat, betekent niet dat de consument hiermee altijd veilig zit. De consument is namelijk de partij die moet bewijzen dat eventuele schade ontstaan is tijdens transport. En dat is nogal lastig. In de praktijk zal natuurlijk meestal in goed overleg tot een oplossing worden gekomen.
Soms komt het ook voor dat bij consumentenkoop geen bezorging wordt overeengekomen, bijvoorbeeld omdat een consument heeft aangegeven het product zelf op te halen. In dat geval gaat het risico over conform de hoofdregel uit artikel 7:10 BW (punt 1 en 2 hierboven). Praktisch betekent dit dat de consument per direct het risico draagt voor beschadiging of verlies, ondanks dat de zaak zich nog in het magazijn van de verkoper bevindt. Wel is de verkoper aansprakelijk voor verlies of beschadiging voor zover dit aan hem toe te rekenen is. Denk aan grove nalatigheid of niet nakomen van afspraken over de wijze waarop de verkoper de zaak zou bewaren.
Omdat hier geen sprake is van consumentenkoop (de verkoper is immers geen zakelijke partij), moeten we wederom terugvallen op de hoofdregel uit artikel 7:10 BW. Dit betekent dat het risico overgaat op het moment van ‘aflevering’. Indien bezorging is afgesproken, zal het risico overgaan zodra de zaak op die plaats wordt afgeleverd. Is bezorging, maar geen specifieke plaats afgesproken, dan bepaalt het type zaak op welke plaats de verkoper de zaak moet afleveren (zie punt 1 hierboven).
Wanneer er geen sprake is van consumentenkoop (B2C) dan is er veel meer ruimte om de risico-overgang contractueel te bepalen. Dat kan dus alleen bij C2B, B2B en C2C-transacties. In de algemene leveringsvoorwaarden kan bijvoorbeeld bepaald worden dat het transport voor rekening en risico van de koper geschiedt.
Bij internationaal transport van goederen kan gekozen worden uit nog meer smaken. De International Commercial Terms (Incoterms) spelen bij het contracteren met betrekking tot internationaal goederentransport een belangrijke rol. De Incoterms bevatten een aantal verschillende leveringscondities. Het gekozen type ‘Incoterm’ bepaalt vervolgens de rechten en plichten van partijen onderling. Een voorbeeld is de ‘ExWorks’-conditie, waarbij de koper onder meer het volledige risico van transport draagt.
Iets dat steeds vaker voorkomt, is het terugsturen van pakketjes, bijvoorbeeld omdat het product niet naar wens is (kleding past niet, of wat voor reden dan ook). Grote partijen maken met gestroomlijnde retourprocedures goed gebruik van het wettelijke herroepingsrecht dat bij online-aankopen aan iedere consument toekomt.
Zoals hierboven is benoemd, geschiedt bij consumentenkoop de levering tot aan het moment van feitelijke aflevering geheel voor het risico van de ondernemer. Dit is fijn voor de consument, maar betekent dus wel dat het risico voor retourzending voor rekening van de consument komt. Soms kan het dus zeker verstandig zijn om pakketten aangetekend en verzekerd te retourneren als consument.
Webwinkels en e-commercepartijen hebben te maken met speciale juridische eisen. Zo schrijft de wet voor dat je je moet identificeren, dat je algemene voorwaarden op een specifieke manier moeten worden aangeboden en dat je in een privacyverklaring moet toelichten wat je doet met persoonlijke informatie.
> Aanvragen van webshop scan of maak zélf juridische webwinkel documenten met onze generatoren op JuriDox
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.