Met een relatiebeding mag je klanten niet benaderen, maar wat nu als die klant een vriend op Facebook is? Een recent vonnis laat een mooie balans zien: contacten op social media zijn privé en vallen dus buiten het relatiebeding, tenzij men expliciet iets doet dat neerkomt op zakelijk gedrag.
De gedaagde was als dansleraar in dienst bij de eiser. De arbeidscontracten bevatten een concurrentiebeding en een relatiebeding. De leraar mocht tot een jaar na het einde van het dienstverband geen concurrerend bedrijf starten in dezelfde gemeente, en ook geen opdrachtgevers of leerlingen van de school benaderen. Letterlijk stond er
Gedurende het dienstverband alsmede na beëindiging van het dienstverband zal de werknemer zich voor een periode van 1 (één) jaar er strikt van onthouden om relaties, leden, leerlingen en/of opdrachtgevers van de werkgever – direct of indirect – te benaderenen of met hen– op welke wijze dan ook – zaken te doen en/of contacten te onderhouden.
Inderdaad, op geen enkele wijze benaderen of contacten onderhouden.
Via Facebook, Twitter en de website van de leraar bleek dat hij na einde dienstverband toch een eigen dansschool aan het opzetten was, waarbij leerlingen van de oude werkgever in contact waren.Dat leverde een overtreding op van het relatiebeding, aldus de dansschool. Iemand als vriend op Facebook hebben is immers een wijze van benaderen of contact onderhouden.
De rechter gaat daar niet in mee. Een relatiebeding is bedoeld om valse concurrentie door je eigen werknemers tegen te gaan, niet om mensen te hinderen contact te onderhouden. Normaal wordt dan ook gesproken van "actief" relaties benaderen. Wie dat doet, schendt de belangen van de werkgever. Maar wie benaderd wordt door ex-klanten van de werkgever kan daar moeilijk iets aan doen.
Bovendien, zo motiveert de rechter:
De kantonrechter overweegt daarbij dat conversaties via“social media” zoals Hyves, Twitter, Facebook, WhatsApp etcetera in beginsel beschouwd moeten worden als geschiedende in privésfeer van de betrokkenen - en dus vallende onder het grondrecht van vrije meningsuiting - tenzij daaruit duidelijk en ondubbelzinnig voor eenieder een zakelijk karakterblijkt.
Zo zou het wél een overtreding zijn als men fan zou zijn van zijn bedrijfspagina, of als de man expliciet oud-leerlingen van hem zou aansporen om nu bij zijn nieuwe dansschool te komen. Van dat laatste was niets gebleken.
Wat mij betreft een prima uitspraak. De grens tussen privé en zakelijk vervaagt steeds meer, dat is waar, maar je kunt in concrete gevallen nog steeds prima zien of iemands uitingen op social media privé of zakelijk zijn.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.