Fans van Canadese artiesten Drake en The Weeknd konden onlangs hun geluk niet op toen het lied ‘Heart on My Sleeve’ van de twee artiesten op YouTube werd geüpload. In het begin van hun respectievelijke carrières waren Drake en The Weeknd een roemruchtig duo, maar de laatste jaren zijn beiden hun eigen weg ingeslagen. Des te groter was de vreugde toen er eindelijk weer een ‘collab’ tussen beide muzikale grootmachten op het internet verscheen. Alleen: Drake en The Weeknd hadden dit nummer helemaal niet gemaakt. Het nummer werd namelijk door AI (artificial intelligence) gegenereerd.
Dit genereren werkt in een notendop als volgt: de AI analyseert alle bestaande muziek van een artiest en ‘leert’ zodoende op welke manier een artiest bepaalde woorden zingt (input). Op basis daarvan genereert het een nieuw nummer dat amper te onderscheiden is van een ‘echt’ nummer uit het oeuvre van de artiest (output). Het gaat hier dus nadrukkelijk niet om een remix of sample van bestaande liedjes, maar om een compleet nieuw nummer waar beide artiesten niets mee te maken hebben gehad.
De wetgever kan de ontwikkelingen omtrent AI maar lastig bijbenen.1 Dit zal voor gedupeerde artiesten een weinig bevredigend antwoord zijn, zij zullen vooral geïnteresseerd zijn in hun juridische positie ten aanzien van het door AI gegenereerde en de persoon die de AI aangestuurd heeft. Toch lijkt deze conclusie ietwat frappant. Het zou immers vreemd zijn als eenieder zonder consequenties muziekstukken kan (laten) maken in de stijl van een bepaalde artiest en dat deze artiest hier niks tegen kan doen. In deze bijdrage wordt daarom ingegaan op de vraag: wat kan je als artiest doen tegen AI-stemplagiaat?
Zoals eerder beschreven in mijn blog over muziek & recht wordt het auteursrecht vaak aangewend om op te komen tegen vermeend plagiaat. Het auteursrecht heeft tot doel de maker (economisch) te laten profiteren van diens creatieve schepping. De term ‘creatieve schepping’ wordt breed opgevat. Zo zijn niet alleen letterlijke covers, maar ook remixes en zelfs korte fragmenten (samples) aanvechtbaar.2 Zodra het originele werk herkenbaar terugkomt in het nieuwe werk en geen uitzonderingssituatie aan de orde is, is er sprake van auteursrechtinbreuk. Uiteraard moet het dan gaan om een werk dat auteursrechtelijk beschermd is, maar deze drempel ligt laag. In beginsel zal elk werk van beide artiesten daarom vatbaar zijn voor auteursrechtelijke bescherming.
Onderhavige situatie is in die zin een unicum. De karakteristieke stemgeluiden van Drake en The Weeknd zijn zeer natuurgetrouw gekopieerd en in een nieuwe vorm gegoten. Het werk roept onmiddellijke associatie op met beide artiesten, maar is geen reproductie van een bestaand werk. Het is dus een wezenlijk ander verhaal dan wanneer iemand een cover, remix of nieuw werk met daarin samples van een ander werk uitbrengt. Er is immers geen bestaand werk dat terugkomt in het nieuwe werk. Exact hier zit het pijnpunt: de stemgeluiden van Drake en The Weeknd zijn namelijk geen creatieve scheppingen.3 De stem is louter een product van een biometrisch gegeven. Er ligt geen creatieve, scheppende arbeid aan ten grondslag. Het auteursrecht biedt daarom geen soelaas tegen AI-stemplagiaat.
Blijven Drake en The Weeknd dan mogelijk met compleet lege handen achter? Wellicht niet. Het recht voorziet namelijk in de open ‘zorgvuldigheidsnorm’. Dit houdt in dat maatschappelijk onbehoorlijk gedrag gekwalificeerd kan worden als ‘onrechtmatig’, ook al is dat niet expliciet in de wet vastgelegd. Er hoeft dus niet letterlijk in dit wet staan dat gedraging X wordt gezien als een onrechtmatige daad, maar gedraging X kan wel als onrechtmatige daad opgevat worden als het gaat om handelen dat men over het algemeen als verwijtbaar beschouwt. Klassieke voorbeelden daarvan zijn oneerlijke concurrentie4 of gevaarzetting.5 De lijst gedragingen is niet-limitatief van aard; in principe zijn er oneindig veel situaties te bedenken die in het maatschappelijk verkeer als ‘onrechtmatig’ aangemerkt kunnen worden.6
Om die reden zal altijd een afweging van omstandigheden ten grondslag liggen aan de beoordeling of sprake is van maatschappelijk onbehoorlijk gedrag. Rechters helpen daarbij vaak een handje door een aantal gezichtspunten op te stellen aan de hand waarvan vastgesteld moet worden of sprake is van onrechtmatig gedrag. Het spreekt voor zich dat dergelijke handvatten vooralsnog ontbreken in het kader van AI-stemnabootsing. Het blijft daarom gissen hoe de afweging van de rechter uit zal pakken, mocht een soortgelijke casus in de rechtszaal beslecht worden. Desalniettemin zie ik mogelijkheden.
Het door AI gegenereerde heeft het doel om als een nummer van Drake en The Weeknd te klinken. Wat daarbij komt kijken, is dat de ‘uploader’ de namen van beide artiesten heeft gebruikt in de titel van het nummer op YouTube. Er is dus nadrukkelijk geen afstand genomen van de vermeende betrokkenheid van Drake en The Weeknd aan dit nummer. Het gaat om twee artiesten die op dit moment tot de meest beluisterde artiesten ter wereld behoren. Daarmee lijkt het de intentie van de uploader geweest te zijn om op oneerlijke wijze mee te liften op de populariteit van Drake en The Weeknd, teneinde ‘zijn creatie onder de aandacht te brengen. Deze afweging zou echter tot een andere uitkomst kunnen leiden als de uploader duidelijk in de titel zou vermelden dat het gaat om een door AI gegenereerd nummer.7
De overige vereisten van art. 6:162 BW blijven onverkort van kracht. Er moet dus naast een onrechtmatige gedraging sprake zijn van toerekenbaarheid, een bepaalde schade en een causaal verband tussen de daad en de schade. Dit levert mogelijk problemen op, nu het lastig zal zijn vast te stellen of er schade te berokkenen is voor Drake en The Weeknd. Er zou betoogd kunnen worden dat sprake is van winstderving aan de zijde van de artiesten, doordat de uploader van het door AI gegenereerde nummer inkomen heeft vergaard dat anders in de zakken van Drake en The Weeknd was beland. Anderzijds levert het voorval de nodige publiciteit op en is het een gegeven dat oudere muziek van artiesten meer gestreamd wordt zodra ze een nieuw nummer uitbrengen. Doordat het idee is gewekt dat Drake en The Weeknd een nieuw liedje uit hebben gebracht, zou het kunnen dat hun hele oeuvre in populariteit stijgt.
(Generatieve) AI wint in rasse schreden aan terrein op elk vlak van de samenleving. Zo ook op het gebied van muziek. Het is op het eerste gezicht vooral geinig voor de fans om ‘nieuwe’ muziek van hun idolen te horen, zelfs als deze gepensioneerd of overleden zijn. Voor de artiesten zelf is het echter een zorgelijke ontwikkeling. De wet lijkt wellicht enige ruimte open te laten om het uploaden van dit soort werken aan te vechten, maar de uitkomst daarvan berust vooralsnog op grote mate van onzekerheid. Wellicht houdt deze onzekerheid artiesten op dit moment tegen om in actie te komen. Zelfs al gaan rechterlijke instanties mee in het sentiment van de artiest, dan nog lijkt het praktisch gezien erg lastig om te handhaven op inbreukmakende AI-stemproducties. Er kan voorts afgevraagd worden of platformen als Spotify, YouTube en iTunes een actieve plicht zouden moeten hebben om het uploaden van dit soort stemreproducties tegen te gaan. De bal lijkt hoe dan ook bij de wetgever te liggen om concretere kaders te scheppen waarbinnen dit nieuwe AI-wezen zich dient te begeven.
1 Zie hierover ook de blog van mijn collega Abel Hoogeveen: https://www.ictrecht.nl/blog/wie-bezit-gpt-modellen.
2 Voor een uitgebreidere uitleg verwijs ik naar mijn eerder blog: https://www.ictrecht.nl/blog/muziek-recht-wanneer-wordt-inspiratie-een-gevalletje-plagiaat.
3Sterker nog: er kan mogelijk verdedigbaar betoogd worden dat het gegenereerde werk zelfstandig voldoet aan de EOK&PS-eis.
4 HR 31 januari 1919, ECLI:NL:HR:1919:AG1776 (Lindebaum/Cohen).
5 HR 05 november 1965, ECLI:HR:1965:AB7079 (Kelderluik).
6 Lindebergh, in: T&C BW 2023, art. 6:162, ant. 2d.
7 Dit gebeurt al veel. Door AI worden bijvoorbeeld ‘covers’ gemaakt van huidige hits met de stem van overleden artiesten.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.