Wie langlopende contracten sluit, loopt er op zeker moment tegenaan: de prijs is nu eigenlijk niet meer houdbaar voor wat je levert. De inkoopsprijzen zijn gestegen, de salarissen van je medewerkers verhoogd of je bent net verhuisd naar een duur nieuw pand. Kun je dat allemaal doorberekenen aan je klanten? In principe wel, maar je zult het wel goed moeten regelen.
Ook bij langlopende contracten geldt de hoofdregel uit het contractenrecht "afspraak is afspraak". Oftewel, als u zegt voor 100 euro per maand een server te verhuren dan is dat de prijs voor zo lang als het contract loopt. Ook als dat twintig jaar blijkt te zijn en ook als over vijftien jaar 100 euro best wel laag is.
Natuurlijk kunt u deel van die afspraak laten zijn "ik mag de prijzen aanpassen". Dat mag. Het is namelijk wettelijk niet verplicht om de klant een opzegrecht te geven bij prijsverhogingen. Afspraak is afspraak, en als deel van de afspraak is "ik mag de prijzen aanpassen" dan zit de klant daar aan vast. Ook als die afspraak alleen in artikel 18.3 van de algemene vooorwaarden staat.
Alleen, zou u als klant akkoord gaat met zo'n eenzijdige bepaling? Het is nogal wat: het kost nu 100 euro maar als ik meer geld wil dan wordt het 500. Of duizend. En daar gaat u nu mee akkoord, beste klant.
Een beetje klant eist dan ook een meer redelijke bepaling. Er zijn grofweg drie manieren om dit te doen:
Een speciale variant is de prijsaanpassing op basis van de consumentenprijsindex (CPI). De CPI geeft de prijsontwikkeling weer van goederen en diensten die Nederlandse huishoudens aanschaffen voor consumptie. Hier kom ik morgen in een aparte blog op terug.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.