De laatste tijd krijgen we meer en meer vragen over centenveilingen, waarbij iedereen betaalt om te bieden en verplicht een bod van één cent uitbrengt. In 2009 meldde de minister dat centenveilingen een verboden kansspel zijn, omdat het lastig te voorspellen is wanneer je de veiling wint. Ook is er geen mogelijkheid om behendigheid of kennis in te zetten om je winkans te vergroten. Recent zijn echter enkele varianten op dit concept opgedoken die mogelijk wél legaal zijn.
Een centenveiling is een veilingconcept waarbij elk bod een vast bedrag is – een cent. Om te mogen bieden, moet je betalen, meestal in de orde van 1 à 2 euro. Na elk bod wordt de eindtijd van de veiling verlengd zodat andere deelnemers ook weer kunnen bieden. Voor de bieders is echter niet inzichtelijk hoeveel bieders er zijn en hoeveel die bieders al hebben geboden. Het is moeilijk te voorspellen wanneer andere bieders niet meer zullen bieden. Verder is het niet mogelijk op enige wijze behendigheid of kennis toe te passen bij het concept van goudkoortsveiling.
Wanneer je geen zekerheid kunt krijgen over de uitkomst, is al snel sprake van een kansspel. Kansspelen waarbij mensen geld of producten kunnen winnen zijn in Nederland verboden, behalve als je een vergunning hebt. In 2009 publiceerde professor Wagenaar een analyse (pdf) waarin hij concludeerde dat de centenveiling een kansspel is. Op basis van deze analyse deed de minister bovenstaande uitspraak.
Bij een gewone veiling loop je geen risico, omdat als je niet wint je ook niets kwijt bent. Bij een centenveiling is dat wel zo, omdat je moet betalen per bod. Wagenaar ziet de centenveiling dan ook als een soort verloting en niet als een veiling zoals dat woord normaal wordt gebruikt. De zeer lage prijs is daarbij het lokkertje.
Een nieuwe variant van de centenveiling probeert de klant tegemoet te komen door aan ‘verliezers’ aan te bieden het product te kopen tegen een normale prijs, na aftrek van het voor de veiling betaalde. Dus stel een product kost 100 euro en een deelnemer heeft 20 euro betaald om te bieden, dan mag hij het product nu kopen voor 80 euro. Eventueel kan er nog een deel van die 20 euro worden achtergehouden als administratiekosten, dus de koopprijs wordt dan bijvoorbeeld 85 euro.
Met deze variant is dus het risico ingeperkt: je bent wel geld kwijt maar je kunt (als je wilt) tóch met het product naar huis, en wel tegen een vooraf bekende prijs. Deze is hoger dan de prijs die de veilingwinnaar betaalde, maar dat maakt niet uit.
De veiling kent nog steeds een kanselement maar dat is nu een onderdeel van een groter geheel geworden. Je weet op voorhand welke prijs je maximaal gaat betalen, en je hebt alleen nog kans op een voordeel(tje) op die prijs als je het veilingproces doorloopt. Dat lijkt me net zo min een kansspel als de winkel die een rad van fortuin met kortingspercentages opstelt en zegt “draai uw eigen korting”.
Het blijft echter gokken wat het Openbaar Ministerie hiervan gaat vinden. In maart werd aangekondigd dat staatssecretaris Teeven de wet wil aanpassen om meer aanbieders toe te laten op de markten voor kansspelen. Wellicht dat als uitvloeisel daarvan ook dit soort veilingconstructies expliciet legaal verklaard kunnen worden.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.