Vorige week schreven wij al dat er een uitleg is verschenen bij de nieuwe consumentenwetgeving. Deze ‘guidance’ is overigens geen juridisch bindend document, maar geeft aan hoe de wetgeving in ieder geval goed geïmplementeerd kan worden en welke aanpassingen voor bijvoorbeeld webshops in ieder geval goed zijn. Dat is handig, omdat er zo een handvat is, maar er is wel vaak een erg consumentvriendelijke richting gekozen, waarbij het soms wel erg lastig wordt voor een ondernemer.
Neem bijvoorbeeld het volgende punt. Een klant heeft 14 dagen de tijd om, nadat hij of een aangewezen derde de bestelling in ontvangst heeft genomen, de overeenkomst te herroepen. Hij kan het product terugsturen binnen die termijn (incl. verklaring) of hij laat binnen die 14 dagen aan de verkoper weten dat hij het product niet meer wil door bijvoorbeeld gebruik te maken van het modelformulier.
Wij schreven al dat de verkoper zo snel mogelijk, na één van de bovenstaande handelingen, maar uiterlijk binnen 14 dagen de betaalde bedragen terug moet betalen. Na de 14 dagen termijn (als je een retour meldt) heb je als consument overigens nog eens 14 dagen om de producten terug te sturen. Klik hier voor een uitgebreidere uitleg hierover.
Theoretisch kan het dan zo zijn dat de verkoper al terug moet betalen, terwijl de producten nog onderweg zijn. De wetgever heeft daar gelukkig een escape op bedacht. Je mag als verkoper wachten met terug betalen, totdat de producten terug zijn of totdat de consument heeft aangetoond de producten terug te hebben gezonden.
Dat laatste punt is echter voor discussie vatbaar, want hoe toon je dat aan en wat is genoeg bewijs? Wij stelden in een eerdere blog dat een Track and Trace nummertje niet voldoende kan zijn, omdat je daarmee nog niet aantoont dat je het (in nieuwstaat) verkerende product ook naar de verkoper hebt gezonden, het kan van alles zijn. Bovendien ben je als consument verantwoordelijk voor de retourzending.
De ‘guidance’ zegt echter iets anders:
In principle, this ‘evidence’ should be understood as a written statement from an established transport or postal service provider specifying the sender and the recipient.
In principle, this evidence should not necessarily have to involve third party guarantees that the goods in question have been inspected and verified. Such extra services are likely to be expensive and so could discourage the consumer from exercising the right of withdrawal, which is specifically precluded by the Directive
Indien een Tracking nummer dus aangeeft wie de afzender is en waar het naar toe gaat, zou dat al voldoende moeten zijn, waarbij de inhoud van het pakket niet bekend hoeft te zijn, omdat dat soort bewijsmiddelen (weergeven inhoud) te duur zijn. Er is dus een kans dat er een baksteen onderweg is en dat je toch terug moet betalen als verkoper.
Tot slot nog de waardevermindering, je mag als verkoper immers waardevermindering in rekening brengen als er schade aan het product is, die door toedoen van de klant is ontstaan. (als een consument te ver gegaan bij “proberen”) Dat kun je natuurlijk pas vaststellen als het product ook weer in handen van de verkoper is. De ‘guidance’ geeft echter aan dat je toch terug moet betalen na overleg van een verzendbewijs. Maar hoe krijg je dan als verkoper de schade vergoed? Verrekenen is toch echt een stuk makkelijker. Hoewel juridisch absoluut een slecht advies, als ik een webwinkel zou hebben, zou ik altijd wachten tot de spullen weer terug zijn.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.