Waar ligt de grens tussen het privé en zakelijk gebruik van Twitter? Een arrest van het Hof in Den Haag van begin dit jaar laat een mooie scheidingslijn zien.
Het Haagse Gerechtshof heeft op 21 februari 2012 een (nog niet gepubliceerd) arrest gewezen. De inhoud ervan geraakte bekend dankzij de blog van mr. M. Aantjes. In haar blogbericht beschreef zij niet alleen de strekking van het arrest, maar ook het onderliggend geschil tussen het recruitingsbedrijf en diens ex werknemer.
Het komt erop neer dat de werknemer bij het recruitingsbedrijf een relatiebeding had ondertekend. Dat beding verbood de recruiter om bij een eventuele overstap relaties van de werkgever - hier omschreven als : `zakelijke contacten` - mee te nemen. Het belette de recruiter niet om over te stappen naar een concurrerend bedrijf.
Na de overstap zag de ex-werkgever hoe de recruiter op Twitter liet weten op zoek te zijn naar zzp’ers op het terrein van ‘finance’. Tussen de volgers van de recruiter bevonden zich contacten - in dit geval `kandidaten` - van de ex-werkgever. Voor de ex-werkgever het signaal dat de recruiter zich niets aantrok van het relatiebeding en dus contractbreuk pleegde. Aangezien de recruiter het daar niet mee eens was, werd hierover geprocedeerd tot in graad van beroep.
Hoewel het Hof van oordeel was dat uit de tweets een zakelijk karakter bleek, trok de ex-werkgever toch aan het kortste eind. Het Hof oordeelde dat in dit specifieke geval geen overtreding van het relatiebeding via Twitter plaatsvond. De motivering was als volgt :
Het volgen op Twitter is een eenzijdige actie vanuit de volger en niet specifiek geïnitieerd vanuit de eigenaar van het gevolgde twitteraccount. Een uitnodiging daarvoor en een acceptatie daarvan zijn (anders dan bijvoorbeeld bij de persoonlijke accounts op Facebook of LinkedIn) niet nodig. Het gaat bij een Twitterbericht/tweet zoals hier aan de orde in feite om een moderne vorm van adverteren.
Wat bijzonder is, is dat het Hof in haar arrest echt inging op het specifieke karakter van Twitter. Algemene tweets zijn volgens het Haagse Gerechtshof geen specifieke uitnodiging aan kandidaten om het oude recruitingsbedrijf te verlaten voor de concurrent, maar is slechts een vorm van adverteren.
Waren de tweets specifiek gericht aan een kandidaat (`mention`) had het Hof waarschijnlijk wel beslist in het nadeel van de recruiter.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.