The Future is Legal: toekomst van het herroepingsrecht

Het herroepingsrecht, voor de consument een uitkomst en de ondernemer een strop. We kennen het recht inmiddels al enkele decennia. In dit blog doen we een blik vooruit hoe het herroepingsrecht de komende jaren zal veranderen, en of het überhaupt over 15 jaar nog bestaansrecht heeft.

Oorsprong en ratio van het herroepingsrecht

Al bijna dertig jaar heeft de consument in de EU de mogelijkheid om aankopen die buiten de verkoopruimte zijn gedaan (bv. colportage) achteraf ongedaan te maken met een beroep op het herroepingsrecht. De reden hiervoor is dat een consument buiten de verkoopruimte veelal met een aanbod overrompeld wordt en daardoor mogelijk te snel overgaat tot het sluiten van een overeenkomst. Daarom moesten consumenten de mogelijkheid krijgen om “zich te beraden over de verplichtingen die voor hem uit de overeenkomst voortvloeien”.

Ongeveer twintig jaar geleden is dit recht uitgebreid tot aankopen die op afstand worden gedaan, bijvoorbeeld via internet of telefoon. Dit omdat consumenten hierbij niet in staat zijn om “het product te zien of van de aard van de dienstverrichting kennis te nemen”.

In 2014 zijn deze regels in het voordeel van de consument uitgebreid. Voorgaande argumenten werden herhaald en bij aankoop van producten aangevuld met dat de consument deze moet kunnen “testen en inspecteren, voor zover dit noodzakelijk is om de aard, de kenmerken en de werking van de goederen na te gaan”.

Kort gezegd komt het er dus op neer dat het herroepingsrecht er is voor de gevallen dat de consument ofwel te snel overgaat tot akkoord ofwel geen redelijke mogelijkheid heeft gehad het product of aard van de dienst te beoordelen.

Een sprong vooruit

Uit het verleden valt af te leiden dat het herroepingsrecht telkens iets meer in het voordeel van de consument is uitgebreid. Maar wat kunnen we de komende decennia zoal verwachten? Een sprong vooruit:

  • Herroepingsrecht voor gratis diensten

Momenteel geldt het herroepingsrecht alleen voor diensten waar de consument een bedrag voor betaalt. Gevolg hiervan is dat veel gratis diensten, denk aan Facebook en Gmail, buiten de scope van de consumentenregelgeving vallen. Geen herroepingsrecht, maar ook geen bijzondere informatieplichten voor de aanbieder over bijvoorbeeld de aard van de dienst en wat je er zoal van mag verwachten.

Omdat consumenten bij dit soort diensten in feite met hun persoonsgegevens betalen, wordt met dit Europese wijzigingsvoorstel beoogt hier verandering in te brengen.

Bij doorvoering van het voorstel verkrijgen consumenten ook een herroepingsrecht voor gratis diensten en zullen aanbieders hen daar volledig over moeten gaan informeren. Belangrijker nog, als de consument gebruikmaakt van dit recht, zal de aanbieder vanaf dat moment geen waarde meer mogen halen uit de persoonsgegevens. De overeenkomst is dan immers ongedaan gemaakt, zodat ook de grondslagen van de gegevensverwerking komen te vervallen. Oók de grondslag toestemming, want separate intrekking daarvan is bij herroeping niet meer nodig, aldus deze interpretatie.

De gevolgen van herroeping van een gratis dienst zullen verder beperkt zijn. Aanbieders zullen niet gehouden zijn een vergoeding te betalen voor het eerdere gebruik van de persoonsgegevens, en evenmin is de consument verplicht te betalen voor het kortstondige gebruik van de gratis dienst. Het zal dan ook voornamelijk een informatieve last voor de aanbieder zijn.

Ondanks dat deze regels nog niet definitief zijn vastgesteld, is de verwachting dat de introductie van het herroepingsrecht voor gratis diensten niet meer wordt aangepast. Het moment waarop deze nieuwe regels van kracht worden is nog niet bekend, behalve dat het niet eerder dan begin 2022 zal zijn.

  • Geen herroepingsrecht voor aanschaf van (digitale) betaalmiddelen

Momenteel heerst er veel onduidelijkheid over de status van elektronische bonnen, e-coupons, tokens en virtuele munten. Vaak geven ondernemers aan dat het herroepingsrecht hiervoor is uitgesloten, omdat het om levering van digitale inhoud of digitale dienst zou gaan.

In deze inmiddels aangenomen richtlijn wordt duidelijk gemaakt dat dit soort digitale producten slechts een betaalmiddel zijn en niet als ‘digitale inhoud’ of ‘digitale dienst’ mogen worden gezien. Gevolg daarvan is dat het herroepingsrecht gewoon van toepassing is als je dit soort digitale betaalmiddelen koopt. Afhankelijk van de aard van het digitale betaalmiddel kan het mogelijk wel op een andere grond uitgesloten zijn van het herroepingsrecht. Denk bijvoorbeeld aan de aankoop van bitcoins waarop geen herroepingsrecht van toepassing is, omdat de prijs ervan gebonden is aan schommelingen op de financiële markten waarop de verkoper geen invloed heeft.

De verwachting is dus dat steeds meer aanbieders van elektronische bonnen, e-coupons, tokens en virtuele munten overstag zullen (moeten) gaan om het herroepingsrecht procedureel in te regelen. Daarbij is het belangrijk te realiseren dat als je onterecht niet(volledig) informeert over het herroepingsrecht, de bedenktermijn verlengd wordt met 12 maanden.

  • Geen herroepingsrecht als product beschadigd of gebruikt is

In de eerste versie van dit Europese wijzigingsvoorstel werd oorspronkelijk een nieuwe uitzondering op het herroepingsrecht geïntroduceerd: het herroepingsrecht zou moeten vervallen als een consument een product “meer heeft gebruikt dan nodig was om het uit te proberen”. Hier zien we voor het eerst dat er kritischer gekeken wordt naar de uitwerking van het herroepingsrecht in de praktijk.

Ondanks dat dit voorstel vooralsnog geschrapt is door het Europees Parlement zie ik dit alsnog doorgang vinden, nu of bij de eerstvolgende wijziging. Die kans daarop zal groter zijn als deze nieuwe uitzondering wordt voorzien van bepaalde waarborgen en/of toetsingscriteria, waarmee eindeloze discussie tussen ondernemer en consument voorkomen kan worden.

  • Leasen van producten

In de markt zien we een duidelijke verschuiving van koop naar huur, in hippe termen: private lease. Dit heeft qua herroepingsrecht aardig wat gevolgen voor de consument. Zo heeft de consument bij de koop van een product de mogelijkheid om het te beoordelen, gezien de bedenkermijn pas gaat lopen na de dag van aflevering. Bij huur gaat de bedenktermijn echter direct lopen op de dag nadat de overeenkomst is gesloten. Gevolg is dat de consument het gehuurde product korter, of, als het pas wordt geleverd na verloop van de bedenktermijn, helemaal niet kan beoordelen.

Misschien is het niet kunnen beoordelen van een product niet zo problematisch als je een container huurt voor een dag, maar gezien je tegenwoordig al bedden, elektronica, witgoed en in de toekomst wellicht volledige keukens kan huren, zou een aanpassing op zijn plaats zijn. Een aanpassing zou dan kunnen zijn dat de bedenktermijn bij huur van producten pas aanvangt op de dag nadat de consument het gehuurde heeft ontvangen. Mocht de consument vervolgens van dit recht gebruikmaken, dan moet hij natuurlijk wel een naar-rato vergoeding betalen - maar dat is nu ook al het geval.

Vooralsnog staat een dergelijke wijziging niet op de Europese agenda, maar over een periode van 15 jaar kan een hoop gebeuren.

  • Geen herroepingsrecht voor aankopen in een “virtuele verkoopruimte”

Hierboven is aangegeven waarom een consument nu eigenlijk een herroepingsrecht heeft. Met de huidige stand van zaken, de wijze waarop een consument online contracteert en van informatie wordt voorzien, is verdere handhaving van het herroepingsrecht in onaangepaste vorm zeker terecht. De online-ervaring verschilt nu eenmaal nog te veel van de offline-ervaring. Wel zien we dat online ondernemers steeds beter worden in het verschaffen van informatie voorafgaand aan de aankoop. Bijvoorbeeld middels uitgebreide (product)beschrijvingen, verkoopadvies op afstand, videodemonstraties, apps die virtueel passen van kleding mogelijk maken, of andere slimme oplossingen die bijvoorbeeld je kledingmaten (steeds beter) kunnen inschatten.

Mijn voorspelling is dan ook dat op termijn een uitzondering op het herroepingsrecht zal worden geïntroduceerd voor online aankopen die gedaan zijn in een ‘virtuele winkel’. In hoofdlijnen moet die virtuele winkel dan wel een vrijwel gelijke ervaring bieden als een fysieke winkel. Voor veel producten zie ik die gelijkschakeling op termijn wel gebeuren. Bijvoorbeeld het kopen van een TV terwijl je thuis op de bank zit met een VR-bril op, voorzien van live-verkoopadvies en demo’s op afstand. Voor producten waar andere zintuigen een belangrijke rol spelen bij de beoordeling (bv. parfum) ligt gelijkschakeling wel minder voor de hand.

Voor aankopen gedaan buiten een verkoopruimte (colportage of op een beurs), of middels telemarketing, verwacht ik een dergelijke wijziging sowieso niet zo snel. Dit komt doordat het herroepingsrecht daarvoor voornamelijk is gecreëerd om consumenten te beschermen tegen het overhaast sluiten van overeenkomsten. Nabootsing van de winkelervaring zal daar geen verandering in brengen. En voor telemarketing is dat gewoonweg ook niet mogelijk.

Terug naar overzicht