Stiekem opgenomen telefoongesprek is rechtmatig bewijs

Telefoongesprekken met je werkgever stiekem opnemen en dit als bewijs aanvoeren in je eigen ontslagzaak. Schendt dit het privacyrecht van je werkgever dusdanig dat dit bewijs onrechtmatig is? Of gaat waarheidsvinding vóór het privacyrecht? De Hoornse kantonrechter boog zich onlangs over deze kwestie.

Casus
In casu verzoekt de werkneemster van een callcenter de kantonrechter om ontbinding van haar arbeidsovereenkomst. Daarbij eist zij een ontslagvergoeding. Werkneemster is al geruime tijd ziek. Dit is volgens haar mede te wijten aan de druk die haar werkgever en verzuimbegeleidster op haar uitoefenen. Zo dreigt de werkgever met het looninhouding wanneer de werknemer ziek blijft. De arbeidsrelatie is volgens de werknemer onherstelbaar en bovendien schadelijk voor haar gezondheid. Om te bewijzen dat dit te wijten is aan de integratieaanpak van de werkgever, neemt de werkneemster telefoongesprekken met haar verzuimbegeleidster op.

Onrechtmatig verkregen bewijs?
Volgens de werkgever is het recht op privacy hier in het geding. De telefoongesprekken zijn stiekem opgenomen en dat brengt onrechtmatigheid van het verkregen bewijs met zich mee. Bovendien zou de werkneemster enkel om ontbinding hebben verzocht om hier een slaatje uit te slaan. Een ontslagvergoeding zou daarom niet op zijn plaats zijn.

C=3
Volgens de kantonrechter is er van privacyschending geen sprake. Het betreft hier immers een zakelijk gesprek waarbij geen persoonsgegevens zijn vastgelegd. Bovendien is het doel van de opname legitiem; het boven water krijgen van de waarheid. Waarheidsvinding prevaleert in dit geval bóven het privacybelang van de werkgever. Uit de telefoongesprekken blijkt dat de werkgever wel degelijk druk heeft uitgeoefend op de werknemer. De werkgever heeft in strijd met het goed werkgeverschap gehandeld en de arbeidsrelatie is daarom onherstelbaar beschadigd. De rechter kent een ontslagvergoeding met correctiefactor 3 toe. Dit geeft aan dat het ontslag de werkgever ernstig te verwijten valt.

En zo blijkt dat een beroep op het recht op privacy niet in alle gevallen doorslaggevend is. Feit is dat de werkgever zich als goed werkgever dient te gedragen.

Uitspraak Kantonrechter Hoorn, 27/02/2013, JAR 2013/96.

Terug naar overzicht