Puzzelen met de cookiewet: wat is het nou geworden?

Wat mag er nu wel en niet onder de nieuwe cookiewet? Die vraag kreeg ik vele malen de afgelopen week. Het was ook een onoverzichtelijk zootje, de procedure rond de aanpassing van de Telecommunicatiewet. En er is nog geen geconsolideerde tekst beschikbaar met de definitieve versie van dit wetsartikel. Je moet echt het dossier door en dat naast de apart gepubliceerde stemmingsuitslagen leggen om te zien wat nu concreet het wetsvoorstel wordt.

Het cookieartikel in de Telecommunicatiewet heeft als nummer 11.7a gekregen, en komt daarmee direct na het spamverbod. Volgens mijn reconstructie gaat het er dan als volgt uitzien (met onderstreept en doorgehaald de wijzigingen):

Artikel 11.7a

1. Onverminderd de Wet bescherming persoonsgegevens dient een ieder die door middel van elektronische communicatienetwerken toegang wenst te verkrijgen tot gegevens die zijn opgeslagen in de randapparatuur van een gebruiker dan wel gegevens wenst op te slaan in de randapparatuur van de gebruiker:

a. de gebruiker duidelijke en volledige informatie te verstrekken overeenkomstig de Wet bescherming persoonsgegevens, en in ieder geval omtrent de doeleinden waarvoor men toegang wenst te verkrijgen tot de desbetreffende gegevens dan wel waarvoor men gegevens wenst op te slaan, en

b. van de gebruiker ondubbelzinnige toestemming te hebben verkregen voor de desbetreffende handeling.

Een handeling als bedoeld in de aanhef, die tot doel heeft gegevens over het gebruik van verschillende diensten van de informatiemaatschappij door de gebruiker of de abonnee te verzamelen, combineren of analyseren voor commerciële, charitatieve of ideële doeleinden, wordt vermoed een verwerking van persoonsgegevens te zijn, als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet bescherming persoonsgegevens.

2. De in het eerste lid, onder a en b, genoemde vereisten zijn ook van toepassing in het geval op een andere wijze dan door middel van een elektronisch communicatienetwerk wordt bewerkstelligd dat via een elektronisch communicatienetwerk gegevens worden opgeslagen of toegang wordt verleend tot op het randapparaat opgeslagen gegevens.

3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid is niet van toepassing, voor zover het de technische opslag of toegang tot gegevens betreft met als uitsluitend doel:

a. de communicatie over een elektronisch communicatienetwerk uit te voeren, of

b. de door de abonnee of gebruiker gevraagde dienst van de informatiemaatschappij te leveren en de opslag of toegang tot gegevens daarvoor strikt noodzakelijk is.

4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in overeenstemming met Onze Minister van Veiligheid en Justitie nadere regels worden gegeven met betrekking tot de in het eerste lid, onder a en b, genoemde vereisten. Het College bescherming persoonsgegevens wordt om advies gevraagd over een ontwerp van bedoelde algemene maatregel van bestuur.

Het stuk over ondubbelzinnige toestemming was de kern van de zaak. Punt was hier dat de Europese richtlijn spreekt van ‘toestemming’ maar de ministerraad in eerste instantie koos voor “ondubbelzinnige” toestemming. Dat leverde felle protesten op, waarna het wetsvoorstel formeel werd ingediend met alleen “toestemming”.

Uiteindelijk is de wet toch aangenomen met een expliciet toestemmingsvereiste, maar dan indirect vastgelegd. De crux zit hem in het feit dat artikel 11.1(g) Telecommunicatiewet bepaalt dat onder «toestemming» in de Telecommunicatiewet moet worden verstaan «toestemming» als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens. Oftewel:

elke vrije, specifieke en op informatie berustende wilsuiting waarmee de betrokkene aanvaardt dat hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt;

Dat biedt iets meer ruimte dan de originele tekst die expliciet ondubbelzinnig toestemming wilde hebben. Echter, er zal wel degelijk nog iets gevraagd moeten worden. De cookieinstellingen van huidige browsers voldoen niet, zo verklaarde de minister eerder. Met name omdat ze standaard alle cookies accepteren, maar ook omdat je vaak alleen grofmazig wel/geen cookies kunt accepteren of alleen heel moeilijk de cookies van zeg DoubleClick of Facebook kunt weren. (En Flashcookies vaak al helemaal niet.)

cookie-icoon.pngEen sprankje hoop voor de marketingbranche:

De toestemming hoeft slechts eenmalig verkregen te worden en dus niet bij elke handeling opnieuw. De aanbieder kan die toestemming zelfstandig verkrijgen van de gebruiker, maar ook collectief. Dat laatste vergt voor de gebruiker slechts een enkele handeling, waarna ongestoord gebruik kan worden gemaakt van het internet en andere diensten. Het is aan de sector zelf om dit slim te organiseren. Essentieel is dat de toestemming ondubbelzinnig is, zoals bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens.

Er mag dus niet worden gewerkt met een puur passief systeem waarbij de gebruiker zelf maar moet ontdekken of er wellicht cookies op zijn PC staan en wat daarmee gebeurt. Maar een actief systeem van informeren zodra het gebeurt in combinatie met een knop “hou daarmee op” zou er denk ik wel onder kunnen vallen.

De zinsnede “onverminderd de Wet bescherming persoonsgegevens” komt uit amendement 39 (aangenomen 21 juni) en

voorkomt dat de indruk ontstaat dat met het verkrijgen van toestemming voor het plaatsen of lezen van een cookie op grond van artikel 11.7a Tw ook een grond voor verwerking van de met deze cookie verzamelde persoonsgegevens in de zin van de Wbp ontstaat. Dat is uitdrukkelijk niet het geval.

Er moet dus naast het plaatsen van cookies apart (uitdrukkelijke) toestemming worden gevraagd voor het aanmaken van profielen en dergelijke waarmee persoonsgegevens van gebruikers kunnen worden vergaard. Het onderstreepte blok tekst (uit datzelfde amendement) legt daarbij de bewijslast ook nog eens bij de site, die moet bewijzen dat het cookie níet wordt ingezet om persoonsgegevens te verwerken. Kan hij dat bewijs niet rondkrijgen, dan wordt zijn cookie geacht wél een privacyschending op te leveren.

Uitgezonderd van dit alles zijn de cookies die vallen onder lid 3, oftewel de cookies met als doel communicatie mogelijk te maken of die noodzakelijk zijn om een dienst te leveren. Daaronder vallen volgens de minister onder meer cookies die instellingen onthouden:

Deze functie zorgt er bijvoorbeeld voor dat de door de gebruiker zelf gekozen persoonlijke instellingen en voorkeuren van een site (zoals de taal) worden «onthouden» bij het browsen binnen het bezochte internetdomein en bij herhaald bezoek aan dit domein. … zonder deze technische opslag of toegang tot gegevens, is communicatie met gebruik van voorkeuren en instellingen niet mogelijk dan wel uitermate moeilijk.

Hetzelfde geldt voor cookies die de bekende virtuele winkelwagentjes en bijbehorende transacties mogelijk maken of die onthouden dat je echt niet mee wilt doen aan die enquête over die website. Zolang deze cookies nergens anders voor worden gebruikt, vallen ze onder lid 3 en is er dus geen aparte toestemming voor nodig.

Overigens geldt de eis van toestemming niet alleen voor cookies. De minister noemde:

(flash)cookies, Java-scripts (sic), webtaps, spionagesoftware of soortgelijke programmatuur (waaronder zogeheten dialerpprogramma’s en inbelprogramma’s)

Met name de Javascripts fascineren me. Ik zie even niet hoe je met een Javascript meer kunt doen dan een dienst mogelijk maken. Worden er daadwerkelijk JS-applicaties gebruikt om gebruikers te tracken, of om überhaupt iets meer te doen dan alleen functionaliteit van de site mogelijk te maken?

Arnoud

Terug naar overzicht