Het lijkt inmiddels de normaalste zaak van de wereld. Je parkeert je auto in Amsterdam en voert via de parkeerautomaat of je mobiele telefoon het kenteken van je auto in. Nu kan de parkeersessie beginnen! Maar hoe zit dat met de privacy? Is er hier sprake van een inmenging in het privéleven? Dit vraagstuk werd kortgeleden door de Hoge Raad behandeld.
Sinds 1 juli 2013 hanteert de gemeente Amsterdam een systeem van kentekenparkeren: parkeerders kunnen via de parkeerautomaat of hun eigen mobiele telefoon het kenteken van hun auto invoeren om aan de verplichte parkeerkosten te voldoen. Of een parkeerder betaald heeft, wordt vervolgens middels scanauto’s van een particulier bedrijf gecontroleerd. Deze auto’s scannen de kentekens van de geparkeerde auto’s en slaan de gegevens versleuteld op. In deze versleutelde vorm worden de gegevens vervolgens aan het Servicehuis Parkeer- en Verblijfsrechten doorgegeven, die bepaalt of de parkeerder betaald heeft middels de parkeerautomaat, dan wel middels een vergunning.
Is daaraan voldaan, dan worden de kentekengegevens na 48 uur verwijderd. Is dit echter niet het geval, dan wordt de versleuteling ongedaan gemaakt en het kenteken doorgegeven aan de heffingsambtenaar. Op basis van dit kenteken kan deze heffingsambtenaar verder benodigde gegevens bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer opvragen, waarna er een naheffingsaanslag aan de bezitter van de desbetreffende auto opgelegd wordt. Na afhandeling van eventueel bezwaar en beroep worden de gegevens verwijderd.
De vraag is: is dit systeem, waarbij de parkeerder verplicht wordt zijn of haar kenteken te laten registreren, in strijd met het recht op privéleven, zoals neergelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)? Een kenteken valt namelijk te herleiden tot een persoon en geldt daarom als persoonsgegeven. Bas Filippini, de voorzitter van Privacy First, meende van wel en besloot naar de rechter te stappen. Filippini vindt dat er bij het systeem van kentekenparkeren niet alleen sprake is van een inbreuk op het recht op privacy, omdat het systeem verplicht tot kentekenregistratie, maar ook omdat het systeem geen anonieme betaalmogelijkheden biedt.
Het Gerechtshof wees dit eerder al af en oordeelde dat er geen sprake is van een inbreuk op de privacy, omdat de gegevens die de scanauto’s verwerken, waar te nemen zijn in de publieke ruimte. Daarnaast kunnen parkeerders redelijkerwijs verwachten dat hun kenteken geregistreerd wordt om te controleren of de parkeerkosten betaald zijn. Filippini liet het hier echter niet bij zitten en stapte naar de Hoge Raad.
Anders dan het Gerechtshof, oordeelde de Hoge Raad dat er bij het kentekenparkeren in Amsterdam wel degelijk sprake is van een inbreuk op de privacy, omdat er middels dit systeem systematisch persoonsgegevens verzameld, vastgelegd, bewerkt en bewaard worden van de persoon, die gekoppeld is aan het kenteken dat geregistreerd wordt. De Hoge Raad is echter tevens van oordeel dat deze inbreuk in dit geval gerechtvaardigd is, omdat er sprake is van een wettelijke basis. De eis van het opgeven van het kenteken is namelijk neergelegd in de Parkeerverordening 2013 van de gemeente Amsterdam en in de Gemeentewet.
Volgens de Hoge Raad is er dus sprake van een gerechtvaardigde inbreuk op de privacy, omdat er sprake is van een wettelijke basis. Ook met deze uitspraak gaat Filippini niet akkoord. Filippini is namelijk van mening dat deze wettelijke basis geen privacywaarborgen bevat en dat de inbreuk daarom desalniettemin in strijd is met het Europese Privacyrecht. Privacy First verwacht de uitspraak van de Hoge Raad daarom met succes te zullen aanvechten bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Nu zal dus moeten blijken of het Europees Hof voor de Rechten van de Mens het wel eens zal zijn met Filippini.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.