Privacy jurisprudentieblog | januari 2025

In deze blog belichten we twee interessante privacyrechtelijke uitspraken uit de maand december die je niet mag missen.

1. AVG-verzoeken in een fiscale procedure: Welke rechter is bevoegd?

In deze zaak werd er geoordeeld over de bevoegdheid van de bestuursrechter over AVG-gerelateerde verzoeken die nauw samenhangen met een fiscale procedure.

Achtergrond van de zaak

Een persoon (de verzoeker) heeft bij de Belastingdienst een inzageverzoek ingediend. Dit verzoek hield verband met een lopende procedure over een belastingaanslag. De verzoeker voerde aan dat de Belastingdienst in strijd handelde met de AVG door een gebrek aan transparantie. Daarnaast stelde hij dat er mogelijk onrechtmatig verkregen gegevens waren gebruikt in een onderzoek naar belastingontwijking.

De Belastingdienst reageerde niet tijdig op dit verzoek, waarna de verzoeker als reactie hierop beroep instelde bij de rechtbank. De rechtbank verklaarde zich echter onbevoegd om over het beroep te oordelen, met de motivering dat de belastingrechter de aangewezen instantie was om over dergelijke verzoeken te beslissen.

Naar aanleiding van deze beslissing is de verzoeker in hoger beroep gegaan.

Oordeel van de Raad van State

In hoger beroep bij de Raad van State werd de volgende vraag voorgelegd: Is de bestuursrechter of de belastingrechter bevoegd om te oordelen over een AVG-verzoek dat samenhangt met een fiscale procedure? De Afdeling Bestuursrechtspraak overwoog dat de AVG een breed toepassingsgebied heeft en dat verzoeken op grond van deze verordening in principe door de bestuursrechter behandeld dienen te worden. Wanneer een dergelijk verzoek echter dusdanig nauw verweven is met een fiscale procedure, ligt het voor de hand dat de belastingrechter hierover oordeelt.

In deze specifieke zaak concludeerde de Raad van State dat de belastingrechter de meest geschikte instantie is om over het AVG-verzoek te oordelen. Hierbij werd benadrukt dat dit de efficiëntie en consistentie van de rechtspraak ten goede komt. De belastingrechter was in dit geval dus bevoegd om te oordelen over het AVG-verzoek.

Betekenis van de uitspraak

Deze uitspraak verduidelijkt de bevoegdheidsverdeling tussen de bestuursrechter en de belastingrechter in zaken die betrekking hebben op de AVG binnen een fiscale context. Hoewel de AVG in beginsel onder het bestuursrecht valt, wordt in deze uitspraak benadrukt dat de belastingrechter bevoegd is om te oordelen over AVG-verzoeken die direct verband houden met fiscale procedures.

Juridische professionals en betrokkenen moeten dus rekening houden met de bevoegdheid van de belastingrechter wanneer zij een AVG-verzoek indienen die verband houdt met een fiscale procedure. Het is raadzaam om dergelijke verzoeken te richten aan de belastingrechter om onnodige vertragingen en bevoegdheidskwesties te voorkomen.

2. Grenzen van inzagerecht bij interne documenten

In deze zaak oordeelde de Hoge Raad over de vraag of interne memo’s van een werkgever, die adviezen over het functioneren van een werknemer bevatten, vallen onder het inzagerecht van de AVG.

Achtergrond van de zaak

Een werkneemster van de rechtbank Noord-Holland raakte op enig moment arbeidsongeschikt. Dit leidde uiteindelijk tot een geschil. Tijdens dit geschil vroeg de werkgever advies aan de Raad voor de Rechtspraak over de situatie van de werkneemster. Na mediation werd het dienstverband beëindigd middels een vaststellingsovereenkomst.

Vervolgens verzocht de werkneemster om inzage in haar persoonsgegevens. Specifiek wilde zij inzage in de adviesaanvraag van de werkgever aan de Raad voor de Rechtspraak en het daaropvolgende advies. De werkgever gaf inzage in diverse documenten, maar weigerde de adviesaanvraag en het advies te verstrekken. Als argument werd aangevoerd dat deze documenten onderdeel waren van interne overleg en vertrouwelijk moesten blijven. Ook werd gesteld dat deze documenten niet als persoonsgegevens kwalificeerde.

Naar aanleiding hiervan startte de werkneemster een gerechtelijke procedure. De werkgever werd in eerste aanleg én in hoger beroep in het gelijk gesteld. Vervolgens ging de werkneemster in cassatie bij de Hoge Raad.

Oordeel van de Hoge Raad

In dit geschil stond de volgende vraag centraal: Heeft de werkneemster recht op inzage in de adviesaanvraag en het advies van de Raad voor de Rechtspraak? Artikel 15 AVG geeft betrokkenen het recht op inzage in hun persoonsgegevens en informatie over de verwerking daarvan. Artikel 23 lid 1 AVG biedt echter de mogelijkheid om dit recht te beperken, bijvoorbeeld ter bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. In Nederland is deze beperking verder uitgewerkt in artikel 41 lid 1 sub (i) van de Uitvoeringswet AVG (UAVG).

De Hoge Raad oordeelde dat interne documenten niet als persoonsgegevens kwalificeren, tenzij deze expliciet en specifiek informatie over een persoon bevatten. In dit geval hadden de documenten betrekking op strategische overwegingen van de werkgever en betroffen deze niet expliciet en specifiek de werkneemster. De werkgever hoefde de gevraagde documenten daarom niet te verstrekken. Immers strekt het inzagerecht zich niet uit tot documenten die losstaan van de persoon zelf.

De Hoge Raard oordeelde aldus dat de beperking van het inzagerecht door de werkgever in dit geval gerechtvaardigd was.

Betekenis van de uitspraak

Deze uitspraak verduidelijkt dat het inzagerecht op grond van de AVG niet absoluut is. Dit recht kan worden beperkt ter bescherming van interne beraadslagingen binnen organisaties. Voor werkgevers betekent dit dat zij niet altijd verplicht zijn om interne adviezen en overlegdocumenten te verstrekken aan (voormalige) werknemers. De weigering tot inzage moet echter wel noodzakelijk zijn voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

Conclusie

Beide uitspraken illustreren hoe de grenzen van de AVG in juridische procedures worden geïnterpreteerd. Ze bieden praktische handvaten voor zowel overheidsinstanties als organisaties en betrokkenen. Het is duidelijk dat de AVG ruimte laat voor uitzonderingen, zolang deze juridisch goed onderbouwd zijn en de rechten van betrokkenen worden gerespecteerd.

Wil je graag gespecialiseerde kennis op doen over de Europese privacywetgeving (AVG/GDPR) en de vertaling van deze wet naar de dagelijkse praktijk? Volg dan onze opleiding tot Functionaris Gegevensbescherming/ Data Protection Officer.

Meer informatie 

Terug naar overzicht