Privacy jurisprudentieblog | januari 2023

Privacy haalt dagelijks het nieuws. Daarbij komen vanzelfsprekend vooral de grotere zaken aan bod. Denk aan gevoelige datalekken, grootschalige hacks of de inzet van (geheime) camera’s. Er is echter veel meer gaande op het gebied van privacy, wat niet altijd het nieuws haalt. Aan de hand van deze jurisprudentie leren we veel over hoe de AVG uiteindelijk toegepast wordt. In deze blog zetten we diverse uitspraken van de maand december op een rij.

Geen onrechtmatige beperking van het recht op nieuwsgaring

Westfield Mall of the Netherlands is één van de meest bekende winkelcentra van Nederland. In 2022 heeft een professioneel fotograaf en journalist per e-mail toestemming gevraagd om hier te mogen fotograferen. Dit verzoek heeft Westfield afgewezen, omdat het fotograferen door een professionele fotograaf met een professioneel toestel een te grote inbreuk van de privacy van de bezoekers en uitbaters van het winkelcentrum zou betekenen. 

Eind december 2022 heeft rechtbank Noord-Holland zich in deze zaak over de vraag gebogen of het weren van een professionele fotograaf in het winkelcentrum een inbreuk maakt op het recht van nieuwsgaring. Het verzoek van de fotograaf om binnen te mogen filmen is door het winkelcentrum namelijk afgewezen. Op de eigen pagina van Westfield wordt vermeld dat het maken van beeldmateriaal met een telefoon toegestaan is, maar het maken van beeldmateriaal door gebruik van professionele apparatuur niet toegestaan is. De advocaat van de fotograaf stelt dat hiermee het recht op persvrijheid van de fotograaf wordt beperkt.

De Westfield Mall voert als voornaamste reden voor de afwijzing van het verzoek van de fotograaf de privacy van de bezoekers aan. Volgens Westfield is het fotograferen met een professioneel toestel indringend voor de privacy van de bezoekers. Westfield heeft in haar FAQ-pagina dan ook deze tekst opgenomen: “Het maken van foto’s met een eigen telefoon is toegestaan. Wanneer er beeldmateriaal gemaakt wordt met professionele camera’s dient hier vooraf toestemming voor gevraagd te worden bij het Shopping Center Management. Uiteraard vragen wij je om te allen tijde de privacy van onze bezoekers te respecteren.”

De fotograaf stelt hiertegenover dat het fotograferen in een publieke ruimte, zoals het winkelcentrum gewoon is toegestaan. Daarnaast stelt hij dat fotograferen met een mobiele telefoon een zeer vergelijkbare inbreuk maakt op de privacy van bezoekers als met een professioneel toestel, zeker gezien de huidige stand van de technologie.

De rechtbank is het niet eens met de fotograaf en volgt de argumentatie van Westfield. Volgens de rechtbank worden namelijk niet enkel persfotografen geraakt door de beperking die Westfield stelt aan de apparatuur waarmee de foto’s gemaakt worden. Ook iemand die geen persfotograaf is, maar wel beschikt over professionele apparatuur wordt hierdoor geraakt. De rechtbank is van mening dat Westfield terecht heeft verwezen naar haar eigen beleid en dat zij het ook mag blijven hanteren.

Vordering tot verwijdering persoonsgegevens BKR-registratie afgewezen

Vervolgens bespreken we een zaak waarin de eiser een BKR-registratie wilde laten verwijderen op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (‘AVG’). Eiser heeft een schuld openstaan bij een bank van € 100.000, waarbij hij een achterstand op de aflossing heeft opgelopen. Hierdoor is eiser opgenomen is in het BKR-register. Eiser is voornemens om een hypotheek af te sluiten, maar ziet dat dit niet mogelijk is, aangezien er nog steeds sprake is van een lopende BKR-registratie. Daarnaast heeft eiser al voldaan aan een aantal van de voorwaarden die de bank heeft gesteld aan de aflossing van de schuld. Eiser is van mening dat de BKR-registratie dan ook niet meer terecht is. Hij vordert dan ook dat zijn gegevens worden verwijderd uit het BKR-register.

De gegevens die in het BKR-register staan, zijn persoonsgegevens zoals geformuleerd in de AVG. Het gaat hier namelijk bijvoorbeeld om; naam, adres, geboortedatum en woonplaats. De regels van de AVG zijn dan ook op de registratie van eiser van toepassing. Eiser beroept zich op het recht om zijn persoonsgegevens te laten verwijderen. Dit is echter alleen mogelijk, wanneer er sprake is van een niet proportionele verwerking, of dat er een minder nadelige manier is om in dit geval het register bij te houden. Dit wil zeggen dat het mogelijk moet zijn dat er minder gegevens van de betrokkene verwerkt hoeven worden om het register bij te houden, of dat er een andere manier is om de gegevens te verwerken.

De rechtbank geeft aan dat kredietinstellingen gebaat zijn bij het bijhouden van het register en dat zij ook alle gegevens nodig hebben die zij op dit moment van iemand vragen om het register bij te houden. Ook wordt gesteld dat het inschrijven in het register, waardoor de persoonsgegevens worden verwerkt een redelijke grond inhoudt voor de verwerking. 

De rechtbank heeft het verzoek van eiser niet gehonoreerd en zet een streep door het verzoek om de BKR-registratie te laten verwijderen. Het bezwaar wat op grond van de AVG beoordeeld moest worden, hoefde inderdaad niet gehonoreerd te worden. Deze zaak schept de vraag in welke gevallen het dan wel mogelijk is een BKR-registratie te laten verwijderen door gebruik te maken van het recht op verwijdering  van persoonsgegevens uit de AVG. Uit deze zaak blijkt dat dit in ieder geval geen eenvoudige zaak is en dat je met zwaarwegende argumenten moet komen, wil een verzoek tot verwijdering gehonoreerd worden.

Verwijderen van een “nep-recensie”

De laatste zaak is er eentje die volgens de verzoeker wel iets weg heeft van het bekende fenomeen ‘fake news’. Verzoeker, kaakchirurg, wil namelijk een link naar een recensie op Google laten verwijderen, omdat deze recensie volgens hem geen eerlijk beeld schetst van zijn handelen en dus een ‘neprecensie’ betreft. Zie hier de geciteerde recensie uit de uitspraak:

“De Heer [verzoeker] begeleide een stage loper tijdens mijn ingreep. Nadat de verdoving was geplaatst ging men gelijk over om te gaan trekken zonder ook maar de verdoving te tijd te geven om in te werken. Toen ik aangaf dat ik alles nog voelde en dat het me enorme pijn deed zei de heer [verzoeker] dat dat er bij hoorde. Binnen een mum van tijd stond ik weer buiten met de tranen in mijn ogen, trillend op mijn benen en het bloed nog op mijn wang. De verdoving begon pas te werken toen ik overrompeld beneden in de kantine zat bij te komen. Het was een verschrikkelijke ervaring met middeleeuwse praktijken. Als een volwassene heb ik nog nooit eerder zo'n behandeling gehad! Er werd totaal niet naar mij geluisterd dat ik alles nog voelde, dat wekte irritatie op bij de heer [verzoeker].”

Op het moment dat Googlegebruikers zoeken naar de kaakchirurg, komt deze recensie naar voren. De chirurg heeft een verzoek tot het verwijderen (zoals mogelijk via artikel 17 AVG) ingesteld om het zoekresultaat te laten verwijderen. Google heeft hierop geantwoord dat het zoekresultaat niet verwijderd wordt.

Google stelt zelf niet verantwoordelijk te zijn voor het feit dat er persoonsgegevens op een gelinkte website staan, zoals op de website waarop de review is geschreven. Voor het tonen van deze site tussen de zoekresultaten, dus onder andere wanneer er op de naam van de kaakchirurg wordt gezocht is Google wel verantwoordelijk. Volgens de rechtbank moet er in het licht van de AVG een afweging gemaakt worden tussen het recht op vrijheid van informatie en het recht op eerbiediging van het privéleven.

De website waarop de review is geschreven is volgens de rechtbank door het recht op vrijheid van informatie beschermd. Het is namelijk een website die voor bezoekers inzicht kan geven in de keuze voor een bepaalde medisch behandelaar. Bezoekers van de site kunnen belang hebben bij de bevindingen die anderen hier posten. Het belang van de internetgebruikers staat hier dus voorop. Daar tegenover moet de kaakchirurg bewijzen dat de recensie een ‘neprecensie’ is. Hij moet dan bewijzen dat de inhoud van de recensie onwaar is. 

Volgens de rechtbank heeft de kaakchirurg dit niet kunnen bewijzen en hoeft Google het zoekresultaat niet te verwijderen. Volgens de rechtbank is het recht op vrijheid van informatie hier van groter belang dan het recht op privéleven van de kaakchirurg.

Terug naar overzicht