Pas op met zwarte lijsten

De Vereniging Vastgoed Participanten (VVP) mocht het bedrijf Investment4U Group B.V. niet zomaar op een zwarte lijst met potentieel malafide (vastgoed)beleggingsfondsen zetten. Dat oordeelde het gerechtshof Amsterdam afgelopen donderdag. De zwarte lijst van de VVP maakte veel los in de vastgoedbranche, kostte de VVP zelfs haar aansprakelijkheidsverzekering, en leverde haar diverse rechtszaken op van bedrijven die hun vermelding betwistten. De VVP werd overigens gerund door Dion Bartels, een omstreden advocaat die eind november mede om deze zwarte lijst geschorst werd als advocaat.

Het Hof erkent dat een site best over vermeende misstanden mag schrijven en mensen mag waarschuwen voor bedrijven die naar haar mening verkeerd bezig zijn. Echter, een bedrijf heeft ook een belang om niet “door publicaties in de pers of op internet [te] worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen”. Wie dus gaat publiceren over misstanden, dient daarbij zorgvuldig te handelen, zeker als de publicatie “de pregnante vorm aanneemt van een zwarte lijst” zoals het Hof dat formuleert. Een zwarte lijst laat immers weinig ruimte meer voor nuance: wie daarop staat is gewoon fout en moet vermeden worden. En dat is sneller onrechtmatig dan een kritisch artikel - helemaal als de lijst door een als gezaghebbend geziene instantie wordt gepubliceerd.

Het Hof oordeelt dat de VVP niet zorgvuldig genoeg is geweest met de samenstelling van haar lijst:

VVP heeft vervolgens, ook in hoger beroep niet aangegeven op welke wijze zij op haar website voldoende duidelijk heeft gemaakt dat de plaatsing op de zwarte lijst uitsluitend betrekking had een voornoemd gebrek aan transparantie. De – in hoger beroep nader onderbouwde stelling – dat de door haar gehanteerde criteria voor plaatsing op de witte dan wel de zwarte lijst op de website/via een link kenbaar waren, acht het hof in dit verband onvoldoende, waarbij mede een rol speelt dat deze criteria niet alle eenduidig betrekking hebben op de transparantie van de betrokken fonsen en hun producten, maar bijvoorbeeld ook op het “track record” van de onderneming en haar bestuurders.

De VVP kon niet adequaat toelichten waarom Investment4U op de zwarte lijst was geplaatst en verliest daarom wederom de procedure.

Eind 2008 blogde ik al over zwarte lijsten voor webwinkels, waarbij ik de volgende vragenlijst citeerde van het College Bescherming Persoonsgegevens:

  1. Met welke gedragingen komt iemand op de zwarte lijst?
  2. Welk belang heeft het bedrijf bij de zwarte lijst?
  3. Hoe belangrijk is de dienst of het product voor de betrokken personen? Hoe belangrijker, hoe lastiger het is een zwarte lijst te hanteren.
  4. Is het gebruik van een zwarte lijst proportioneel? Met andere woorden, wegen de belangen van de winkelier op tegen de belangen van de betrokken personen?
  5. Is er geen andere mogelijkheid om de schade voor de winkelier te beperken (subsidiariteit)?
  6. Hoe en wanneer wordt iemand gemeld dat hij op de zwarte lijst staat?
  7. Hoe lang blijf je daarop staan, en wanneer ga je er weer af?

Een toelichting op de antwoorden voor elk bedrijf op je zwarte lijst lijkt me dus gepast.

Arnoud

Terug naar overzicht