Ja het kan. Overeenkomsten tussen verkopers en consumenten die gesloten zijn binnen een verkoopruimte kunnen in bepaalde gevallen toch worden gekwalificeerd als zijnde gesloten buiten een verkoopruimte. Gevolg daarvan is dan weer dat deze verkopers dan verplicht zijn te handelen volgens de bepalingen uit de Wet Koop op Afstand. Denk hierbij aan het verstrekken van het Europese modelformulier voor herroeping en vooraf duidelijk informeren over de wettelijke bedenktermijn. Wanneer is dit dan het geval?
Volgens de ACM is daar in ieder geval sprake van indien consumenten verkopers tegen het lijf lopen, die zij binnen die verkoopruimte niet hoeven te verwachten. Het kan dan onder meer gaan om het werven van klanten via stands in de winkel van een ander, zoals tegenwoordig vaker voorkomt in elektronicazaken waar energieleveranciers klanten proberen te verkrijgen.
Bij het sluiten van contracten met deze ‘vreemde’ verkopers, meent de ACM dat een bedenktermijn op zijn plaats is. Consumenten worden namelijk overrompeld door dit aanbod, en over de streep getrokken met een interessante korting die te besteden is bij de elektronicazaak. De ACM heeft dit standpunt ingenomen naar aanleiding van een enorme hoeveelheid klachten die bij ConsuWijzer binnenstroomde over deze verkoopmethode. Het overleg dat hierna volgde met de ‘vreemde’ verkoper heeft geleid tot het verbindend verklaren van de toezegging van de verkoper, dat klanten die vanaf dat moment via haar stands in de winkel van een ander overeenkomsten sluiten ook veertien dagen bedenktijd krijgen.
Maar zijn deze overeenkomsten nou eigenlijk wel gesloten buiten een verkoopruimte? Volgens de voorzieningenrechter Oost-Brabant is dat niet zo. Op basis van de overwegingen bij de consumentenrichtlijn acht de rechter het namelijk voldoende aannemelijk dat de stands gezien kunnen worden als een verkoopruimte, waardoor er ook geen sprake kan zijn van een buiten een verkoopruimte gesloten overeenkomst. Mocht het zo zijn dat verkopers hun stands verlaten om op de winkelvloer van een ander actief klanten te werven, is de overeenkomst wel te typeren als zijnde gesloten buiten de verkoopruimte.
De Rechtbank Amsterdam stelt zich in een recente uitspraak echter duidelijk op het standpunt dat het werven van klanten via stands in de winkel van een ander, in die zaak gekwalificeerd moet worden als verkoop buiten een verkoopruimte. De verkoper heeft dan ook volgens de rechter onterecht nagelaten te informeren over de wettelijke bedenktermijn, waardoor deze met twaalf maanden is verlengd. Daarnaast heeft de klant niet uitdrukkelijk verzocht om levering binnen deze (verlengde) bedenktermijn, waardoor deze bij ontbinding geen vergoeding voor de levering van gas en elektriciteit verschuldigd is. Het bijzondere is dat de koopovereenkomst waarop deze uitspraak betrekking heeft, tot stand gekomen is vóórdat de verkoper zijn toezegging door de ACM verbindend heeft laten verklaren. Dit betekent dus dat de rechter meent dat ook zónder deze toezegging sprake zou zijn geweest van een overeenkomst gesloten buiten een verkoopruimte.
Het voorgaande vormt voor dit type verkopers een aanzienlijk risico, indien zij niet goed informeren over de bedenktermijn. Klanten mogen in dat geval de overeenkomst binnen de daardoor verlengde bedenktermijn ontbinden. Indien zij ook nog eens niet uitdrukkelijk verzocht hebben om levering, zijn zij ook nog eens niks verschuldigd voor de geleverde energie.
Het is echter de vraag of dit risico voor deze verkoper op dit moment nog bestaat. De verbonden verklaarde toezegging dateert namelijk uit december 2015. Indien de verkoper vanaf dat moment de verkoopmethode zo heeft aangepast dat er duidelijk is geïnformeerd over de bedenktermijn, de voorwaarden en daarbij ook het Europees modelformulier heeft verstrekt, valt er weinig te vrezen.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.