Online medische hulp: wat haalt de hulpverlener zich op de hals? (2)

Wanneer iemand last heeft van vage gezondheidsklachten wordt veelal de zoektocht naar een verklaring op het internet gestart. Er zijn tegenwoordig dan ook meerdere online platforms, waarop patiënten een eenvoudige medische hulpvraag kunnen stellen, waarna een hulpverlener de patiënt voorziet van advies. In deze blogserie bespreken we de juridische kanten van het bieden van online (medische) hulp. Eerder was te lezen dat via een medisch hulpplatform behandelovereenkomsten tot stand kunnen komen, en wat de gevolgen hiervan zijn voor hulpverleners. In dit tweede deel van de blogserie gaan we verder in op deze gevolgen voor hulpverleners en praten we u bij over de rol van (de leverancier van) het platform.

Gevolgen voor de hulpverlener voortvloeiend uit gedragsregels

Naast de verplichtingen die voortvloeien uit de WGBO voor hulpverleners die via een online platform ingaan op medische vragen (zie onze eerdere blog), bestaan er in het kader van de gezondheidszorg verscheidene protocollen en gedragsregels. Een voorbeeld hiervan is de KNMG Richtlijn online arts-patiënt contact. Een dergelijke richtlijn heeft van zichzelf geen bindende kracht, maar is wel behulpzaam bij het interpreteren van wettelijke bepalingen (bijvoorbeeld het recht van de patiënt op informatie of zorg van een goed hulpverlener). Daarnaast hanteert de rechter dergelijke richtlijnen als een uitdrukking van de medisch-professionele standaard en kan (en zal) deze meenemen bij de beoordeling of een hulpverlener zorgvuldig heeft gehandeld.

De Richtlijn online arts-patiënt contact is van toepassing op elk arts-patiënt contact dat via het internet verloopt en waarbij een behandelovereenkomst tot stand komt of wordt voortgezet. De richtlijn ziet onder andere op online contact waarbij de arts (die is ingeschreven in het BIG-register) een op de situatie van de patiënt gericht advies geeft. Hiervan kan sprake zijn bij het beantwoorden van een medische (hulp)vraag via een daarvoor bestemd platform. De arts die antwoord geeft op een dergelijke vraag dient dus rekening te houden met deze richtlijn. Hierin is onder andere opgenomen dat:

  • Medicatie online slechts mag worden voorgeschreven, indien er sprake is van een bestaande arts-patiënt relatie. Dat wil zeggen dat de arts de patiënt kent, gezien heeft en de medicatiehistorie beschikbaar heeft. Daarnaast moet de arts beschikken over een (betrouwbaar) medisch dossier over de patiënt.
  • Als er niet al een behandelingsrelatie aanwezig is (zoals bij het stellen van een medische (hulp)vraag op een platform) mag online contact slechts plaatsvinden als de daaraan verbonden risico’s geminimaliseerd zijn en dat contact de patiënt ten goede komt.

Het minimaliseren van de risico’s wordt in de richtlijn aan de hand van een aantal verplichtingen geconcretiseerd. De arts moet de patiënt bijvoorbeeld voldoende informatie geven over de werkwijze bij online contact, moet voldoende relevante en betrouwbare gegevens van de patiënt ontvangen (of al hebben) en moet duidelijk aangeven dat het advies is gebaseerd op de door de patiënt gepresenteerde gegevens. Ook moet de arts onder andere zo snel mogelijk (en in ieder geval binnen 24 uur na ontvangst van de vraag) een ontvangstbevestiging aan de patiënt sturen. Aan de patiënt moet worden aangegeven wat hij moet doen als de klachten verergeren en wat hij moet doen in geval van een noodsituatie. En zo worden er in de richtlijn nog tal van andere verplichtingen aan de arts opgelegd om de risico’s bij online contact te beperken.

De rol van (de leverancier van) het platform

In principe geldt dat de hulpverlener verantwoordelijk is en blijft voor het wel of niet aangaan van de (online) behandelovereenkomst en voor de uitvoering hiervan. Dit geldt ook voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving die op de specialist van toepassing is. De leverancier van het platform staat hierbuiten. Wel kan het uiteraard zo zijn dat hulpverleners aankloppen bij het platform om te kunnen voldoen aan hun wettelijke verplichtingen wanneer zij online medisch advies geven aan individuele personen, waaronder het voldoen aan de informatieplicht en dossierplicht. De leverancier van het platform zal dan het voldoen aan de verplichtingen dienen te faciliteren.

De leverancier moet daarnaast rekening houden met de verplichtingen uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Via een online medisch hulpplatform worden namelijk (bijzondere) persoonsgegevens van gebruikers van het platform verwerkt. Op grond van de AVG moeten bij het verwerken van persoonsgegevens passende technische en organisatorische maatregelen worden getroffen ter bescherming van de persoonsgegevens. Denk hierbij aan versleuteling en logische toegangscontrole. Voor het platform is daarnaast in het bijzonder de standaard NEN 7510 relevant. Deze norm is ontwikkeld voor informatiebeveiliging in de zorgsector en bevat uitgebreide voorschriften voor technische en organisatorische beveiliging. Het is voor het platform meestal niet verplicht om NEN 7510 gecertificeerd te zijn, maar omdat de norm volledig is toegesneden op de zorgsector, biedt deze wel belangrijke aanknopingspunten.

Overigens geldt niet alleen voor het platform dat deze moet voldoen aan de AVG. Ook de hulpverlener moet hieraan voldoen nu zij ook persoonsgegevens verwerkt van de gebruiker die zich tot haar richt met een medische (hulp)vraag. Tussen de hulpverlener en het platform zullen afspraken gemaakt moeten worden over de uitwisseling dan wel verwerking van de persoonsgegevens.

Gemakkelijk en laagdrempelig, niet onderhevig aan minder wet- en regelgeving

Voor een patiënt en voor een hulpverlener is het gemakkelijk om het geven van (eenvoudig) medisch advies van de specialistenpraktijk te kunnen verplaatsen naar het internet. Ook bij online zorgadvies moet de specialist echter de sectorspecifieke zorgwetgeving in acht nemen. Via een online medisch hulpplatform kunnen er namelijk behandelovereenkomsten tot stand komen tussen hulpverlener en patiënt. Dat betekent dat de hulpverlener rekening moet houden met de verplichtingen die voortvloeien uit de WGBO en uit andere sectorspecifieke gedragsregels en protocollen. Voor de leverancier van het platform geldt dat hij meestal geen partij is bij de behandelovereenkomst en niet verantwoordelijk is voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving die op de specialist van toepassing is. Uiteraard moet de leverancier, evenals de hulpverlener, wel voldoen aan de AVG. Het geven van eenvoudig medisch advies via een online platform lijkt misschien een vrijblijvende handeling, maar niets is dus minder waar…


Advies nodig over ICT en recht in de gezondheidszorg?

De wet- en regelgeving rond ICT in de zorg is complex en onduidelijk. ICTRecht kan u adviseren op alle juridische vlakken van het leveren van ICT-diensten aan zorginstellingen.

> Klik hier voor meer informatie

Terug naar overzicht