Per 1 januari is de vernieuwde Drank en Horecawet van kracht. Overal doken nieuwsberichtjes op dat de gemeenten wel of juist nog lang niet klaar zijn om over te gaan op handhaving. Er zou in veel steden nog geen duidelijk beleid zijn of voldoende ambtenaren beschikbaar zijn voor de handhaving.
Gemeenten moeten vanaf 1 januari in principe zelf de handhaving aangaande de Drank- en Horecawet op zich nemen (burgemeester als bevoegd gezag). Handhaving ziet dan vooral op of de regels uit de wet worden nageleefd. Verkoopt de winkel geen drank aan te jonge mensen of verkoopt een winkel drank zonder daartoe verstrekte vergunning? en meer van dat soort zaken.
Handhaving was een taak van de nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (nVWA), maar dit orgaan stoot op basis van een verandering in de wet deze taak af. Ik heb in voorgaande blogjes al geschreven en geconcludeerd dat handhaving bij online verkoop (met name leeftijdscontrole) vrij lastig is en dat er volgens mij vrij weinig gecontroleerd wordt op online verkoop van drank. Sowieso zijn de regels lastig toepasbaar op webwinkels, maar daarvoor verwijs ik graag terug naar de andere blogs.
Dat de gemeenten zelf de handhavingsbevoegdheid krijgen, volgt uit het feit dat zij weten waar zich problemen voor doen en dus hierop kunnen anticiperen. Het toezicht vanuit de lokale politiek is een prima middel om misbruik en overlast tegen te gaan in fysieke winkels en natuurlijk ook in de horeca. Voor online handel is dit juist niet het geval. De controle en de steekproeven (zo wordt immer gecontroleerd) zouden kunnen plaatsvinden bij aflevering, maar de gemeente weet natuurlijk niet wanneer er bij welke klant wordt afgeleverd. Het kenmerk van internet is dat het geen grenzen kent, bij de online verkoop van producten geldt in ieder geval geen gemeentegrens
Bij online verkoop geldt dat de drank door heel Nederland kan worden afgenomen. Welke gemeente is dan bevoegd, de gemeente van de verkopende partij of de gemeente van de kopende partij? Omdat de vergunningen lokaal worden uitgegeven, lijkt mij dat de gemeente waar de verkoper gevestigd is, moet optreden. Daar komt bij dat een magazijn of webwinkel uiteraard wel in een bepaalde gemeente gevestigd is, maar dat die vestiging verder geen zichtbare invloed uitoefent op het lokale drankgebruik. Immers wordt er in een webwinkel niet per definitie lokaal afgenomen, maar wordt de aanpassing in de wet juist doorgevoerd om lokaal beleid te maken en lokaal problemen (alcoholmisbruik) op te lossen. Dit is tegenstrijdig.
Ik ben van mening dat controle op leeftijd bij aflevering noodzakelijk is en dat er alleen bij de aflevering een goede steekproef mogelijk is op het feit of de koper wel de juiste leeftijd heeft bereikt, waardoor het onduidelijk is welke burgemeester bevoegd is. De burgemeester van de stad waar de drank afgeleverd wordt zou dan bevoegd kunnen zijn om te controleren, maar die kan de verkoper dan weer niet aanspreken, omdat die in een andere gemeente zit. De grote vraag is eigenlijk door deze onduidelijkheid: “Wie is de burgemeester van het internet?” Overigens behoudt de nVWA wel op een aantal gebieden de handhavingsbevoegdheid, maar daar zitten webwinkels niet bij. Het gaat dan om verkoop in treinen, vliegtuigen etc.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.