De ACM heeft vorige week een boete opgelegd aan KPN (€250.000,-) en aan Vodafone (€200.000,-) voor het schenden van netneutraliteit. De waakhond laat daarmee zijn tanden zien en geeft een duidelijk signaal af dat ongerechtvaardigd onderscheid in de doorgifte van internetverkeer hier niet wordt getolereerd. Dat zouden meer landen moeten doen.
In 2013 werd de Nederlandse wet op netneutraliteit van kracht. Een mijlpaal in de geschiedenis, want ons kleine land was met deze grootse daad de eerste in Europa en de tweede in de wereld. Over het hoe en waarom van netneutraliteit heb ik al het nodige geschreven (bijv 1, 2, 3, 4). Grondlegger van het web en internetheld van het eerste uur, Sir Tim Berners Lee, noemde Nederland onlangs als voorbeeld voor Europa in het beschermen van netneutraliteit. Ook hij meent namelijk dat netneutraliteit van groot belang is voor innovatie en de vrijheid van meningsuiting.
Momenteel ligt er voor de hele EU een verordening klaar, waarvan met name de versie van het Parlement een zeer solide bescherming van netneutraliteit zou verzorgen, in lijn met Nederland. Sommige lidstaten willen de verordening vanuit de Raad van Ministers echter afzwakken. Tim Berners Lee roept iedereen daarom op om te tweeten voor sterke netneutraliteit in Europa.
Hoewel de OPTA, die is opgegaan in de ACM, zich in het verleden niet altijd positief heeft uitgelaten over netneutraliteit, ontpopt de ACM zich nu als actieve en strenge handhaver.
In de zomer van 2013 werd Sizz (een samenwerking tussen Vodafone en RTL) vermaand om RTL streams niet meer uit te zonderen van een datalimiet die wel voor ander internetverkeer gold (bekend als 'zero rating'). Naar aanleiding van de mededeling van de ACM dat Sizz inbreuk maakte, werd het kijken van RTL als losse dienst aangeboden en niet meer uitgezonderd van de datalimiet voor algemene internettoegang. Sizz kreeg geen boete. (Inmiddels is de samenwerking afgerond en verkoopt Sizz geen nieuwe abonnementen meer.)
Vervolgens werd het (wel vrij lompe) blokkeren van streaming-diensten (zoals Spotify en Netflix) in de trein noodzakelijk en proportioneel geacht om congestie van internetverkeer te beperken of voorkomen. In de zomer 2014 werd de NS wel gedwongen om te stoppen met het blokkeren van diverse legale sites op het internet in de trein. Een boete was daarbij niet aan de orde.
De recente zaak met Vodafone, waar een boete van €200.000,- is opgelegd, gaat weer over zero rating. Bij een mobiel internetabonnement kon de klant drie maanden lang gratis de app HBO GO gebruiken, zonder dat het dataverkeer voor deze dienst verrekend zou worden met de databundel. In feite werd de prijs die de internetabonnee moest betalen voor dataverkeer, daarmee afhankelijk gesteld van de diensten die met die data werden gebruikt. Art 7.4a lid 3 Telecommunicatiewet steekt daar een stokje voor. En omdat de ACM meent dat dit naar aanleiding van het Sizz-voorbeeld volstrekt duidelijk had moeten zijn, waar ik mij wel in kan vinden, is er nu wel een boete opgelegd.
KPN ontving de boete van €250.000,- omdat bij haar gratis WiFi-hotspots op Schiphol en Van der Valk diverse poorten werden geblokkeerd, waardoor de applicaties die van die poorten gebruik maken, niet konden worden gebruikt. KPN lijkt niet te hebben geprobeerd om de blokkade te rechtvaardigen onder de uitzonderingsgronden, zoals de bestrijding van congestie of de veiligheid van het netwerk. Dat zou ook niet zo geloofwaardig zijn geweest, want de blokkade gold niet voor betalende gebruikers van de hotspots. De ACM geeft aan dat er bij het bepalen van de hoogte van de boete rekening mee is gehouden dat de wetgeving ten tijde van de overtreding (2013) nog relatief nieuw was. In toekomstige gevallen zou er dus nog strenger opgetreden kunnen worden.
Uit bovenstaande voorbeelden kunnen we afleiden dat het er goed voor staat in Nederland wat betreft netneutraliteit. Schendingen worden geconstateerd, beboet en verholpen. En bovenstaande gevallen, een promotionele zero-rated dienst van drie maanden en een wat te beperkte vorm van gratis hotspots, betreffen nog lang niet de ergst denkbare vormen van schending. Een wildgroei van 'losse diensten', wat een risico zou kunnen vormen voor het open internet, lijkt ook geenszins aan de orde. Als er inderdaad geen ergere schendingen plaatsvinden, kunnen we dus in onze handen wrijven. Toch vraag ik me ergens af of er onder de radar geen subtielere vormen van belemmeringen of prioritering plaats zouden vinden, die moeilijker te detecteren zijn en ook (nog) niet worden gezien, maar desalniettemin meer impact hebben. Zijn er techneuten in de zaal die zien hoe subtielere schendingen toch uitgevoerd zouden kunnen worden en vooral hoe deze toch gedetecteerd zouden kunnen worden?
Dat we in Nederland trots mogen zijn op onze netneutraliteit neemt overigens niet weg dat onze digitale economie en informatiesamenleving momenteel eigenlijk nog maar op halve kracht draait. Wanneer iedereen beschikt over een mooie glasvezelaansluiting, zullen letterlijk honderden tot duizenden malen snellere verbindingen in no-time heel gewoon worden. Wie weet wat voor nieuwe dingen daar weer mee mogelijk zullen zijn!
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.