Muziek & recht: wanneer wordt ‘inspiratie’ een gevalletje ‘plagiaat’?

Elke muzikant laat zich in meer of mindere mate inspireren door diens voorgangers. Dit kan bijvoorbeeld door een ode te brengen aan een idool via een cover, maar ook door een sample van andermans muziek te gebruiken. ‘Sampling’ houdt in dat de artiest een stukje van andermans klank en geluid opneemt, reproduceert en/of manipuleert. Dit gaat dus verder dan enkel geïnspireerd zijn door het oeuvre van een ander; er wordt daadwerkelijk gebruik van gemaakt en op voortgebouwd. Uit creatief oogpunt valt hier zeker wat voor te zeggen. Het vergt immers artistiek talent om een bestaand fragment nieuw leven in te blazen. Als de originele artiest hier voldoende voor gecompenseerd wordt, dan is er eigenlijk geen bezwaar, toch? Het wordt echter penibel zodra deze compensatie uitblijft, in zulke situaties doet de originele artiest vaak beroep op het auteursrecht. (Vermeende) plagiaatzaken willen wel eens flink wat stof doen opwaaien. De vraag die daarbij vaak centraal staat, is: waar ligt de grens? Mag ik als artiest inspiratie putten uit de muziek van een ander? Mag ik zelfs letterlijk fragmenten overnemen? In dit stuk zal stapsgewijs antwoord gegeven worden op deze vragen.

Het werk

Allereerst is van belang om te begrijpen wanneer een muziekstuk überhaupt in aanmerking komt voor auteursrechtelijke bescherming. Het auteursrecht komt toe aan de maker van een werk. De term ‘werk’ wordt erg ruim opgevat. Het kan bijvoorbeeld gaan om een liedje, film, boek, schilderwerk, foto of zelfs software. Zodra een werk een eigen oorspronkelijk karakter en een persoonlijke stempel (vaak aangeduid met de afkorting ‘EOK&PS’) van de maker bevat, komt het in aanmerking voor auteursrechtelijke bescherming. Dit is geen strenge eis; er is reeds aan voldaan als het ondenkbaar is dat twee mensen toevalligerwijs op hetzelfde moment hetzelfde creatieve werk creëren. Het is niet van belang of het werk mooi of indrukwekkend is. Ook een liedje dat de wenkbrauwen doet fronsen, kan prima auteursrechtelijke bescherming genieten. Voorts bestaat geen eis dat een werk een zekere omvang moet hebben, zolang het maar voldoet aan EOK&PS. Een zeer creatief muziekfragment (of zelfs een unieke ad lib1) kan dus auteursrechtelijk beschermd zijn.

De ondergrens van EOK&PS bestaat uit werken waarin geen enkele vorm van creativiteit te herkennen is. Het meest standaard drumritme kan niet rekenen op auteursrechtelijke bescherming.2  Daarnaast moet het gaan om een concreet, voor menselijke waarneming vatbaar werk. Een idee of stijl kan niet beschermd worden.3  Het auteursrecht blijft tot 70 jaar na de dood van de maker van kracht. Daarna valt het werk in het ‘publieke domein’ en is het werk vogelvrij.

De rechten van de maker

De maker is de enige die bevoegd is om het werk openbaar te maken of te verveelvoudigen. Als iemand anders dan de maker het werk openbaar maakt of verveelvoudigt, is sprake van auteursrechtinbreuk. De maker kan echter toestemming verlenen aan derden om zijn werk openbaar te maken of te verveelvoudigen, dit noemt men een licentie of clearance. Van ‘openbaarmaking’ is sprake als een nummer wereldkundig wordt gemaakt, bijvoorbeeld door het nummer via Spotify of iTunes uit te brengen. Van ‘verveelvoudiging’ is sprake als een nummer wordt gekopieerd, maar ook als het wordt bewerkt of nagebootst. Dit laatste is met name van toepassing op samples, omdat hieruit voortvloeit dat een gemanipuleerde sample een auteursrechtinbreuk is. 

Daarbij is van belang dat het werk ontleend is. Toevallige gelijkenissen zijn geen auteursrechtinbreuk. Rechters hebben echter de neiging om de bewijslast om te keren als twee werken in grote mate overeenstemmen. Dat houdt in dat jij als vermeend inbreukmaker moet bewijzen dat je het werk niet ontleend hebt, in plaats van andersom. In het Kraftwerk-arrest4  is bepaald dat sprake is van een inbreuk als de sample nog als zodanig te herkennen is. Het zal per geval verschillen of hier sprake van is.

Beperkingen van het auteursrecht

De Auteurswet voorziet in enkele uitzonderingen op de auteursrechtelijke bescherming van de maker. Deze uitzonderingen zijn het resultaat van een evenwichtige afweging tussen andere grondrechten (zoals de vrijheid van meningsuiting) en het intellectuele eigendomsrecht. Zo is geen sprake van een inbreuk als een werk in de huiselijke kring wordt getoond of een parodie op het werk gemaakt wordt. Met name de parodie is een populaire uitzonderingsgrond. Deze beperkingen zijn alleen geldig indien de rechtmatige belangen van de maker niet geschaad worden. De maker hoeft bijvoorbeeld niet te dulden dat zijn werk geassocieerd wordt met discriminatoire boodschappen.5 

Conclusie

De beoordeling of auteursrechtinbreuk gepleegd wordt met het gebruik van een sample, is zeer casuïstisch. In zekere zin zou je zelfs kunnen zeggen dat het subjectief van aard is. In de praktijk is het sleutelwoord ‘toestemming’. Uiteindelijk blijkt pas voor de rechter of jouw betoog als geïnspireerd artiest standhoudt. In het geval van een overduidelijke parodie of volledig onherkenbare sample zal dit wellicht niet zo een risicovolle zet zijn, maar voor alle werken in het grijze gebied is het slagen daarvan een stuk minder zeker. Het is daarom aan te raden om bij sampling altijd eerst bij de originele artiest om toestemming te vragen om latere problemen te voorkomen. 

In Nederland is het gros van de artiesten aangesloten bij Buma/Stemra, een organisatie die namens hen optreedt in het kader van auteursrecht. Via Buma/Stemra is het tevens mogelijk om een ‘clearance’ te krijgen. Uiteraard moet hiervoor betaald worden, maar zo weet je wel zeker dat de originele artiest geen miljoenenclaim tegen je indient als jouw geesteskindje ineens de grootste hit van het jaar blijkt. Mocht dit je tegenstaan en wil je ook geen risico lopen, dan is het wellicht handig om eens wat dieper in de klassieke muziek uit de 18e eeuw te duiken.

Binnenkort volgt een tweede blog in de reeks ‘Muziek & Recht’ over de nieuwste ontwikkelingen omtrent AI. Stay tuned!

1Denk bijvoorbeeld aan de karakteristieke ad libs van Michael Jackson.
2HR 30 mei 2008, LJN: BC2153, C07/131HR (Endstra Tapes).
3HR 29 december 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1942 (Decaux/Mediamax).
4HvJ EU 29 juli 2019, C-476/17 (Kraftwerk).
5HvJ EU 3 september 2014, C-201/13 (Deckmyn).

Terug naar overzicht