Moeten online platforms straks verplicht alle content filteren?

Gisteren, 20 juni, heeft de werkgroep Juridische zaken (JURI) van het Europees Parlement gestemd vóór een nieuwe richtlijn over auteursrecht, inclusief een omstreden filterplicht voor online platforms. Volgens de huidige planning zal in december of januari het gehele Parlement een beslissing nemen over dit voorstel. In deze blog bespreken we wat dit voorstel precies inhoudt en welke gevolgen het kan hebben binnen de EU.

Sinds de publicatie van het voorstel is flink wat kritiek ontstaan en inmiddels is het voorstel ook wel bekend als het internetfilter of de ban on memes. Er wordt in artikel 13 (p. 56) namelijk een verplichting op online platforms gelegd om alle auteursrechtelijk beschermde content die geüpload wordt, te filteren. Daarbij is het maar zeer de vraag in hoeverre dergelijke filters het hergebruiken of ‘remixen’ van content, bijvoorbeeld in de vorm van memes, nog zullen toelaten. Daarnaast introduceert artikel 11 (p. 54) een soort ‘linkbelasting’ doordat online platforms zullen moeten betalen voor snippets of links naar nieuwberichten.

Hoe is de huidige situatie?

Als het voorstel definitief wordt aangenomen, zal dat de huidige situatie ingrijpend veranderen. Sinds 2000 is in de EU de Richtlijn Elektronische Handel (eCommerce Richtlijn) van toepassing, die in Nederland is geïmplementeerd in artikel 6:196c BW. Daarin worden tussenpersonen (zoals internetproviders, hostingproviders en online platforms) in principe juist vrijgesteld van aansprakelijkheid als hun gebruikers onrechtmatige content plaatsen. Alleen als bepaalde inhoud volstrekt duidelijk (juridisch: onmiskenbaar) onrechtmatig is en de provider weet daarvan maar verwijdert het niet, dan kan de provider zelf ook aansprakelijk worden voor de onrechtmatige content.

Op dit moment moeten rechthebbenden dus zelf nagaan waar hun materiaal onrechtmatig is geplaatst en vervolgens kunnen zij de plaatser, de hostingprovider en/of het online platform door kennisgeving (notice) tot verwijdering (takedown) dwingen. In vrij zeldzame gevallen kunnen internetproviders ook door de rechter worden verplicht tot het blokkeren of filteren van een specifieke onrechtmatige website (zoals the Pirate Bay).

Nieuwe verplichtingen voor online platforms (content sharing service providers)

Het voorgestelde artikel 13 van de Auteursrechtrichtlijn introduceert nu een verplichting voor content sharing service providers (samengevat: online platforms zoals Facebook, Youtube, Reddit, 9GAG, maar zie de volledige definitie in art. 2(5), p. 42) om hun best te doen om inbreukmakend materiaal van gebruikers te filteren. Pas als een online platform dat kan aantonen, is deze vrijgesteld van aansprakelijkheid voor onrechtmatige content van gebruikers.

De achterliggende gedachte is dat grote platforms die hun verdienmodel baseren op het delen van (auteursrechtelijk beschermde) content door hun gebruikers ook een grote verantwoordelijkheid hebben tegenover rechthebbenden. De brede bescherming die providers geboden werd vanuit de eCommerce Richtlijn en de daaruit voortvloeiende reactieve notice and takedown procedure wordt voor online platforms omgedraaid in een actieve verplichting om alle geüploade content te filteren.

Filteren op internet blijft problematisch

Filteren op internet is technisch echter inherent lastig en het risico op te veel of te weinig filteren is per definitie ontzettend groot. Eigenlijk wordt van online platforms gevraagd om te proberen om (1) alle auteursrechtelijk beschermde werken, alle bijbehorende rechthebbenden en alle verleende toestemmingen of licenties over de hele wereld in een database op te slaan, (2) automatisch alle content die door gebruikers wordt geplaatst te monitoren tegen deze database en na te gaan of de betreffende gebruiker toestemming heeft om een werk te delen op de bedoelde manier, of dat een wettelijke uitzondering op het auteursrecht van toepassing is (een soort NDA Lynn op steroïden dus, maar dan voor auteursrecht) en (3) automatisch de content te blokkeren als er geen toestemming of uitzondering is.

Dat is nogal wat. In de praktijk kan een algoritme tegenwoordig misschien vrij snel de nieuwe track van Drake herkennen, maar veel minder waarschijnlijk is dat bijvoorbeeld een creatieve parodie of meme als zodanig wordt herkend en doorgelaten. Vanwege het grote risico op dergelijke overfiltering wordt nu dus gesproken van een ban on memes. Een open vraag is ook of bijvoorbeeld video’s van demonstraties geblokkeerd zullen worden als op de achtergrond toevallig iets van muziek speelt.

Risico op censuur en andere ongewenste bijwerkingen

Het is te verwachten – o.a. op basis van onderzoek uit den ouden ICTRecht-doosch (jaja, Hyves!) – dat ondernemers al snel meer content zullen blokkeren dan alleen de content die daadwerkelijk inbreukmakend is, omdat zij aan de veilige kant gaan zitten om eigen aansprakelijkheid te vermijden. Het lijkt haast wel of men nu vergeten is dat het vermijden van het risico op overmatige private censuur juist de reden was om de vrijstellingen van aansprakelijkheid in de eCommerce richtlijn op te nemen. Het voorgestelde artikel 13 lijkt daar namelijk lijnrecht tegenin te gaan door een zware last op de schouders van websites en platform providers te leggen, die een aanzienlijk risico op censuur met zich brengt.

Daarnaast bestaat ook nog de kans dat minder grote partijen worden benadeeld, doordat zij minder middelen en kennis beschikbaar kunnen hebben om content effectief te filteren. Een onbedoeld gevolg van de wet zou daardoor kunnen zijn dat de machtspositie van dominante platforms nog verder wordt versterkt. Daarbij helpt het ook niet mee dat de definitie van online content sharing service provider diverse vage elementen bevat. Zo moet ‘het doel of hoofddoel’ van de dienst bestaan uit het verschaffen van toegang aan het publiek van ‘een grote hoeveelheid werken’. Hoe het doel of hoofddoel van een dienst moet worden vastgesteld of wat een grote hoeveelheid werken precies is, zal nog moeten worden ingevuld. Dat kan het vooral voor kleinere online platforms of diensten onduidelijk maken of ze onder de filterplicht vallen of niet.

Protesterende experts, aanleiding tot heroverweging

Het voorstel is dan ook op veel publieke weerstand gestuit. Zo hebben 70 tech-experts, waaronder bedenker van het World Wide Web Tim Berners-Lee, netneutraliteitexpert Tim Wu en internetpionier Vint Cerf, een brief gericht aan de voorzitter van het Europees Parlement, Antonio Tajani. Naast de hierboven al omschreven problemen, waarschuwen zij ook nog dat het voorstel tot gevolg kan hebben dat online platforms de EU uit worden gejaagd en worden belemmerd hun diensten in de EU aan te bieden. Daarom pleiten zij ervoor om artikel 13 uit het voorstel te verwijderen.

Al met al is dus te concluderen dat het voorstel nog geen goede balans treft tussen de belangen van auteursrechthebbenden enerzijds en anderzijds de fundamentele vrijheden van internetgebruikers om meningen en informatie te delen en om (user generated content) diensten beschikbaar te stellen. Hoewel de JURI werkgroep gisteren dus vóór heeft gestemd (15 stemmen voor, 10 tegen), is het te hopen dat het volledige Parlement de publieke opinie beter zal vertegenwoordigen.


Update artikel: Op 5 juli heeft het Europese Parlement de voorgestelde auteursrechtrichtlijn met een ruime meerderheid afgekeurd (318-278). In september, na het zomerreces, zal het gehele Parlement het voorstel gaan bespreken, waarbij alle 751 parlementariërs wijzigingsvoorstellen kunnen doen. Daarna zal de werkgroep met de Europese Commissie en de Raad in (geheime) onderhandeling treden. Het resultaat daarvan wordt tijdens een tweede lezing nogmaals aan het Parlement voorgelegd. De strijd tegen de linkbelasting en het uploadfilter is dus nog niet gestreden.


Deze blog is geschreven in samenwerking met Matthijs van Bergen.

Terug naar overzicht