Makers aan de macht? (deel 2)

Ontevreden over de exploitant van de door jou gemaakte app? De nieuwe regels in de Auteurswet bieden uitkomst voor makers die van hun exploitant af willen. Levenslang vastzitten aan de eerste exploitant is niet meer van deze tijd.

Vorige week is in “Makers aan de macht? (deel 1)” al een deel van de nieuwe Wet auteurscontractenrecht besproken. De vorige blog bespreekt vooral het recht op vergoedingen. Deel 2 gaat in op andere wijzigingen van de Auteurswet.

Bepalingen die niet mogen
Een maker mag niet worden verplicht om al zijn toekomstige werken aan dezelfde exploitant over te dragen. Een app ontwikkelaar kan er dus voor kiezen om zijn apps door verschillende exploitanten op de markt te laten brengen. Een bepaling die dat toch verplicht is vernietigbaar. Dat betekent dat de maker de bepaling ongeldig kan verklaren. Dit geldt ook voor bepalingen waarin een exploitant voor een onredelijk lange of onvoldoende bepaalde termijn de exploitatierechten krijgt.

Einde contract
De maker staat nu sterker wanneer hij een exploitatiecontract wil beëindigen. De maker kan dan zelf het werk waar het auteursrecht op rust weer gaan exploiteren of een andere exploitant de rechten om te exploiteren verlenen. Zo is het denkbaar dat een app ontwikkelaar de verkooprechten van zijn app overdraagt aan een andere exploitant. De maker kan in de volgende twee gevallen altijd een contract beëindigen:

  • Use-it-or-lose-it

… als een exploitant het auteursrecht niet of onvoldoende gebruikt. De maker moet eerst nog wel een laatste kans krijgen om dit recht alsnog te gaan gebruiken. De exploitant zal het exploitatierecht niet kwijtraken als het onvoldoende exploiteren de schuld van de maker is of wanneer hij een erg groot belang heeft bij dit recht. Wanneer daarvan sprake is, zal in de praktijk moeten blijken.

  • Tussentijds opzeggen

… als de exploitant een overeenkomst tussentijds kan opzeggen, dan kan de maker dat onder gelijke voorwaarden.

Beslagrecht
Het auteursrecht was niet vatbaar voor beslag indien het nog van de maker was. Dat is van belang omdat het daardoor buiten de boedel valt in een faillissement. Dat is nu anders. Het auteursrecht van fictieve makers, een rechtspersoon of werkgever, is nu wél vatbaar voor beslag. Dit kan een overweging zijn voor een app ontwikkelaar om nog even te wachten met het oprichten van een BV.

Nieuwe geschillencommissie
Er komt een nieuwe geschillencommissie die problemen tussen makers en exploitanten kan oplossen. De maker, of een vereniging van makers, kan dan een geschil aan de commissie voorleggen in plaats van naar de rechter te moeten stappen. Dit scheelt tijd en geld.

De geschillencommissie kan uitspraken doen over de hoogte van de billijke vergoeding, de ontbinding en vernietigbaarheid van bepalingen in het contract. Wordt een geschil niet binnen drie maanden na de uitspraak alsnog voorgelegd aan de rechter, dan wordt de uitspraak bindend.

Overgangsrecht
Op een aantal nieuwe bepalingen na, blijft het oude recht van toepassing op contracten die zijn gesloten vóór 1 juli 2015. De nieuwe bepalingen die ook voor oude contracten gelden zijn: ontbindingsbepalingen, de bevoegdheid om tussentijds op te zeggen en de mogelijkheid om bepalingen te laten vernietigen.

Makers aan de macht?
De nieuwe wetgeving biedt de maker extra bescherming. Zo heeft de maker recht op een rechtvaardige vergoeding en kan hij makkelijker van een exploitant afkomen. Aan de andere kant zijn veel begrippen nog onduidelijk. Wat is bijvoorbeeld een rechtvaardige vergoeding? Makers worden in elk geval meer beschermd, maar of er daadwerkelijk sprake is van ‘macht’ moet nog worden afgewacht.

Door: Hilde van der Waaij (stagiaire)

 

Terug naar overzicht