Liegende monteur op staande voet ontslagen na inschakelen recherchebureau

‘Ontslag op staande voet’ leiden niet zelden tot kleurrijke uitspraken. Op 10 oktober 2022 is een uitspraak gepubliceerd waarbij een liegende monteur uiteindelijk tegen de lamp liep. Het bewijs kwam zeker niet uit de lucht vallen. Er moest een recherchebureau aan te pas komen om het liegen aan het licht te brengen. Mocht de werkgever een recherchebureau inschakelen?

Monteur liegt over zijn ziekte

De monteur in kwestie was al een tijdje ‘ziek’. In de eerstejaarsevaluatie, die is opgesteld op basis van verklaringen van de monteur, stond dat hij niet kon autorijden en beperkt kon bewegen. Even later hoorde de werkgever dat de monteur al autorijdend was gespot. Werkgever stuurde vervolgens iemand naar de nieuwe woning van monteur. Wat bleek, de monteur was ondanks al zijn ‘fysieke beperking’ flink aan het klussen. Werkgever voelde dat er iets niet pluis was en schakelde daarom een recherchebureau in om onderzoek te doen. Het recherchebureau heeft de monteur bij zijn nieuwe woning gedurende drie dagen geobserveerd met behulp van een camera geplaatst in een rechercheauto.

Inbreuk op privacy rechtmatig?

Het moge duidelijk zijn dat het inschakelen van een recherchebureau een inbreuk is op de privacy. De kantonrechter geeft de werkgever – achteraf gezien – groen licht om dit te doen. Wat gaf de doorslag? Onder overweging 4.4 zien we een zekere afweging van de grondslag ‘gerechtvaardigd belang’. De rechter neemt als uitgangspunt dat het belang om de waarheid te achterhalen zwaarder weegt dan het recht op privacy. Waarom? De camera kon alleen bestuurd worden en opnames maken wanneer de rechercheur zich in een straal van 150 tot 200 meter van de auto bevond. Het recherchebureau heeft alleen beelden gemaakt op de momenten dat de monteur aanwezig was bij de woning en bezig was met de kluswerkzaamheden, en heeft geen beelden van de familie van de monteur gemaakt. Het onderzoek van het recherchebureau heeft drie dagen geduurd, wat niet disproportioneel is.

Voorkom dat je als werkgever de deksel op de neus krijgt

In dit geval kon de werkgever de inbreuk op de privacy van de werknemer goed verantwoorden. Dat je kunt uitleggen waarom je bepaalde handelingen hebt verricht, dat je niet te ver bent gegaan met de inbreuk en écht niet anders kon, vormt zo’n beetje de kern van de AVG.

Als je als werkgever niet weloverwogen te werk gaat en jezelf niet kunt verantwoorden, dan kan je zomaar de deksel op de neus krijgen. Dit zagen we bijvoorbeeld in een uitspraak op 16 december 2021, waarbij een ontbindingsverzoek van een werkgever werd afgewezen, omdat er geen verantwoording kon worden afgelegd ten aanzien van de rechtmatigheid van monitoring van een werknemer. Een soortgelijke uitspraak zagen we op 11 januari 2022 van rechtbank Den Haag verschijnen, waarbij geluidsopnames niet als bewijs konden worden meegenomen omdat niet was voldaan aan de voorwaarden van de AVG.

Overigens zijn afwijzing van een ontbindingsverzoek of het links laten liggen van bewijsmateriaal niet de enige risico’s die op de loer liggen. Als je als werkgever onrechtmatig inbreuk maakt op privacy, dan is de kans aanzienlijk dat je de rekening gepresenteerd krijgt in de vorm van een extra ontslagvergoeding (billijke vergoeding) voor de werknemer.

Concreet aan de slag

Klinkt allemaal leuk een aardig natuurlijk, maar hoe ga je nu concreet aan de slag als je als werkgever inbreuk moet maken op privacy? Zet de afweging van het gerechtvaardigd belang dat je hebt op papier voordat je daadwerkelijk inbreuk gaat maken op de privacy van een werknemer. Dit doe je door een driestappentoets uit te voeren. Hoe deze toets eruitziet, lees je in onze blog: “De grondslag ‘gerechtvaardigd belang’: oplossing voor privacy horde”. Belangrijk is dat je voldoende maatregelen neemt om de belangenafweging eerder in het voordeel te laten uitvallen, zoals het zo beperkt mogelijk inzetten van de privacy inbreuk en het nemen van passende beveiligingsmaatregelen.

Meer weten over dit onderwerp? Lees hier verder:

Terug naar overzicht