IT-jurisprudentieblog | November 2024

Oneerlijke handelspraktijk door schending van de AVG?

Op 4 oktober 2024 heeft het Hof van Justitie uitspraak gedaan in de zaak Lindenapotheke. Een Duitse apotheker vraagt een concurrent, genaamd Lindenapotheke, om de online verkoop van geneesmiddelen te staken zolang niet wordt voldaan aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). De Duitse apotheker betoogt daarnaast dat dit een oneerlijke handelspraktijk oplevert naar Duitse wetgeving.

De verwijzende Duitse rechter stelt vragen aan het Hof van Justitie over de interpretatie van deze casus. De eerste vraag ziet op de toelaatbaarheid van het instellen van een vordering door een concurrent bij een schending van de AVG. Daarnaast vraagt de verwijzende rechter of de informatie, die een klant invult bij het bestellen van online geneesmiddelen, kwalificeert als gegevens over de gezondheid.

Vordering door concurrent

De eerste vraag van de Duitse rechter beantwoordt het Hof van Justitie bevestigend. In hoofdstuk VIII van de AVG zijn rechtsmiddelen geregeld waarmee de rechten van de betrokkene kunnen worden beschermd wanneer een verwerking in strijd is met de AVG.

Deze rechten kunnen rechtstreeks door de betrokkene worden ingeroepen of door een daartoe gemachtigde entiteit, ongeacht of daartoe een mandaat bestaat.

Volgens het Hof van Justitie sluit de AVG echter niet uit dat een concurrent een vordering instelt op basis van nationale wetgeving. De toegang tot persoonsgegevens en de mogelijkheid om deze te verwerken is namelijk een belangrijke parameter geworden voor concurrentie tussen ondernemingen in de digitale economie. Om de mededinging te waarborgen, kan het noodzakelijk zijn om de AVG mee te nemen. Daarnaast draagt dit bij aan een hoge mate van bescherming van persoonsgegevens.

Klantgegevens, gezondheidsgegevens?

Ook op de tweede vraag reageert het Hof van Justitie instemmend. Persoonlijke gegevens die klanten invoeren bij het online bestellen van apotheekgeneesmiddelen zonder recept, zoals naam, leveringsadres en gegevens die nodig zijn voor individualisering van geneesmiddelen, kwalificeren als gezondheidsgegevens. Het feit dat de online bestelling voor iemand anders kan zijn, maakt dit niet anders.

Wanneer een klant deze gegevens invult, kunnen immers conclusies worden getrokken over de gezondheidstoestand van de klant. Dit geldt ook wanneer de medicijnen geen recept vereisen en voor derden bedoeld kunnen zijn. Gelet op het doel van de AVG, het waarborgen van een hoog beschermingsniveau, moet de definitie gegevens over de gezondheid ruim worden uitgelegd. Het is voldoende dat door middel van een intellectuele bewerking (collatie of deductie), informatie over de gezondheidstoestand kan worden onthuld. In het geval van geneesmiddelen kan dit bijvoorbeeld door het leggen van een verband tussen het geneesmiddel en de therapeutische indicatie.

Conclusie

In deze uitspraak komt naar voren dat bij de interpretatie van de AVG, de doelstelling van deze wetgeving, namelijk een hoog beschermingsniveau van persoonsgegevens, moet worden meegenomen. Zo moet het begrip gegevens over de gezondheid ruim worden uitgelegd. Dit zet aan het denken. Bij de online aankoop van gezondheidsmiddelen, zoals geneesmiddelen, kwalificeert de informatie die je invult in het bestelproces ook als zodanig. De definitie 'gegevens over de gezondheid' is dus erg ruim. Dit roept de vraag op hoe ruim dit begrip moet worden uitgelegd? En of klantgegevens bij een bestelling van een simpele neusspray bij de drogist hier bijvoorbeeld ook al onder zouden kunnen vallen?

Reikwijdte auteursrecht: hoe interpreteer je het begrip 'uitdrukkingswijze'?

In een andere recente uitspraak van het Hof van Justitie staat het auteursrecht centraal. In deze zaak voert Sony aan dat Datel inbreuk maakt op het auteursrecht van Sony. Sony verkoopt als exclusieve licentiehouder voor Europa PlayStation-spelconsoles en spelletjes voor deze consoles. Datel ontwikkelt, produceert en distribueert software die complementair is aan de spelconsoles van Sony, bijvoorbeeld software waarmee de PlayStationPortable-console (PSP-console) door ruimtelijke beweging kan worden bediend.

De Duitse rechter stelt de vraag aan het Hof van Justitie of het gebruik van de Datel software inbreuk maakt op de software van Sony. Meer specifiek, of er sprake kan zijn van een inbreuk op het auteursrecht wanneer de doel- of broncode niet wordt gewijzigd, maar wel de inhoud van de variabelen die in het werkgeheugen van de console wordt opgeslagen tijdens het spel.

Reikwijdte uitdrukkingswijze

Het Hof van Justitie overweegt dat in beginsel alle uitdrukkingswijzen van een computerprogramma, behalve de ideeën en elementen die aan het computerprogramma ten grondslag liggen, door het auteursrecht worden beschermd. Voorwaarde is wel dat een dergelijk programma oorspronkelijk is, dat wil zeggen dat het de eigen intellectuele schepping van de auteur is.

Verder heeft het Hof in eerdere uitspraken bepaald dat een uitdrukkingswijze als zodanig kwalificeert wanneer dit stukje software het mogelijk maakt het computerprogramma te reproduceren in verschillende computertalen, zoals de doel- of de broncode. De grafische gebruikersinterface, waarmee het programma niet gereproduceerd kan worden, is bijvoorbeeld geen uitdrukkingswijze.

Verder bepaalt het Hof dat een functionaliteit van een computerprogramma, de programmeertaal of de manier waarop gegevens worden georganiseerd, niet kunnen worden gezien als een uitdrukkingswijze. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou dit betekenen dat bepaalde ideeën in een computerprogramma geclaimd zouden kunnen worden, wat de technische vooruitgang en industriële ontwikkeling zou beperken.

Software Datel

De software van Datel wordt door de gebruiker op de PSP-console geïnstalleerd en tegelijk met de spelsoftware van Sony uitgevoerd. De software van Datel wijzigt of reproduceert de bron- of doelcode, de interne structuur of de organisatie van de software van Sony die op de PSP-console wordt gebruikt, niet. De software wijzigt enkel de inhoud van de variabelen die tijdelijk door de spelletjes van Sony in het werkgeheugen van de PSP-console worden opgeslagen en die tijdens het spelletje worden gebruikt, zodat het spelletje op basis van deze variabelen met gewijzigde inhoud wordt geproduceerd. Daarom concludeert het Hof van Justitie dat hier geen inbreuk wordt gemaakt op het auteursrecht van Sony.

Conclusie

Het Hof van Justitie verduidelijkt en bevestigt nogmaals de reikwijdte van een uitdrukkingswijze van een computerprogramma. In principe worden alle uitdrukkingswijzen van een computerprogramma door het auteursrecht beschermd voor zover deze kunnen bijdragen aan het reproduceren of nabouwen van het programma. De variabelen die tijdelijk worden opgeslagen in het geheugen van de spelconsole, voldoen niet aan dit vereiste. Van een inbreuk op het auteursrecht is daarom geen sprake.

Terug naar overzicht