De Rechtbank Amsterdam vindt dat een werkgever zijn internettende werknemer terecht op staande voet heeft ontslagen. De dringende reden voor dit ontslag was het feit dat de werknemer zich ‘niet los kon maken van het internet’.
Een enkele keer, of af en toe, internetten op de werkvloer kan niet direct een reden voor ontslag op staande voet zijn. Privégebruik van het internet op de werkvloer kan door een werkgever niet volledig worden verboden. Werknemers hebben namelijk recht op een bepaald niveau van privacy, ook tijdens werkuren. Wel kan de werkgever voorwaarden of beperkingen stellen aan het privégebruik van internet tijdens werkuren of op de werkvloer. Het is belangrijk dat de werkgever hiervoor een duidelijk reglement of heldere gedragscode opstelt en dat de werknemers hiervan op de hoogte zijn.
De beperkingen en voorwaarden die de werkgever aan privégebruik van internet op het werk stelt, moeten worden afgewogen tegen het belang dat de werkgever bij de beperkingen heeft. Hoe groter het belang van de werkgever, hoe beperkender de voorwaarden mogen zijn.
De rechter beoordeelt een dringende redenen altijd naar alle omstandigheden. Dat zijn de omstandigheden die aan het ontslag vooraf zijn gegaan, maar ook de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals leeftijd en persoonlijke gevolgen van het ontslag. De rechter weegt deze omstandigheden op tegen de reden voor het ontslag en bepaalt aan de hand van de afweging of de reden voldoende dringend was. Als dat het geval is en als aan alle formaliteiten voor het ontslag op staande voet is voldaan, dan is het ontslag op staande voet gegrond.
De werkgever had eind 2016 al schriftelijk aan haar werknemers bekend gemaakt dat het ‘niet meer is toegestaan om de mobiele telefoon, iPad, laptop of welk apparaat dan ook waarmee kan worden gebeld, gechat, getext, of dat voor welke vorm van internet dan ook gebruikt kan worden, tijdens werktijd bij zich te hebben.’ Het belang van de werkgever hierbij was met name het feit dat de klanten door de verkopers geholpen moeten worden en dat de werknemers alert moeten zijn op winkeldiefstal.
De werkgever paste dit reglement consequent toe binnen de organisatie (wat belangrijk is voor de handhaving ervan), door schriftelijke waarschuwingen te geven. In het voorjaar van 2017 betrapte de werkgever zijn werknemer op het internetten via de kassa, terwijl er klanten in de winkel aanwezig waren. Het internetten op de werkvloer was daarbij de spreekwoordelijke laatste druppel.
De rechter was het met de werkgever eens: een gewaarschuwd man telt voor twee. Ontslag op staande voet was gerechtvaardigd, mede door de overige omstandigheden. De werknemer kwam namelijk vaak te laat, gebruikte haar privételefoon tijdens werktijd en hield winkelvoorraad voor haarzelf achter.
Voor werkgevers geeft deze uitspraak een opening: er kan worden opgetreden tegen werknemers die stelselmatig (dus meer dan af en toe) gebruik maken van het internet of de telefoon voor privédoeleinden. Hiervoor is het belangrijk dat een duidelijk intern bedrijfsreglement is opgesteld, dat je als werkgever consequent handhaaft door te waarschuwen en (kleine) sancties op te leggen. Neem de mogelijkheid tot het opleggen van sancties ook op in het reglement!
Overigens kon in deze zaak een hoop leed worden bespaard, door de browserfunctie van de kassa uit te schakelen en het voor de werknemer feitelijk onmogelijk te maken om in de winkel te internetten via de kassa. Denk daarom ook aan de praktische oplossingen voor het voorkomen van stelselmatig internetten op het werk voor privédoeleinden.
U kunt met onze generator op JuriDox zelf een bedrijfsreglement opstellen. Mocht u nog vragen hebben, dan staan onze adviseurs altijd voor u klaar!
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.