Over de veranderingen die de nieuwe consumentenwetgeving teweegbrengt hebben we al het nodige geschreven. Het is inmiddels duidelijk dat implementatie van de consumentenrechtenrichtlijn de nodige verplichtingen met zich meebrengt. De richtlijn beoogt volledige harmonisatie. Dat wil zeggen dat lidstaten geen bepalingen mogen behouden of invoeren die afwijken van de bepalingen opgenomen in de richtlijn. Toch hebben de lidstaten een beetje speelruimte. Bepaalde regels mogen zij op grond van de richtlijn strenger of soepeler implementeren. Zo hoeven bepaalde overeenkomsten niet aan alle strenge informatievoorschriften te voldoen of hoeft zelfs in het geheel geen informatie te worden gegeven. Het spreekt voor zich dat deze beleidsruimte ertoe kan leiden dat er verschillen tussen EU-lidstaten ontstaan. Wanneer u zich op de Nederlandse markt begeeft en vervolgens bijvoorbeeld ook tot Belgische klanten wilt gaan richten, kunnen dus andere regels gelden. Het is dan ook goed om na te gaan hoe deze bepalingen zijn geïmplementeerd in andere lidstaten. In deze blog belicht ik een aantal verschillen tussen Nederland en België.
Allereerst wordt er in de richtlijn onderscheid gemaakt tussen:
1) overeenkomsten gesloten op afstand;
2) buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten; en
3) overeenkomsten die op de traditionele manier in een verkoopruimte worden gesloten.
Bij de eerste categorie moet je vooral denken aan overeenkomsten die tot stand komen via het internet, de telefoon of de fax. Onder buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten worden overeenkomsten verstaan waarbij zowel de handelaar als de consument persoonlijk aanwezig zijn, maar dan op een plaats die niet de verkoopruimte van de handelaar is. Dit kan dan bijvoorbeeld bij de consument thuis zijn of op zijn werkplaats.
Vergoedingen onder de 50 euro
De richtlijn biedt lidstaten de mogelijkheid om de richtlijn in zijn geheel niet toe te passen op een buiten verkoopruimte gesloten overeenkomst. De vergoeding mag in dat geval niet meer dan € 50 bedragen. Bij een lagere vergoeding hoeft er dan geen informatie te worden gegeven en bestaat er geen recht van ontbinding. Nederland heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. België heeft in beperktere mate van deze optie gebruik gemaakt. België past de richtlijn op dit punt enkel toe op verkopen met een menslievend doel. Wat hier precies onder moet worden verstaan is onduidelijk, maar gedacht kan worden aan bepaalde benefietacties en andere acties met een niet-commercieel karakter.
Verbod innen van geld
Het is lidstaten ook toegestaan om een bestaand inningsverbod te handhaven. Het gaat hier om buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten. In een aantal lidstaten bestaat er wetgeving die het handelaren verbiedt om gedurende een bepaalde periode na contractsluiting geld te innen. Nederland kent een dergelijk verbod niet en kan zodoende ook geen gebruik maken van dit verbod. De Belgische wetgeving kent wel zo’n verbod en heeft besloten dit verbod te blijven handhaven. Het gevolg hiervan is dat bij verkopen aan de deur in België niet direct tot betaling mag worden overgegaan. Het is in België wel mogelijk om een voorschot te vragen in salons, beurzen en tentoonstellingen, maar dan moet dit wel een verkoop buiten verkoopruimten zijn. De handelsactiviteiten in salons, beurzen en tentoonstellingen dienen dus een incidenteel karakter te hebben.
Hoewel de richtlijn op grote schaal heeft gezorgd voor volledige harmonisatie, bestaat er dus voor lidstaten op beperkte schaal nog wel de mogelijkheid om aan enkele bepalingen een eigen invulling te geven. Zoals de bovengenoemde voorbeelden duidelijk maken loopt deze invulling van lidstaat tot lidstaat uiteen en loont het om van het bestaan van deze verschillen op de hoogte te zijn. Het is extra relevant als u naast online winkels ook nog fysieke winkels beheert. In volgende blogs zal worden gekeken naar hoe Frankrijk, Duitsland en Spanje deze en andere regels hebben geïmplementeerd.
Door: Philip van der Weijde
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.