Hoe stel ik mijn intellectuele eigendommen veilig?

De recente uitbraak van het COVID-19 virus heeft niet alleen gevolgen voor de volksgezondheid, maar heeft ook een enorme impact op onze economie. Aandelen van multinationals die tot voorkort een gezonde groei lieten zien, staan inmiddels ver in het rood. Deze crisis laat daarmee duidelijk zien hoe belangrijk het is om als organisatie voorbereid te zijn op het ondenkbare. Het veiligstellen van waardevolle (intellectuele) eigendommen is daarbij een essentiële stap.

Wat is intellectuele eigendom?

Het begrip ‘intellectuele eigendom’ is een verzamelnaam voor verschillende soorten rechten. De gemene deler voor deze rechten is dat zij bepaalde intellectuele prestaties beschermen. Dit kan zowel een creatieve prestatie (zoals een muziekstuk) als een technische prestatie (zoals een medicijn of een uitvinding) zijn. Voorbeelden van intellectuele eigendomsrechten zijn:

  • Auteursrechten: het auteursrecht beschermt makers van creatieve werken. Denk hierbij aan literaire werken of kunst, maar óók software komt voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking.
  • Handelsnaamrechten: het handelsnaamrecht biedt (beperkte) bescherming aan ondernemingen met betrekking tot de gebezigde bedrijfsnaam. Het handelsnaamrecht biedt de mogelijkheid om een ander te verbieden eenzelfde of vergelijkbare naam te voeren als dit misleidend of verwarrend is.
  • Merkrechten: merkrechten bieden bescherming voor onderscheidingstekens. Dit kunnen bedrijfsnamen of productnamen zijn, maar bijvoorbeeld ook logo’s (zogeheten ‘beeldmerken’) of unieke kleurcombinaties. Hiervoor is (anders dan voor handelsnaambescherming) wel een registratie nodig.
  • Databankrecht: het databankrecht beschermt de producent van een databank tegen het ongeautoriseerd opvragen of hergebruiken van de daarin opgeslagen gegevens, maar alleen als hij substantiële investeringen heeft gedaan in het samenstellen en/of onderhouden van die databank.
  • Octrooirechten: het octrooirecht is bedoeld voor het beschermen van technische uitvindingen en processen. De uitvinder kan met een octrooi (voor een beperkte termijn) het alleenrecht krijgen om de uitvinding te mogen vermarkten. Hoewel hier duidelijke grenzen aan zitten, kan ook software onder omstandigheden geoctrooieerd worden.

Ook domeinnamen worden soms als ‘intellectuele eigendom’ gezien, al worden deze als zodanig niet beschermd. Het is echter wel mogelijk om een domeinnaam via een omweg te beschermen, bijvoorbeeld via het merkenrecht. Wanneer iemand anders een domeinnaam registreert en daarbij uw merknaam gebruikt, kan dat een inbreuk opleveren op uw rechten. En ook op grond van het handelsnaamrecht kan er soms (om eenzelfde reden) tegen het gebruik van een domeinnaam worden opgetreden.

Het belang van intellectuele eigendom

Voor IT-ondernemingen zijn ‘intellectuele eigendommen’ vaak hun meest waardevolle bezit, zeker wanneer het een software gedreven onderneming betreft. Op grond van een Europese richtlijn wordt de bron- en objectcode van deze software namelijk auteursrechtelijk beschermd. En ook de grafische interface van programmatuur valt onder het auteursrecht, mits deze voldoende creatief is.

De auteursrechthebbende heeft het alleenrecht om de software te mogen gebruiken. Hij kan wel aan anderen een licentie (ook wel ‘gebruiksrecht’) geven. Aan deze licentie kan de auteursrechthebbende natuurlijk voorwaarden verbinden én hij kan hier een vergoeding voor vragen. Om een stuk software te kunnen exploiteren zijn dus met name deze auteursrechten van groot belang. En daarmee zijn auteursrechten vaak erg waardevol voor een organisatie.

Daarnaast kunnen natuurlijk ook merken, domeinnamen of octrooien een rol spelen. Heeft men wel de auteursrechten op een stuk software, maar bijvoorbeeld niet de bijbehorende (domein)naam, dan kan men alsnog niet zomaar de boer op. De merkhouder kan immers een verbodsactie instellen en een domeinnaam kan maar één keer geregistreerd worden. Gaat de domeinnaamhouder dwarsliggen, dan kan dat erg vervelend zijn.

De belangrijkste risico’s

Het zal meestal niet wenselijk zijn om uw intellectuele eigendomsrechten onder te brengen in een juridische entiteit van waaruit bedrijfsactiviteiten worden ontplooid. Bij deze entiteiten (vaak aangeduid als ‘werkmaatschappij’) rusten namelijk vaak de grootste continuïteitsrisico’s. Vanuit een werkmaatschappij worden bijvoorbeeld contracten gesloten met afnemers en toeleveranciers. Worden die contracten niet nagekomen, dan zal de werkmaatschappij als eerste worden aangesproken. Daarmee kan ook de liquiditeit van de werkmaatschappij onder druk komen te staan.

In het ergste geval resulteert het voorgaande in een faillissement van de werkmaatschappij. Er zal dan een curator worden aangesteld om het faillissement af te wikkelen. De primaire doelstelling voor de curator is om openstaande vorderingen van schuldeisers zoveel mogelijk te voldoen. En om dat te realiseren, zal hij mogelijk ook de bezittingen van de werkmaatschappij verkopen. Met die bezittingen bedoel ik ook uw intellectuele eigendomsrechten; die vallen in principe gewoon in de boedel. 

(Intellectuele) eigendommen veiligstellen

Om uw intellectuele eigendommen te beschermen tegen het hiervoor beschreven scenario, is het verstandig om deze onder te brengen in een andere entiteit die aan minder risico’s wordt blootgesteld. Dit kan bijvoorbeeld een (tussen)holding zijn of een afzonderlijke vennootschap voor research and development. Dit moet u wel op voorhand regelen. Na het faillissement bent u immers niet meer beschikkingsbevoegd en heeft de curator het voor het zeggen.

Voordat u rechten kunt veiligstellen, zal eerst geïnventariseerd moeten worden welke intellectuele eigendommen u bezit. Die inventarisatie leidt soms tot verrassende inzichten. Heeft u bijvoorbeeld software laten ontwikkelen door een derde partij (let op: daarmee bedoel ik óók een freelancer), dan is het überhaupt nog maar de vraag of u wel rechthebbende bent. Het uitgangspunt in de Auteurswet is namelijk dat de auteursrechten toekomen aan de ‘maker’ (lees: programmeur) of zijn werkgever. Als u software ‘in opdracht’ laat maken, dan gaan de auteursrechten niet automatisch over, ook al heeft u dubbel en dwars voor de ontwikkeling betaald. Is dit in het verleden niet goed geregeld, dan zijn er dus mogelijk herstelwerkzaamheden nodig.

Enkele aandachtspunten

U kunt uw intellectuele eigendomsrechten niet zomaar van de ene naar de andere entiteit overhevelen. Hierbij spelen zowel juridische als fiscale aandachtspunten een rol. Een eerste belangrijk punt van aandacht is dat er voor de overgedragen rechten een reële prijs moet worden betaald. Is dat niet het geval, dan zou een curator kunnen betogen dat de overdracht ‘paulianeus’ is en de schuldeisers van de werkmaatschappij onevenredig benadeeld. De curator heeft dan de mogelijkheid om de overdracht te vernietigen. Het vaststellen van een reële prijs is niet altijd eenvoudig. Eventueel kan een register valuator helpen om deze te bepalen.

Daarnaast spelen ook fiscale aspecten een rol. Zo moet er in principe gewoon belasting worden betaald bij de overdracht van intellectuele eigendommen. Ik zeg nadrukkelijk ‘in principe’, want vormen de betrokken juridische entiteiten een fiscale eenheid dan is belasting betalen niet aan de orde. En maakt u gebruik van bijvoorbeeld de Innovatiebox of de WBSO-regeling, of maakt u gebruik van innovatiesubsidies? Dan zal ook zorgvuldig gekeken moeten worden naar de impact die het schuiven met intellectuele eigendomsrechten daarop heeft.

Afsluitend

De economische ontwikkelingen van de afgelopen periode laten zien dat men het welvaren van zijn of haar onderneming niet altijd zelf in de hand heeft. Ook als het met uw onderneming goed gaat, is het verstandig om u voor te bereiden op mindere tijden. Voor IT-ondernemingen is het veiligstellen van intellectuele eigendomsrechten daarbij een essentiële stap. In een aantal overzichtelijke stappen valt hier voor veel ondernemers nog een hoop winst te behalen.

Terug naar overzicht