De Digital Services Act reguleert onder andere online informatie en de rol van platformen. Wat zijn de doelen van de DSA en aan wie worden verplichtingen opgelegd.
“Migranten ontvoeren en eten onze huisdieren op”. “De aarde is plat.” “De mens is nooit naar de maan geweest, alles is opgenomen in een Hollywood-studio”. Dit zijn drie uitspraken die feitelijk onjuist zijn. Maar het zijn uitspraken die niet verboden zijn. Tegelijkertijd zijn het drie uitspraken die, gedaan door de juiste persoon, op het juiste tijdstip en op het juiste platform, wel enorme impact kunnen hebben. Onder andere daarom is men vanuit Europa met de Digital Services Act, of kortweg DSA, gekomen. Niet alleen daarom, want er zijn nog veel meer redenen waarom het nodig was om met nieuwe wetgeving te komen. Maar wie moet er iets met deze DSA?
Dagelijks gebruiken we met z’n allen informatie op het internet. We publiceren, lezen, delen en verspreiden op grote schaal informatie. Of het nu het laatste nieuws is, de nieuwste vlog van een Youtuber of gewoon even scrollen door je tijdlijn op je favoriete sociale medium. Leuke, interessante, grappige, spannende of informatieve content passeert de revue. Tot zo ver alles okay.
Het wordt spannender als de content illegaal is. Illegale films, haatzaaiende berichten op social media of reclame voor een nepwebshop waar je vervolgens wordt opgelicht. Het zijn allemaal voorbeelden van content waar de DSA een stokje voor probeert te steken. De DSA doet dat op een bijzondere manier. Het is niet direct de plaatser van de illegale content die zich zorgen moet maken om de maatregelen uit de DSA, maar juist de platformen die de content faciliteren. Dat heeft enige uitleg nodig.
Als plaatser of verspreider van illegale materialen loop je uiteraard een risico om gepakt te worden. Auteursrechtelijk beschermd materiaal zonder toestemming van de rechthebbende verspreiden is verboden onder de Auteurswet. Zonder toestemming van de afgebeelde persoon deepfake pornografisch materiaal maken en verspreiden is strafbaar volgens ons Wetboek van Strafrecht. De maker of verspreider hiervan is degene die de handhavers willen hebben. Maar ook de platformen waarop deze content wordt verspreid hebben een verantwoordelijkheid. Deze verantwoordelijkheid is er al ruim twintig jaar, maar met de DSA wordt de verantwoordelijkheid aangepast aan het huidige digitale tijdperk.
Maar wie zijn die platformen nu precies en welke verantwoordelijkheden hebben ze? Moeten ze optreden als een gebruiker zegt dat migranten huisdieren opeten? Of als iemand deepfake pornografisch materiaal verspreidt? En waarom zouden ze moeten optreden? Ze zijn immers de neutrale tussenpersonen die informatie-uitwisseling faciliteren, maar die niet aansprakelijk zijn voor de inhoud. Zouden ze dat wel zijn, dan zouden veel platformen zich wel even achter de oren krabben voordat ze een platform lanceren. En dat komt het vrije internet natuurlijk niet ten goede. We hebben al tijden wetgeving waarin dit is vastgelegd omdat het wordt gezien als een basisvereiste voor een werkend internet. Die wetgeving is ooit ontstaan uit The Twenty-Six Words That Created the Internet.
Het is niet zo dat platformen in het geheel niet aansprakelijk zijn. Als ze gewezen worden op illegale content moeten ze optreden. En juist op dit gebied speelde verschillende Europese landen met de gedachte om met eigen wetgeving te komen om de aansprakelijkheid van platformen te verduidelijken. Daar heeft Europa het stokje opgepakt en is er een Europese wet gekomen die dit centraal regelt. Zo is de DSA geboren.
De DSA kent meer inhoud dan alleen het reguleren van illegale content. Daarover in een later artikel meer. Om die inhoud beter te begrijpen is het noodzakelijk om een blik te werpen op de platformen. Wie zijn deze massaverspreiders van informatie en hoe ver gaat hun verantwoordelijkheid? De DSA geldt voor tussenhandelsdiensten. Een mooie juridische term voor diensten die informatie van A naar B brengen. Technisch kun je dat op verschillende manieren doen met verschillende vormen van bemoeienis met de inhoud van die informatie. De DSA onderscheidt drie verschillende vormen van een tussenhandelsdienst.
De eerste is “mere conduit“, of eenvoudigweg transmissiediensten. Diensten die het versturen van informatie over een communicatienetwerk mogelijk maken. Een voorbeeld? Je internetprovider. Daarnaast zijn er cachingdiensten. Dat zijn diensten die informatie over een communicatienetwerk doorgeven en automatisch tijdelijk opslaan om latere doorgifte van die informatie doeltreffender te maken. Klinkt ingewikkeld? Denk bijvoorbeeld aan een dienst die tijdelijk content opslaat om de laadtijd van een website te verbeteren. De laatste tussenhandelsdienst is een hostingdienst. Dergelijke diensten slaan op verzoek van een gebruiker informatie op. Dat kan je eigen persoonlijke opslag in de cloud zijn, maar ook een van de sociale media.
De aandacht ligt in de DSA vooral op die laatste groep, de hostingdiensten. Wellicht heb je de term VLOP of VLOSE al eens langs zien komen. Very Large Online Platform of Very Large Online Search Engine. Dat zijn de grote jongens die iedere maand minimaal 45 miljoen actieve gebruikers hebben. Deze hebben een speciaal plekje in de DSA gekregen omdat ze door hun omvang grote invloed hebben. Zeer recent heeft de Europese Commissie enkele van deze partijen op basis van de DSA bijvoorbeeld om uitleg gevraagd over hun algoritmes. De manier waarop die algoritmes ons in een bubbel zuigen en houden is mogelijk schadelijk voor onze mentale gezondheid en daar moeten deze platformen maatregelen voor treffen, zo stelt de Europese Commissie.
Het zijn niet alleen deze heel grote jongens die iets moeten met de DSA. Ook platformen met minder dan 45 miljoen actieve maandelijkse gebruikers waar consumenten bij handelaren iets kunnen kopen – zoals Marktplaats – vallen onder de reikwijdte van de DSA. Afhankelijk van de reikwijdte en invloed van een platform gelden er specifieke verplichtingen voor het soort platform.
Met de DSA probeert Europa een veiligere en meer open digitale wereld te creëren waar onze Europese normen centraal staan. Dat zijn veel politieke woorden om uiteindelijk een internet te willen creëren waar mensen gewoon normaal tegen elkaar doen en kunnen vertrouwen op de inhoud die aan wordt geboden.
Heb je hulp nodig bij het inventariseren welke verantwoordelijkheden op jouw organisatie rusten of het maken van een inschatting van de risico’s met betrekking tot aansprakelijkheid? Wij staan klaar om te helpen. Bezoek onze website voor meer informatie en ontdek hoe we jouw organisatie kunnen ondersteunen.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.