Als ondernemer heb je vaak te maken met samenwerking met andere partijen. Zo’n samenwerking is rozenkleur en maneschijn als het allemaal op rolletjes loopt. Maar helaas is de realiteit ook wel eens anders: samenwerkingen kunnen anders verlopen dan hoe partijen in eerste instantie voor ogen hadden. En dan kan er bijvoorbeeld ook schade ontstaan. Wat kan je dan het beste doen?
In het meest positieve geval valt het probleem mee, en kan je het probleem samen op lossen. Als je niet goed met elkaar door één deur kan, maar toch het probleem wil oplossen dan kan mediation een goede oplossing vormen. Soms kan er echter zoveel schade ontstaan dat de samenwerking escaleert en er een onwerkbare situatie komt en ook mediation geen zin meer heeft, bijvoorbeeld omdat niet beide partijen daar aan mee willen werken. Het liefst zou je de andere partij dan direct aansprakelijk willen houden voor alle schade die je lijdt en hebt geleden en de overeenkomst per direct ontbinden.
Maar… volgens de wet kan je niet zomaar schadevergoeding krijgen of een overeenkomst ontbinden. De tekortschietende partij, ook wel de schuldenaar genoemd, moet je meestal nog een mogelijkheid bieden om alsnog zijn afspraken na te komen. Je moet als het ware een tweede kans bieden. Een boze brief waarin je van de daken schreeuwt dat de samenwerking ten gronde is, en dat dat de schuld van de ander is, en dat je daarom schadevergoeding vraagt, is dus niet voldoende. Je moet de schuldenaar daadwerkelijk de mogelijkheid bieden om tekortkomingen te herstellen. Je moet de schuldenaar daarom ook heel goed informeren over wát hij moet herstellen.
Ook moet de schuldenaar de mogelijkheid hebben om die gebreken binnen een bepaalde, redelijke termijn te herstellen. Een te korte termijn is dus niet genoeg: de schuldenaar moet echt de mogelijkheid hebben om beterschap te geven.
Als de brief aan deze vereisten voldoet, dan is deze te kwalificeren als een zogenaamde ingebrekestelling. Overigens merk ik nog wel op dat partijen andere contractuele afspraken kunnen maken over wanneer schadevergoeding mag worden gevorderd, en of de overeenkomst mag worden ontbonden.
Op basis van de wet geldt dat, als de schuldenaar ook na de gestelde termijn niet na komt, hij dan – juridisch gezegd – in verzuim is. Verzuim is een vereiste voor het ontstaan van de bevoegdheid tot het eisen van schadevergoeding en bijvoorbeeld om de overeenkomst (al dan niet geheel) te ontbinden. Of je dat ook inderdaad mag, zal vooral afhangen van de feiten en omstandigheden van het geval.
Een ingebrekestelling is echter niet altijd nuttig en ook niet nodig. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat je hebt afgesproken dat een bepaalde vracht geleverd zou worden, maar dat de vracht door een brand is verwoest. In zo’n geval is nakoming “blijvend” (of soms tijdelijk) onmogelijk, en kan een ingebrekestelling achterwege blijven.
Ook geeft de wet een aantal voorbeelden wanneer geen ingebrekestelling vereist is, en verzuim “van rechtswege” in treedt. Een belangrijk voorbeeld in IT-land is het overschrijden van een fatale termijn. Zoals in het geval software écht op een bepaald moment noodzakelijk is, omdat anders – als het te laat zou worden geleverd – de software niet meer nodig is. Ook als een verplichting uit onrechtmatige daad of schadevergoeding niet wordt nagekomen, kan direct sprake zijn van verzuim. En ten slotte geeft de wet het voorbeeld dat er direct sprake is van verzuim, zonder dat een ingebrekestelling is vereist, als uit een mededeling van de schuldenaar kan worden afgeleid dat hij niet meer zal nakomen (“Het is klaar, ik ga helemaal niets meer voor je doen, de software ga ik niet leveren.”).
Wat veel juristen vergeten is dat deze lijst niet uitputtend is bedoeld. Ook in sommige andere gevallen kan een ingebrekestelling achterwege blijven. Een voorbeeld uit de rechtspraak is het geval waarin de strekking van de “boze brief” in de gegeven omstandigheden duidelijk moet zijn geworden aan de schuldenaar: namelijk herstel van gebreken.
Natuurlijk kunnen “boze brieven” in veel situaties bijzonder nuttig zijn. Situaties kunnen worden geëscaleerd, zodat de ernst van de situatie eindelijk eens door dringt tot de tekortschietende partij. Maar let er dus op: als je ook schadevergoeding wil, of als je onder de overeenkomst uit wil, kan het nodig zijn dat de boze brief voldoet aan een aantal extra eisen. En in zo’n geval red je het niet met alleen boos zijn…
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.