Handtekening met applet rechtsgeldig?

Op het moment maken diverse internetbedrijven gebruik van de zogenoemde “elektronische handtekening”? in de vorm van een applet. Met deze elektronische handtekening worden onder andere aanvraagformulieren voor domeinnamen van de SIDN ondertekend.

Een voorbeeld kunt u bekijken op: http://www.avviso.nl/paint/

Het doel van een elektronische handtekening ligt erin om te voorzien in:
-zekerheid over identiteit van de afzender van elektronische gegevens (authenciteit); -zekerheid over de onveranderlijkheid van verzonden elektronische gegevens (integriteit).

De elektronische handtekening, die gebruik maakt van een applet, valt te kwalificeren als een (gewone) elektronische handtekening in de zin van artikel 3:15a, lid 4 BW. De handtekening, die wordt geplaatst, door middel een applet bestaat uit elektronische gegevens. Dit is echter nog onvoldoende om van een elektronische handtekening te kunnen spreken. De wet vereist hiervoor een vasthechting of logische associatie met andere elektronische gegevens. Deze vasthechting of logische associatie kan je gemakkelijk bereiken door de gescande handtekening in een document of e-mail te plaatsen. Door dit verband kan de handtekening gebruikt worden voor authentificatie. Om meer zekerheid te creëren zou je de handtekening ook nog kunnen koppelen aan een ip-adres. Maar of dat meer waarde voor een rechter heeft, valt te betwisten.

De “gewone”? elektronische handtekeningen kunnen betrekkelijk eenvoudig gemanipuleerd of anderszins oneigenlijk gebruikt en/of misbruikt worden. Bij een gewone elektronische handtekening moet de ondertekenaar dan ook bewijzen dat de gebruikte handtekening voldoende betrouwbaar en dus rechtsgeldig is, tenzij de rechter een omgekeerde bewijslast formuleert. Nog even voor de duidelijkheid: de gewone elektronische handtekening hoeft niet persoonsgebonden te zijn, maar moet wel dienen als middel voor authentificatie.

Het is jammer dat er nog geen Nederlandse rechtspraak over dit onderwerp is. Waarschijnlijk worden dergelijke ingebrachte middelen nooit of onvoldoende betwist door partijen. Ook kan het zijn, dat ingebrachte middelen niet voor bewijs worden gebruikt door de rechter, omdat hij zijn oordeel reeds vormt op basis van ander bewijs. Daarnaast is het mogelijk dat geen expliciete waardering van dergelijke middelen wordt gegeven, omdat de betreffende rechters onvoldoende op de hoogte zijn van manipulatiemogelijkheden van ingebrachte elektronische middelen.

Een rechter zal naar mijn mening de handtekening, aangemaakt met een applet, niet toestaan als bewijsmiddel voor zekerheid over de authenciteit en integriteit van een elektronische overeenkomst. Gezien voorgenoemde is het gedoogbeleid omtrent deze vorm van tekenen, dat de SIDN hanteert, enigszins merkwaardig te noemen.

Terug naar overzicht