Kort antwoord: nee, dat kan dus niet (aldus de Autoriteit Persoonsgegevens – hierna: ‘AP’ - als we de gegeven voorlichting eens doornemen). En als we eerlijk zijn begrijpen we natuurlijk allemaal wel dat de inzet van technieken als gezichtsherkenning in supermarkten iets te verrijkend is voor het doel dat de techniek hier veelal dient. Het doel, het beveiligen van personeel en eigendommen, is duidelijk, maar kan het niet op een iets minder ingrijpende manier? En, is de inzet van gezichtsherkenning überhaupt proportioneel te noemen om de genoemde belangen te beschermen?
Aan het begin van deze maand liet onze privacy toezichthouder op vriendelijke doch duidelijke wijze weten hoe het denkt over het gebruik van biometrie in supermarkten. Dit nadat de AP ‘diverse signalen had ontvangen over supermarktondernemers die camera’s met gezichtsherkenning inzetten’. Laten we zeggen dat supermarkten zich na deze informatie nog een keer goed achter de oren zullen krabben voorafgaand aan het gebruik van deze technologie.
In een (erg heldere) informatiebrief gericht aan branchevereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel werden de voorwaarden uiteengezet waaronder het gebruik van gezichtsherkenningscamera’s in de supermarkt is toegestaan. Hoewel de brief qua instructie weinig nieuwigheid brengt (zie mijn vorige blogs – hier, hier en hier - over de voorwaarden voor de inzet van biometrie en gezichtsherkenning), geeft het een duidelijke uiteenzetting van de specifieke voorwaarden voor gezichtsherkenning en biedt het daarmee ook meteen een kijkje in de keuken bij de AP.
Zo wordt al gauw duidelijk hoe heet de soep wordt opgediend bij de AP (ha!): “In algemene zin ziet de AP onder de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) zeer weinig ruimte om camera’s met gezichtsherkenning in te zetten.” Waar expliciete toestemming namelijk als nagenoeg onmogelijk wordt beschouwd voor de inzet ten behoeve van het bovenstaande doeleinde, wordt ook een beroep op een gerechtvaardigd eigen belang afgewezen. De lat wordt hiervoor namelijk erg hoog gelegd. In lijn met mijn eerdere blogs over dit onderwerp wordt ook hier de parallel getrokken met het beveiligen van een kerncentrale. Niet helemaal hetzelfde als het veiligstellen van mango’s bij de plaatselijke appie als je het mij vraagt.
Dat met name gekeken wordt naar de vraag of het beveiligen van winkel en personeel niet kan op de manier die we al kennen – namelijk met een ‘normale’ camera – is wat mij betreft tekenend voor het debat omtrent de inzet van gezichtsherkenning. Immers, de techniek wordt vaak ingezet om problemen te bestrijden die er niet zijn. En als gezichtsherkenning in supermarkten al ingezet wordt om veelplegers te weren, dan ben ik benieuwd of dit niet ook zou kunnen middels het inzetten van beveiligingspersoneel. Een ‘middel’ dat hoe dan ook een must lijkt om deze personen ook fysiek buiten de winkel te kunnen houden als ze eenmaal gespot zijn.
Helemaal uitgesloten is de inzet in supermarkten namelijk niet. Buiten dat de Autoriteit Persoonsgegevens een kleine mogelijkheid openlaat – waarbij het de voorkeur verdient ‘alleen hen te filmen die zijn opgenomen in bijvoorbeeld een ‘waarschuwingsregister van veelplegers’ (uhm, wat? Hoe dan?)’ - zijn er ook andere doeleinden denkbaar om gezichtsherkenning voor in te zetten. Zo wordt in het buitenland op verschillende plekken al veelvuldig getest met het gebruik van gezichtsherkenning bij het afrekenen. Ook voor deze doeleinden is het natuurlijk belangrijk om vooraf een goede inschatting te maken van de privacy risico’s en hoe je deze denkt te ondervangen.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.