Garantie op de garantie?

Garantie op een product blijft voor interessante praktische en juridische discussies zorgen. Als een consument in een webwinkel een product aanschaft mag de consument verwachtingen van het product hebben. Een product moet conform de redelijke verwachtingen van de consument zijn. Dit wordt ook wel de conformiteitseis of ‘wettelijke garantie’ genoemd (niet te verwarren met de fabrieksgarantie die een fabrikant afgeeft). Als een product niet aan de redelijke verwachtingen voldoet moet de verkoper het product repareren of vervangen. Maar hoe zit het met de ‘garantie’ op de reparatie of vervanging?

Een concreet voorbeeld om de problematiek in te leiden:

Een consument schaft in een webwinkel een TV aan waarvan de consument mag verwachten dat deze minimaal vijf jaar werkt. Na vier jaar blijkt dat de TV is overleden en de coulante webwinkelier stuurt de consument kosteloos eenzelfde model als vervangende TV.

Wat mag de consument van deze vervangende TV verwachten? Is deze slechts bedoeld om er voor te zorgen dat de consument, op basis van de eerste koopovereenkomst, vijf jaar lang een werkende TV heeft? In dat geval hoeft de TV uit het voorbeeld maar één jaar mee te gaan. Of moet deze vervangende TV ook weer voldoen aan de redelijke verwachtingen die de consument heeft? Met andere woorden, moet deze ook weer vijf jaar meegaan?

Deze vragen zijn niet gemakkelijk te beantwoorden. Als een product niet aan de overeenkomst voldoet kan de consument herstel of vervanging eisen. In de eerste zes maanden na aankoop wordt het defect geacht aanwezig te zijn geweest bij de koop. Daarna is het aan de consument om te bewijzen dat het defect niet aan hem te wijten is.De eis van de consument moet redelijk zijn. Hij of zij mag geen vervanging eisen terwijl reparatie vele malen goedkoper zou zijn.

Juridisch gezien is de verkoper uit het bovenstaande voorbeeld de (koop)overeenkomst niet nagekomen. De geleverde TV voldoet immers niet omdat deze na vier jaar is overleden. Om de (koop)overeenkomst te repareren heeft de webwinkelier een vervangend model gestuurd. Als dit model er voor zorgt dat de consument vijf jaar lang TV heeft kunnen kijken voldoet de winkelier alsnog aan de (koop)overeenkomst.

Wat nu als de vervangende TV na één jaar en één maand kapot gaat? Pech voor de consument, of pech voor de winkelier die wederom over moet gaan tot reparatie of vervanging? Vanuit het oogpunt van de consument kan gesteld worden dat ook de vervangende TV aan redelijke verwachtingen moet voldoen. Zonder de technologische vooruitgang mee te nemen kan er, simpel gezegd, vanuit gegaan worden dat de vervangende TV óók vijf jaar mee moet gaan. Deze TV heeft ook een economische levensduur en van deze TV mag de consument ook iets verwachten.

Helaas heeft de consument uit het voorbeeld pech als de vervangende TV na één jaar en één maand kapot gaat. De webwinkelier is zijn verplichting uit de overeenkomst nagekomen en is niet verplicht om ook het vervangende model kosteloos te herstellen of te repareren. Een kleine kanttekening kan er bij dit voorbeeld wel gemaakt worden. Als de consument de TV al vier jaar gebruikt heeft is het redelijk dat de consument voor de reparatie of de vervanging een vergoeding betaalt aan de webwinkelier.

 

 

Terug naar overzicht