Alsnog, meer dan twee jaar na het inleveren van mijn scriptie, een klein vreugde dansje! Eindelijk een uitspraak over Fair, Reasonable and Non-Discriminatory (hierna: “FRAND”) licensing terms. Én een Nederlandse nog wel (al is het op basis van Frans recht). Het gaat hier om de voorwaarden die afgedwongen worden voor licenties voor octrooien welke onderdeel uitmaken van een standaard.
Nadat er geschikt was tussen Nokia en Qualcomm en de Commissie haar zaak tegen Qualcomm niet heeft doorgezet, is er over dit onderwerp nauwelijks een zinnig juridisch woord gezegd. Dankzij de voortdurende strijd tussen Samsung en Apple, is het dan toch een feit.
Een standaard wordt ontwikkeld om innovatie en concurrentie te stimuleren en is vaak zelfs noodzakelijk als we het hebben over onderwerpen als compatibiliteit. Stelt u zich voor dat elke mobiele telefoon-fabrikant eigen technologie zou gebruiken voor het oproepen van een andere telefoon, dan kunnen in “the worst case scenario” alleen telefoons van dezelfde maker met elkaar communiceren en is er een grote kans op een (voor de consumenten) ongewilde monopoliepositie van de maker.
Technologische standaarden zoals de 3G standaard, bestaan vaak (onder andere) uit technologie die het eigendom is van een bedrijf. Om gebruik te mogen maken van de standaard moet dan een licentie worden verkregen voor het gebruik van de technologie. U begrijpt, misbruik van macht behoort hier tot de mogelijkheden. Het is zeer aanlokkelijk om als bedrijf en eigenaar van (een deel van) de standaard uw concurrenten geen licentie te verlenen of een veel te dure licentie te verlenen.
Met deze gedachte hebben (Europeese) Standard Setting Organizations zoals ETSI de term FRAND in het leven geroepen. Dit is een afkorting van het Engelse Fair, Reasonable and Non-Discriminatory. Een bedrijf dat een onderdeel van een standaard wilt leveren, moet eerst verklaren onder FRAND voorwaarden licenties af te zullen geven.
Het enige wat ze daarbij achterwege hebben gelaten is het uitleggen van FRAND en de belofte daartoe, met als reden dat ze zich niet mogen bemoeien met de mededinging. Bijvoorbeeld, het vaststellen wat een FRANDly prijs is, is tevens te zien als een prijsafspraak.
In de uitspraak in de zaak tussen Samsung en Apple speelde dat Samsung een (essentieel) octrooi heeft dat onderdeel uitmaakt van de 3G standaard. Apple gebruikt de 3G standaard in haar Iphone maar heeft geen licentie voor het gebruik de techniek zoals uitgevonden door Samsung. Zoals te verwachten, sleepte Samsung Apple dan ook voor het gerecht.
De rechter oordeelde dat er Samsung inderdaad een octrooi heeft dat onderdeel uitmaakt van de standaard en dat Apple daar wel degelijk een vergunning voor nodig heeft. Echter omdat Samsung haar nog geen FRAND aanbod had gedaan en Samsung dat wel heeft toegezegd aan ETSI, is de weg naar een inbreukverbod nog gesloten.
Wat hier concreet is geworden over FRAND of eigenlijk het doen van een belofte tot het geven van een licentie onder FRAND-terms, is:
Ik kan me hier in vinden. Nu ben ik nog (steeds) benieuwd naar de concrete uitleg van FRAND. In mijn optiek kunnen de begrippen worden uitgelegd naar de overeenkomstige begrippen zoals gebruikt in het mededingingsrecht. Misschien dat de rechter zich hier alsnog over uitspreekt als Samsung en Iphone er niet uitkomen. óf dat de Europese Mededingingsautoriteit hierop terugkomt nu er onderzoeken naar beide partijen lijken te lopen.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.