Het is al laat, u moet om negen uur uw Facebookbijdrage verdedigen. Het is even zoeken naar het statige gebouw van de Oversight Board van Facebook. In deze wijk zijn onder andere het College van Beroep voor het Twitterleven, de Afdeling Rechtspraak van de Raad van TikTok en het International Court of YouTube Justice gevestigd. Het is even zoeken, maar u heeft uw bestemming bereikt!
Bovenstaande is natuurlijk fictie, ware het niet voor het feit dat de Oversight Board van Facebook wel degelijk bestaat. Facebook heeft de Oversight Board opgericht om onafhankelijk te oordelen over de juistheid van beslissingen. In hoeverre dit daadwerkelijk onafhankelijk gebeurt, is de vraag. De werkwijze is als volgt: als Facebook een bijdrage verwijdert omdat de bijdrage in strijd is met de regels van het netwerk, kan de Oversight Board deze beslissing terugdraaien.
Gekscherend wordt het ook wel het hooggerechtshof van Facebook genoemd. Toch geeft die naam wel een indicatie voor de rol die de Oversight Board vervult. Stel dat Facebook een bijdrage verwijdert omdat het in strijd is met de regels van het netwerk. De gebruiker die de bijdrage online heeft gezet kan hiertegen in beroep gaan via een interne klachtenprocedure. Als de gebruiker het vervolgens niet eens is met de uitkomst van die interne klachtenprocedure, kan de zaak aangebracht worden bij de Oversight Board. Op dit moment bestaat de Oversight Board uit minder dan 100 mensen op een schamele drie miljard Facebookgebruikers. De focus ligt dus vooral op bepaalde high-profile zaken. Zo komt de Oversight Board binnenkort met een uitspraak over het verbannen van Donald Trump en over het verwijderen van een Zwarte Piet-bijdrage.
Beslissingen over andere ethische vraagstukken, zoals het beïnvloeden van mensen met algoritmes, hoeven we niet te verwachten. De Oversight Board gaat enkel over klachten met betrekking tot content die door Facebook is verwijderd. Daarbij is het ook alleen als het verwijderen gebeurt op grond van de huisregels. Als Facebook beslist om content te verwijderen op grond van bijvoorbeeld de Auteurswet, dan zal de Oversight Board zich daar niet mee bemoeien.
Een voorbeeld van een zaak die is behandeld door de Oversight Board is de Goebbels-zaak. In deze zaak ging het om een gebruiker die een citaat van Joseph Goebbels, de minister van Volksvoorlichting en Propaganda in nazi-Duitsland, op Facebook had geplaatst. Het was een citaat waarmee de gebruiker het sentiment van de Verenigde Staten onder Trump wilde vergelijken met dat van nazi-Duitsland. Facebook verwijderde de bijdrage omdat Goebbels op een lijst met gevaarlijke personen en organisaties staat. Gebruikers mogen alleen content over personen die op de lijst staan delen als zij duidelijk maken dat ze die personen niet prijzen of steunen.
Het probleem waar de Oversight Board tegenaan liep was dat Facebook deze regels alleen intern hanteert. Uit de huisregels van Facebook blijken deze regels namelijk niet. Ook is de lijst met gevaarlijke personen en organisaties niet beschikbaar voor de buitenwereld. De regel waar de gebruiker zich in dit geval aan diende te houden was dus alleen bekend bij de content-moderators zelf. De Oversight Board oordeelde dat dit in strijd is met de internationale mensenrechten. Dat is opvallend want de Oversight Board kan moeilijk worden gezien als een echt gerechtshof, toch doet de Oversight Board uitspraken over mensenrechten. Een regel die, in dit geval, de vrijheid van meningsuiting beperkt, moet duidelijk, precies en voorzienbaar zijn. De bijdrage moest dus teruggeplaatst worden.
Facebook moet een uitspraak van de Oversight Board binnen zeven dagen honoreren, tenzij dat in strijd met de wet zou zijn. Facebook moest het citaat van Goebbels uit het voorbeeld hierboven dus weer online zetten. Je zou denken dat Facebook vervolgens allerlei maatregelen kan nemen om te voorkomen dat dit nog een keer voorkomt, inclusief het aanpassen van de algoritmes. Het toverwoord is hierbij 'kan', want Facebook hoeft verder niets met de uitspraak te doen. De individuele bijdrage moet wel hersteld worden, maar de uitspraak heeft geen precedentwerking. Dus iedere bijdrage met hetzelfde citaat die al geplaatst is of nog gaat worden kan alsnog verwijderd worden. De vraag is dan ook of juristen hier al te veel aandacht aan moeten besteden. Hoe sterk sta je met een uitspraak van de Oversight Board in je hand? Door het gebrek aan een precedentwerking wordt van Facebook niet verwacht dat het in het vervolg of in vergelijkbare gevallen anders gaat handelen. Waarom zou een ‘gewone’ burger dat dan wel moeten doen?
De rol van de Oversight Board is dan ook beperkt. De beslissingen zijn enkel van belang voor de individuele gebruiker wiens bijdrage in het geding is, tenzij Facebook uit eigen beweging besluit om toch beleidswijzigingen door te voeren.
Voorstanders vinden dat Facebook met de Oversight Board een innovatieve vorm van global governance in het leven heeft geroepen die kan bijspringen waar nationaal recht tekort schiet. Tegenstanders twijfelen aan de onafhankelijkheid en zijn bang dat de Oversight Board enkel een papieren tijger is. Het project staat nu nog in de kinderschoenen en het heeft zes jaar om zichzelf te bewijzen (Facebook kan na zes jaar beslissen of het de Oversight Board opheft of niet). Wellicht zien we over enkele jaren dan toch opeens ook het College van Beroep voor het Twitterleven, de Afdeling Rechtspraak van de Raad van TikTok en het International Court of YouTube Justice op het toneel verschijnen!
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.