In deze blogserie bespreken we de regels rondom direct marketing. In ‘direct marketingrecht #1’ schreef ik over de regelgeving met betrekking tot het handelen in data. Uit deze blog bleek dat er mogelijkheden zijn om data te verhandelen. In ‘direct marketingrecht #2’ legde ik uit dat deze verhandelde data vaak wordt gebruikt voor reclamedoeleinden, bijvoorbeeld via telemarketing. Ook besprak ik in deze blog onder welke omstandigheden telemarketing dan mogelijk is. Deze derde blog staat in het teken van de regels rondom elektronische berichten.
Een andere manier van het gebruik van persoonsgegevens om reclame te maken, is het sturen van elektronische berichten aan potentiële leads. Elektronische berichten zijn bijvoorbeeld e-mails of app-berichten. In deze elektronische berichten worden producten of diensten aangeprezen. Dit wordt ook wel e-marketing genoemd.
Ook voor e-marketing geldt dat, zodra is vastgesteld dat je de persoonsgegevens rechtmatig hebt verkregen, je kunt nagaan of de gegevens voor e-marketing ingezet mogen worden. Hiervoor gelden de regels uit de Telecommunicatiewet, maar dit zijn andere regels dan voor telemarketing.
Deze regels uit de Telecommunicatiewet hebben betrekking op ongevraagde elektronische berichten (zoals e-mail en sms) met commerciële inhoud, die via een automatisch oproep- of communicatiesysteem worden verzonden. Marketing e-mails dus. Een elektronisch bericht is al commercieel als het doel van het bericht het genereren van meer bekendheid of meer klanten is. Ook een e-mail ‘het lijkt of u vergeten bent het aanmeldformulier in te zenden’, of ‘wilt u opnieuw toestemming geven voor onze nieuwsbrief?’ is een commercieel elektronisch bericht. Voor het verzenden van dit soort berichten gelden strikte regels uit de Telecommunicatiewet.
Waar je bij telemarketing je CRM-systeem kan gebruiken zolang geen van je klanten verzet heeft geboden, geldt voor het versturen van een commercieel elektronisch bericht, bijvoorbeeld een digitale nieuwsbrief, dat in de meeste gevallen voorafgaande uitdrukkelijke toestemming nodig is van de ontvanger. De toestemming moet vrij, specifiek, geïnformeerd en ondubbelzinnig zijn. Een simpel ‘ik ontvang graag de nieuwsbrief’ is onvoldoende, zo was al te lezen in een recente blog van ons over de toestemmingsvraag voor de nieuwsbrief.
In enkele gevallen kan echter ook gewerkt worden met een zogenaamde opt-out. Dit is het geval als deze wordt gestuurd naar elektronische contactgegevens van bestaande klanten, waarbij geldt dat:
Voor e-marketing bestaat dus geen algemeen opt-out register, zoals bij telemarketing het Bel-me-niet Register.
Niet alleen aan wie je elektronische berichten mag verzenden is aan regels gebonden, ook de inhoud van het bericht moet aan een aantal voorwaarden voldoen.
Ook voor e-marketing is het mogelijk dat de spelregels gaan veranderen. Uit de huidige tekst van de e-Privacyverordening lijkt te volgen dat de Nederlandse regels, zoals hierboven beschreven, hetzelfde blijven. Enige verschil is dat de regels niet meer enkel gelden voor elektronische berichten verzonden via automatische oproep- en communicatiesystemen, maar via alle systemen. De definitieve tekst van de ePrivacyverordening is er echter nog niet. Het kan dus allemaal nog anders uitpakken.
Zowel de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) als de Autoriteit Consument en Markt (ACM) kunnen en zullen controleren of marketeers de juiste werkwijze hanteren. Is de data niet rechtmatig verkregen? Of wordt een gegeven opt-out genegeerd? Dan mag de AP of de ACM een boete opleggen. Zorg daarom dat u alleen met toestemming of aan klanten geboden opt-out reclame mailt of appt, en zorg dat je de betrokkene telkens goed informeert over het recht om verzet aan te tekenen.
In de volgende blog gaan we in op de regels op het gebied van reclamepost. Houd onze website in de gaten voor onze blog over dit onderwerp!
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.