In het adviseren en opstellen van ICT-contracten is het beperken van aansprakelijkheid van groot belang. Voor ICT-leveranciers is het lastig risico’s te beheersen en de neiging is dan ook de aansprakelijkheid zoveel mogelijk uit te sluiten. Hierbij wordt veelal gebruikgemaakt van het onderscheid tussen directe en indirecte schade en andere onduidelijke begrippen of door gebruik van de Engelse taal.
Onduidelijkheid in de betekenis van bepalingen brengt het risico met zich dat er altijd ruimte is voor een (onbedoelde) uitleg in geval van een conflict. Dit wil je nu juist voorkomen. Wij raden dan ook aan vooral duidelijk te zijn in de algemene voorwaarden en termen als directe en indirect te vermijden. Wil je toch vasthouden aan deze terminologie dan is het raadzaam duidelijke definities op te nemen in het contract of de algemene voorwaarden en/of een limitatieve opsomming van gebeurtenissen waarvan aansprakelijkheid kan worden aanvaard. Wel met een schadeplafond erbij.
Recent is uitspraak gedaan in een zaak waarbij de deze problematiek speelde. De bepalingen over de beperking -en uitsluiting van aansprakelijkheid werden onvoldoende duidelijk geacht. Op basis van het zogenaamde Haviltexcriterium is uiteindelijk de bedoeling van partijen vastgesteld door de rechtbank. Het betreft de zaak Ctac/Leaseweb.
In de zaak Ctac/Leaseweb heeft Leaseweb een schadevergoeding gevorderd van circa 5 miljoen vanwege de wanprestatie van Ctac inzake de implementatie van een SAP-omgeving. Eerder in het proces was reeds vastgesteld, bij tussenvonnis, dat Ctac toerekenbaar te kort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Leaseweb had de overeenkomst terecht ontbonden. Iedere tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst, maakt de leverancier schadeplichtig. In hoeverre schade vergoed dient te worden, wordt bepaald door hetgeen partijen hierover hebben afgesproken. Dus door de bepalingen betreffende beperking van de aansprakelijkheid, ook wel exoneratiebedingen genoemd.
De rechtbank achtte onduidelijk op welke wijze partijen de aansprakelijkheid hebben willen beperken met het exoneratiebeding:
“23.2.
A Party’s total liability per damaging event shall be limited to one million and two hundred fifty thousand Euro (€ 1,250,000.=).
23.3.
Neither Party shall be liable to the other Party in respect of any breach of an obligation, warranty or guarantee under the Agreement for loss of profits, contracts or goodwill or any type of special, indirect, consequential or economic loss […].”
LeaseWeb stelt dat zij deze schade niet zou hebben geleden als de overeenkomst door Ctac naar behoren was nagekomen. Het exoneratiebeding staat de toewijzing van deze schade niet in de weg. Zo is vermogensschade niet uitgesloten, omdat met ‘economic loss’ gedoeld wordt op gederfde winsten. Daarnaast bestaat de gevorderde schade vrijwel volledig uit vertragings- en vervangende schadevergoeding (herstelkosten om alsnog een SAP-omgeving te kunnen laten implementeren met behulp van derden).
Ctac stelde zich op het standpunt dat alle gevorderde schade van Leaseweb vermogensschade betrof en dat alle vormen van vermogensschade waren uitgesloten van aansprakelijkheid op basis van de genoemde uitsluiting van aansprakelijkheid wegens economic loss. Daarnaast meent Ctac dat de gevorderde schade grotendeels onder is uitgesloten vanwege het feit dat dit indirecte (indirect, consequential orschade betreft.
De rechtbank overweegt in deze (r.o. 4.28) het volgende:
“LeaseWeb stelt dat met ‘economic loss’ wordt gedoeld op gederfde winsten. Dit lijkt niet juist te zijn nu ‘loss for profit’ expliciet wordt genoemd in artikel 23, derde lid, van de MSA. Nu de maximale aansprakelijkheid per schadeveroorzakende gebeurtenis beperkt is tot € 1.250.000,00, lijkt het standpunt van Ctac dat alle vermogensschade is uitgesloten ook onjuist te zijn. Uit de beperking volgt immers dat partijen niet alle schade hebben willen uitsluiten, het is de rechtbank echter onduidelijk welke schade hieronder valt.”
Partijen werd daarom de gelegenheid gegeven hun standpunt in deze nader toe lichten. Onderzocht diende te worden wat nu precies de bedoeling was van partijen met deze beperking van aansprakelijkheid, ook wel het Haviltexcriterium genoemd. Ook is nadrukkelijk bezien hoe de verschillende beperkingen in de overeenkomst zich verhouden tot elkaar.
Uit het onderhandelingsproces voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst blijkt dat partijen een onderscheid hebben willen maken in beperking van aansprakelijkheid voor directe schade met een schadeplafond en een uitsluiting van aansprakelijkheid voor indirecte schade. Een en ander conform gebruik in de ICT-branche.
De grootste schadepost ziet op de herstelkosten om alsnog de implementatie van de gewenste SAP-omgeving te bewerkstelligen. Dit betreffen de kosten van ingeschakelde externe projectleden van ruim 3 miljoen. Deze schade wordt gekwalificeerd als directe schade omdat deze kosten gemaakt moesten worden om de tekortkoming van Ctac te herstellen en zijn daarmee het rechtstreeks en onmiddellijke gevolg van de wanprestatie van Ctac. Zodoende werd Ctac hiervoor aansprakelijk geacht en werd de aansprakelijkheid enkel beperkt tot het overeengekomen schadeplafond van € 1.250.00,--.
Daarnaast zijn overigens andere schadeposten toegekend, zoals de schade uit ontbinding en de schade wegens het niet kunnen gebruiken van een betaalde licentie. In totaal is er een bedrag aan Leaseweb toegewezen van circa 2.4 miljoen.
Deze zaak laat wederom het belang zien van duidelijke contractvoorwaarden en algemene voorwaarden. Mijn advies is dan ook nog eens kritisch naar de gehanteerde voorwaarden te kijken en deze eventueel aan te passen.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.