Wanneer sprake is van een geschil kunnen partijen de zaak voorleggen aan de rechter. De overheidsrechter ligt in dat geval voor de hand, toegang tot de overheidsrechter is namelijk een grondrecht. Maar ook particulieren spreken recht. Rechtspraak door particulieren wordt aangeduid met de term arbitrage.
Arbitrage is een wettelijke geregelde vorm van alternatieve geschillenbeslechting (art. 1038 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en verder). Partijen kunnen zowel voor als na het ontstaan van een geschil kiezen voor arbitrage en vervolgens met de procedure starten. Voordat er sprake is van een geschil kunnen partijen voor arbitrage kiezen door een zogeheten "arbitraal beding" in de overeenkomst of in de algemene voorwaarden op te nemen.
Een arbitraal beding is een contractuele voorwaarde waarin staat dat partijen hebben afgesproken om toekomstige geschillen op te lossen met arbitrage. Na het ontstaan van het geschil kan een arbitrage-overeenkomst worden gesloten, een zogeheten arbitraal compromis. In het arbitraal compromis staat welk specifiek geschil partijen aan arbitrage willen onderwerpen.
De beslissing wordt genomen door de arbiter in de vorm van een arbitraal vonnis dat bindend is voor partijen. Arbitraal hoger beroep staat alleen open als partijen dit hebben afgesproken. Zo'n vonnis weegt zwaarder dan een vaststellingsovereenkomst zoals die bij een bindend advies gesloten kan worden.
De reguliere gang naar de overheidsrechter, voor een inhoudelijke toets van het vonnis, is na arbitrage niet meer mogelijk. Eventueel kan het arbitraal vonnis wel door de overheidsrechter worden vernietigd wanneer procesrechtelijke regels zijn geschonden. Partijen kunnen dus een geschil oplossen door middel van arbitrage en wanneer geen afspraken zijn gemaakt over hoger beroep, is het arbitraal vonnis het sluitstuk van de procedure.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.