In mijn vorige blog heb ik beschreven wat de voordelen van open source software zijn, en dat de risico’s bij het gebruik van open source software niet zo zeer verschillen van de risico's bij gebruik van closed source software. Beide soorten software zijn namelijk auteursrechtelijk beschermd, en zijn onder bepaalde voorwaarden ter beschikking gesteld. Dat gebeurt zowel bij open source software als bij closed source software door middel van licenties.
Wat wel en niet is toegestaan is dus (mede) afhankelijk van de betreffende licentievoorwaarden. In het geval van open source software zijn er ongeveer veertig verschillende licenties die vaak worden gebruikt: van de Academic Free License tot de Zlib License, ze hanteren allemaal verschillende voorwaarden. Deze tientallen licenties kunnen grofweg worden onderverdeeld in drie verschillende soorten open source software licenties:
- De “Free-for-all” licenties;
- De “Keep-open” licenties; en
- De “Share-alike” licenties.
Het verschil tussen deze licenties zit er met name in wat is toegestaan onder deze licenties, en welke gevolgen het heeft voor gebruik met andere software.
De Free-for-all licenties zijn licenties die de afnemer slechts verplichten om de naamsvermelding van de oorspronkelijke auteurs intact te houden en deze te blijven vernoemen. Het maakt voor deze licenties niet uit of je de software open source houdt of dat je de software opneemt in een ander, closed source, werk. Bekende voorbeelden van deze licenties zijn de BSD (Berkeley Software Distribution) en de MIT (Massachusetts Institute of Technology) licentie.
De Keep-open licenties zijn licenties die de afnemer ook verplichten om wijzigingen van de open source software ook open source beschikbaar te maken aan afnemers daarvan. Wel staan deze licenties het toe om de open source software op te nemen als onderdeel van een closed source “Larger Work” (denk aan opname in een distributie pakket). Bekende voorbeelden van deze licenties zijn de GNU LGPL (GNU Lesser General Public License), welke vaak wordt gebruikt voor gebruik van system libraries, en de MPL (Mozilla Public License), welke bijvoorbeeld wordt gebruikt voor de FireFox webbrowser.
De Share-alike licenties, ten slotte, zijn licenties die verplichten om wijzigingen en uitbreidingen aan de software open source beschikbaar te maken aan afnemers daarvan. Het “virale effect” van deze copyleft licenties is kenmerkend: gebruik je de open source software als onderdeel van jouw eigen software, dan dien je het geheel open source beschikbaar te stellen aan de afnemers daarvan. Het bekendste voorbeeld van deze licenties is de GNU GPL (GNU General Public License).
In mijn volgende blogs zal ik meer aandacht besteden aan een aantal veel voorkomende vragen bij gebruik van open source software.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.