Het Wetsvoorstel Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg (Wegiz) is 3 mei 2021 aangeboden aan de Tweede Kamer. Vanuit de Kamer zijn er vervolgens meer dan 350 (!) vragen gesteld over het wetsvoorstel. Deze zijn inmiddels beantwoord in een 115 pagina’s tellend verslag en hebben geleid tot een wijziging van het wetsvoorstel. Ik praat u graag bij.
De vragen die de Kamer in juni stelde gaan onder andere over de verhouding met andere wetten, de bekostiging van de implementatie, en het draagvlak van de wet in het zorgveld. Maar ook over wat de patiënt ervan gaat merken, en hoe de Wegiz aansluit op ontwikkelingen in de EU en daarbuiten. De beantwoording van de vragen is uiteengezet in het verslag dat de Kamer afgelopen 18 oktober heeft ontvangen. Daarnaast heeft de Kamer een Kamerbrief van minister De Jonge gekregen waarin hij onder meer ingaat op de stappen die reeds zijn gezet en welke nog genomen worden.
In die brief beschrijft de minister ook een aantal belangrijke onderwerpen uit de beantwoording van de schriftelijke behandeling van de Wegiz. Een vaak terugkomende vraag ziet op het karakter van de Wegiz, en met name de vraag of het wetsvoorstel verplicht tot het uitwisselen van gegevens en daarmee het mogelijk breken van het beroepsgeheim. De minister schrijft dat het wetsvoorstel nadrukkelijk niet verplicht tot het uitwisselen van gegevens. Het doel van en de grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens worden bepaald in andere regelgeving. De verplichting ziet alleen op het hoe van de uitwisseling, namelijk op elektronische wijze.
Dat er geen verplichting is tot uitwisseling, is nu ook expliciet in de tekst van de Wegiz opgenomen (zie hier de nota van wijziging). Dat is overigens ook meteen de enige wijziging van de wettekst naar aanleiding van alle vragen.
In de Kamerbrief beschrijft minister De Jonge, naast het bovenstaande, hoe hij zijn regierol wil invullen binnen het stelsel van de zorg-ICT. Daarbij zijn de randvoorwaarden voor uitwisseling een belangrijk thema. In dit kader is onder meer advies uitgevraagd en ontvangen ten aanzien van het houderschap van informatiestandaarden. Met houderschap wordt het beheren en doorontwikkelen van de informatiestandaarden bedoeld.
Kortgezegd wordt geadviseerd om het houderschap en voor een termijn van maximaal drie jaar onder te brengen bij een regie-organisatie waarin het veld en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vertegenwoordigd zijn en samen wordt gewerkt op basis van een convenant. Zo kan de minister erop toezien dat normen onder de Wegiz aansluiten op afsprakenstelsels zoals MedMij, wat belangrijk is voor het ontsluiten in PGO’s. De minister heeft een kwartiermaker aangesteld om te onderzoeken of de inrichting die wordt geadviseerd wenselijk en noodzakelijk is. De resultaten worden begin volgend jaar verwacht.
Daarnaast zal er meer regie worden genomen op een landelijk dekkend stelsel van infrastructuur, generieke functies en aanpalende ICT-voorzieningen. Over het reeds bestaande Landelijk Schakelpunt zegt de minister (in het verslag) dat deze net als ieder ander informatietechnologieproduct of –dienst die of dat gebruikt wordt in een aangewezen gegevensuitwisseling, moet voldoen aan de eisen die gesteld worden onder het wetsvoorstel.
De minister onderzoekt op welke wijze dit het beste vorm kan krijgen. Daarbij kan gedacht worden aan eisen aan toegang tot gegevens in systemen, zoals open API’s, of eisen aan interopabiliteit tussen (delen van) infrastructuren, zoals NTA7516 voor veilig mailverkeer. Daarnaast wordt er gewerkt aan een opvolger van de UZI-pas en is een voorziening ontwikkeld waarmee zorginstellingen via inlogmiddelen zoals DigiD hun digitale dienstverlening kunnen ontsluiten (ToegangsVerleningService).
Ook wordt op dit moment onderzocht welke problemen bestaan rondom het verlenen van toestemming voor gegevensverwerking in de zorg. Daarbij wordt gekeken of de wettelijke grondslagen voor gegevensverwerking nog in lijn zijn met de omslag van papier naar digitaal. Rond de jaarwisseling kunnen we een update over dit onderzoek verwachten. De minister geeft aan dat de toestemmingsvoorziening Mitz onder strenge voorwaarden al op DigiD mag aansluiten.
Onderwerpen als informatieveiligheid, de slimme inzet van kunstmatige intelligentie in de zorg, hergebruik van gegevens en grensoverschrijdende gegevensuitwisseling passeren daarnaast ook nog de revue in de brief.
Nu de Kamer antwoorden op de ruim 350 vragen heeft ontvangen, kunnen de leden kiezen: óf nog meer vragen stellen (dus nog een schriftelijke ronde), een wetgevingsoverleg voeren met de minister óf de Kamer kan besluiten dat het wetsvoorstel klaar is voor de plenaire behandeling. Naar verwachting zal de eerste gegevensuitwisseling, als het wetsvoorstel wordt aangenomen, in 2023 in werking treden. Wij wachten af en houden u vanzelfsprekend op de hoogte.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.