Elke webwinkel is vrij in de keuze van het aanbieden van betaalmethoden. Het aanbod bestaat vaak uit meerdere opties zoals Ideal, creditcard, Paypal, acceptgiro, rembours etc. Wat wel veel verschilt tussen diverse shops, zijn de kosten die daarvoor gerekend worden. In de nieuwe consumentenwet die eind dit jaar in gaat, staat hier expliciet iets over vermeld.
Kosten voor betaalmethoden worden soms doorberekend aan de klant, denk aan creditcard (+5%), acceptgiro (+€3.95) etc. Soms zijn dit willekeurige bedragen en soms zijn dit daadwerkelijke kosten. Belangrijke eis is, is dat de klant tijdig wordt geïnformeerd over de bijkomende kosten, hij moet weten dat de kosten er zijn en wat de hoogte daarvan is.
In de vernieuwde wet wordt duidelijk gesteld dat de kosten voor het gebruik van een betaalmiddel enkel de kosten mogen bedragen die de verkoper zelf ook moet maken (nieuw artikel 6:230k lid 1 BW). Dat houdt eigenlijk in dat een verkoper alleen kosten mag berekenen over wat het betaalmiddel daadwerkelijk kost. Kost gebruik van Ideal 20 cent per transactie, dan mag hij 20 cent door belasten. Kost het versturen van een acceptgiro (en het afwikkelen daarvan) €1.95, dan mag hij dat bedrag door belasten.
Op zich een heldere regel, ware het niet dat er wel wat onduidelijkheden in zitten. De Richtlijn geeft aan dat het om zowel vaste als variabele kosten mag gaan. De vraag is dan hoe je als winkelier vaste kosten door moet berekenen als je bijvoorbeeld per maand betaalt voor Paypal, los van de prijs per transactie. Moet je dat dan delen door het aantal klanten? Dit hoeft natuurlijk niet relevant te zijn, als de kosten niet worden door belast. Je hoeft namelijk de kosten niet door te belasten…het mag. Als je het dan doet, moeten het de werkelijke kosten zijn. Bij een geschil moet de verkoper duidelijk maken op welke basis hij heeft door belast.
Andere kosten, zoals bijkomende verzendkosten, kennen geen nieuwe regelgeving. Belangrijk daarbij is dat de klant vooraf weet welke bijkomende kosten worden gerekend. De hoogte daarvan staat de verkoper vrij. Vergeet de winkel dit juist te vermelden (dit geldt ook voor betaalkosten) dan zijn de kosten voor zijn rekening en hoeft de klant deze niet te betalen. Het moet daarbij uiteraard gaan om onvermijdelijke kosten. “Bijkoopproducten” en/of diensten mogen niet meegerekend worden. Denk daarbij aan verzekeringen, garanties etc. Dat moet een duidelijke keuze voor de consument zijn en mogen niet meer standaard zijn “aangevinkt”.
Tot slot nog het herroepingsrecht. Bij een retour moeten alle door de klant betaalde bedragen worden terug betaald.(art. 6:230r BW) Dus ook de hierboven genoemde verzend- en betaalkosten. Alleen het retourneren zelf is voor rekening van de klant (tenzij een winkel aanbiedt deze kosten te betalen). De winkel moet dit mededelen en ook een inschatting geven van de eventuele kosten voor het retourneren. Vergeet de winkel dit duidelijk te vermelden, dan zijn de retourkosten voor de verkoper. Dit volgt uit het nieuwe artikel 6:230n lid 3 BW en is een pittige sanctie op het weglaten van bepaalde informatie.
Alle juridische adviezen voor webwinkels & e-commerce
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.